Diverse personen in het burgerlijk proces - Partijen

5 belangrijke vragen over Diverse personen in het burgerlijk proces - Partijen

Wat houdt de term legitima persona standi in judicio in?

Wie in het algemeen handelingsonbevoegd is, mist ook bevoegdheid om procespartij te zijn.

Kan een rechtsopvolger een rechtsmiddel instellen tegen een vonnis, gewezen ten name van zijn voorganger?

Aan erfgenamen en rechtverkrijgenden van een overledene is dit recht toegekend in art. 341 en 403. Onder 'rechtverkrijgende' zijn hier die onder bijz. titel te begrijpen. HR rekent tot 'rechtverkrijgenden' degene aan wie het algehele vruchtgebruik v.d. nalatenschap is gelegateerd.

Wat is de conclusie van het beginsel van niet-ontvankelijkheid?

Ondanks de uitzonderingen moet de conclusie zijn dat het instellen van een rechtsmiddel op naam v.d. overleden partij niet zonder risico is en beter kan worden vermeden. De wederpartij v.d. overleden partij kan het geding schorsen en hervatten volgens art. 225-228 door betekening aan de rechtsopvolgers v.d. overledene zonder vermelding van hun individuele namen. Rechtsopvolgers v.d. overleden partij kunnen het geding schorsen en hervatten met vermelding van hun namen en woonplaats. Zo kan het geding op regelmatige wijze worden voortgezet.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke voorwaarden stelt art. 305a aan een collectieve actie?

  • Het moet gaan om belangen van andere personen dan de procederende rechtspersoon. 
  • De vordering moet strekken tot bescherming van gelijksoortige belangen. 
  • De rechtspersoon moet deze belangen ingevolge zijn statuten behartigen. 
  • De rechtspersoon is niet-ontvankelijk als hij onvoldoende heeft getracht door het voeren van overleg met de gedaagde het met de rechtsvordering beoogde doel te bereiken. 
  • Voor de ontvankelijkheid v.d. vordering - niet voor de gegrondheid daarvan - is de in lid 2 vermelde regeling van 2 weken na de ontvangst door de gedaagde van een verzoek tot overleg met vermelding v.h. gevorderde voldoende.

Wat heeft de HR geoordeeld in uitspraken over de ontvankelijkheid van een rechtsvordering, beoordeeld naar of anticiperend op art. 305a?

HR heeft geoordeeld dat de nieuwe wettelijke regeling niet wezenlijk afwijkt v.h. voordien geldende recht. De hierna te vermelden, aan de regeling voorafgaande jurisprudentie heeft daarom haar betekenis niet verloren. Wel moet men bij kennisneming daarvan steeds rekening houden met de gelding en inhoud v.d. nadien (op 01-07-1994) ingevoerde wettelijke regeling.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo