Rechtsmacht en bevoegdheid van de rechter - Relatieve bevoegdheid van de rechtbank
12 belangrijke vragen over Rechtsmacht en bevoegdheid van de rechter - Relatieve bevoegdheid van de rechtbank
Wat zijn de alternatieve bevoegdheden van de rechters in eerste aanleg en wat houdt dit in? (dagvaardingsprocedure)
De alternatieve bevoegdheden zijn gevestigd op de volgende zaken:
- Arbeidszaken --> art. 100 Rv
- consumentenzaken --> art. 101 Rv
- Onrechtmatige daad zaken --> art. 102 Rv
- Onroerende zaakgeschillen --> art. 103 Rv
- Erfrechtzaken --> art. 104 Rv
- Ondernemingsrechtelijke geschillen --> art. 105 Rv
- Faillissement en surseance zaken --> art. 106 Rv
De relatieve bevoegd van de rechtbank van dwingend recht of van regelend recht? (dagvaardingsprocedure)
- kantonzaken waar de vordering ten hoogste 25000 bedraagt
- individuele arbeidsovereenkomsten
- consumentenzaken
- zaken betreffende huur woonruimte en bedrijfsruimte (art. 110 lid 1 Rv)
De rechter hoeft zijn relatieve bevoegdheid niet ambsthalve te toetsen
Wat gebeurt er als uit de de bepalingen van art. 99 - 110 RV geen bevoegde rechter is af te leiden? (dagvaardingsprocedure)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat gebeurt er als de gedaagde in het geding verschijnt zonder een beroep te doen op de relatieve onbevoegdheid van een rechter? (dagvaardingsprocedure)
Kan een eiser twee of meer gedaagden gezamenlijk dagvaarden om een proces tegen hen te voeren? (dagvaardingsprocedure)
Waar in de wet wordt de relatieve bevoegdheid in de verzoekschriftprocedure geregeld?
Inhoud rechtsvordering --> verzoekschriftprocedure in eerste aanleg --> relatieve bevoegdheid
Wat is de hoofdregel van de relatieve bevoegdheid van een rechter in een verzoekschriftprocedure?
- van de woonplaats van verzoeker of een van de verzoekers of;
- een van de in het verzoekschrift genoemde belanghebbende
als zodanig woonplaats in nederland niet bekend is, is de rechter van het werkelijk verblijf van een van hen bevoegd.
Wat zijn de exclusieve (=uitsluitend die rechter bevoegd) relatieve bevoegdheden van de rechters in een verzoekschriftprocedure?
art. 264 Rv: zaken betreft onroerende zaken
art. 265 Rv: zaken betreffende minderjarigen
art. 266 Rv: zaken betreffende onder curatele en onder bewindstelling
art. 267 Rv: zaken van afwezigheid of vermissing
art. 268 Rv: zaken betreffende nalatenschappen
Welke rechter is bevoegd als de artikelen 262 tot en met 268 geen bevoegde rechter aanwijst?
Wat is het uitgangspunt van de relatieve bevoegdheid in een verzoekschriftprocedure betreft het doorverwijzen naar een andere rechter?
Wanneer vindt er geen verwijzing bij de onbevoegde rechter plaats? (verzoekschriftprocedure)?
Wanneer vindt er geen ambsthalve toetsing plaats bij de relatieve bevoegdheid in een verzoekschriftprocedure?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden