Startpagina / Samenvattingen / Hoofdlijnen Nederlands burgelijk procesrecht / verweer-vonnis-verweerder

Arbitrage en bindend advies - Het geding voor arbiters

4 belangrijke vragen over Arbitrage en bindend advies - Het geding voor arbiters

In welke artikelen wordt het arbitraal geding bepaald?

Art. 1036-1048 Rv.

Geldt het grondbeginsel hoor en wederhoor ook bij arbitrage?

Ja, art. 1039 lid 1: de partijen worden op voet van gelijkheid behandeld. De verweerder wordt in gelegenheid gesteld verweer te voeren. Als hij dit niet doet, zonder daartoe gegronde redenen aan te voeren, kan het scheidsgerecht vonnis wijzen. De eis wordt dan toegewezen, tenzij het scheidsgerecht onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Arbiters kunnen ook eerst aan eiser bewijs opdragen, art. 1040 Rv. Voor zij vonnis wijzen moeten arbiters goed nagaan of de oproeping of de uitnodiging om schriftelijk verweer in te dienen de verweerder wel heeft bereikt.

Heeft de verweerder die geen verweer voert het rechtsmiddel van verzet tegen het vonnis?

Nee, hij loopt dan ernstig gevaar in hoogste instantie en onherroepelijk te worden veroordeeld.

Gelden de wettelijke regels van bewijsrecht bij arbitrage?

Nee. Het scheidsgerecht is vrij om die regels al of niet toe te passen, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. Het kan een partij op verzoek toestaan om getuigen/deskundigen voor te brengen. Het is bevoegd overlegging van stukken te bevelen, art. 1039 Rv.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Hoofdlijnen Nederlands burgelijk procesrecht | 9789079564699 | W H Heemskerk

Bekijk samenvatting