Het beleid binnen de bureaucratie - Bureaucratie en belangengroepen
10 belangrijke vragen over Het beleid binnen de bureaucratie - Bureaucratie en belangengroepen
Informeel-intern: belangengroepen. In welk feit ligt een bron voor conflict tussen bureaucratie en belangengroepen?
Toch bestaat er een samenwerking tussen beiden (bureaucratie en belangengroepen), waarom?
o 'De overheid' bestaat niet: zij is versnipperd. Dit betekent dat een deel van de overheid dezelfde belangen kan delen met een belangengroep;
o Die versnippering wordt mogelijk bevorderd door decentralisatie (aparte agentschappen, ZBO's etc);
o Op lange termijn denken komen de overheid en belangengroepen vaak overeen;
o Wederzijdse afhankelijkheid van elkaar: de overheid heeft steun en informatie nodig, de belangengroepen hebben van de overheid weer steun nodig om gehoord te kunnen worden.
Welke vier verschillende soorten relaties tussen bureaucratie en belangengroepen zijn te onderscheiden?
1. Legitieme interactie
2. Clientèle relaties
3. Parentele relaties
4. Illegitieme relaties
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Patronen van legitieme interactie.
La Palombara (1967) zegt dat een clientela relatie wanneer ontstaan?
Wat zijn dus de verschillen met de legitieme relatie?
Bij de clièntele relatie is er...
- Eén belangengroep;
- Beperktere informatie beschikbaar;
- Algemeen belang wordt bij de bureaucratie gebaseerd op één perspectief;
- Kenmerk van beleid is dat het voornamelijk gebaseerd is op één belangengroep, dat door deze moet worden uitgevoerd: verdeling, zelfregulering.
Parentele relaties: intensieve relatie, via politieke partij;
o Nauw vizier, verwante relatie met de overheid, werkt met name regulering en verdeling van middelen in de hand. Hier is ook sprake van een matige invloed.
o Er is slechts één groep betrokken bij de beleidsvorming in een sterke met een dominante partij.
o Relatie op basis van informeel erkende legitimiteit. Er is een matige indirecte relatie met de bureaucratie, zeer hechte directe relatie met dominante politieke partij.
o Parentele relaties komt vaak voor in doctorale regimes of pre-industriële landen.
Wat is een voorbeeld van zo'n parentele relatie?
Illegitieme relaties: niet geaccepteerd. Bij belangengroepen die niet zijn geaccepteerd:
o Blik is variabel: blik kan nauw en eng zijn. De mate van invloed varieert ook: dit kan variëren van geen tot veel invloed.
o Men probeert de doelen via confrontatie te bereiken. Men bereikt meestal niets tot vrij weinig, maar doet dit vaak voor aandacht hun standpunt.
o Herverdeling van de middelen.
o Succes van deze groepen hangt af van in hoeverre ze uiteindelijk legitimiteit weten te krijgen.
Wat zijn voorbeelden van illegitieme relaties?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden