Samenvatting: Hoofdstuk 1 En 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoofdstuk 1 en 2
-
1 Hoofdstuk 1 en 2
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de drie stromingen over het ontstaan van motivatie?
·Interne (duwende) krachten
·Externe (trekkende) krachten
·Betekenisgeving (keuze) -
Welke theorieën gaan over interne (duwende) krachten?
- Maslovs behoeftepyramide: Fysiologisch, Veiligheid, Sociaal, Erkenning, Zelfontplooing
- Alderfers ERG-theorie: Existentiele (materieel), Relationele en Groeibehoeften
- McClellands behoefteprofiel: Prestatiebehoefte, Machtsbehoefte, Affiliatiebehoefte
-
Wat zijn externe (trekkende) krachten?
- Positieve/negatieve bekrachtiging van gedrag stimuleert gedrag (Skinner)
- Conditioneren: positief bekrachtigd gedrag raakt geautomatiseerd
- Positieve/negatieve bekrachtiging van gedrag stimuleert gedrag (Skinner)
-
Wat is betekenisgeving (keuze)?
Verwachtingstheorie: inspanning <-> prestatie <-> opbrengsten <-> waarde
Attributietheorie:- oorzaken zoeken
- intern of extern
- zelf dienende vertekening
- fundamentele attributiefout (toeschrijven aan gedrag ipv omstandigheden)
- oorzaken zoeken
-
Welke twee motieven kennen we?
- Extrinsiek: werken voor geld, status, etc
- Intrinsieke: werken omdat het werk leuk is (zelfontplooiing, hoger motivatie)
- Extrinsiek: werken voor geld, status, etc
-
Hoe kan gedrag worden verklaard via het ASE model?
- Attitude, Sociale invloed en Eigen Effectiviteit vormen de gedragsintentie.
- Barrieres en vaardigheden bepalen hoe de gedragsintentie wordt omgezet in gedrag.
Eigen effectiviteit: mogelijkheden of belemmeringen die iemand ervaart om het gedrag daadwerkelijke te vertonen. - Attitude, Sociale invloed en Eigen Effectiviteit vormen de gedragsintentie.
-
Welke relaties hebben het individu en de organisatie?
Ruilrelatie- Kosten: tijd, inspanning, kennis, vaardigheden, sociale steun
- Opbrengsten: geld, secundaire arbeidsvoorwaarden, interessant werk, sociale contacten, waardering, status
Wederzijdse afhankelijkheid- Vervulling van elkaars doel
- Kan allebei uit de relatie stappen
- Kosten: tijd, inspanning, kennis, vaardigheden, sociale steun
-
Wat kan leiden tot beoordelingsfouten in een sollicitatiegesprek?
- Halo‐effect (gunstige eigenschappen toekennen)
- Selectieve perceptie (verkeerde interpretatie van gedrag)
- Halo‐effect (gunstige eigenschappen toekennen)
-
Wat zijn voor- en nadelen van employability?
- Voordeel: vernieuwing en verandering, nieuwe uitdagingen, competenties ontwikkelen.
- Nadeel: werknemers vergroten hun kansen op de arbeidsmarkt en verdwijnen snel.
- Voordeel: vernieuwing en verandering, nieuwe uitdagingen, competenties ontwikkelen.
-
Wat is van belang bij het inpassen in een organisatie?
- Waarden: gedrag sluit aan bij heersende waarden binnen organisatie
- Congruentie: overeenstemming van de waarden van medewerker en organisatie zorgen voor betrokkenheid
- Anticiperende socialisatie: aanpassen aan nieuwe werkomgeving (nieuwe medewerkers, doorgroei, noodzaak: acceptatie en informatie)
- Internalisatie: geldende waarden overnemen en verinnerlijken
- Waarden: gedrag sluit aan bij heersende waarden binnen organisatie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden