Samenvatting: Hoofdstuk 1: Rechtsstaat

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 36 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van hoofdstuk 1: rechtsstaat

  • 1 recht en rechtvaardigheid

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • noem de drie soorten publieksrechten (relatie burger en staat)

    1. staatsrecht: regelt de regels voor de nederlandse staat: welke rechten heeft een minister
    2. bestuursrecht: regels voor de verhouding tussen burger en overheid: aanvragen voor vergunning
    3. strafrecht: wettelijke strafbepalingen
  • noem de drie soorten privaatsrechten (burgers onderling)

    1. personen- en familierecht: regelt zaken zoals huwelijk en geboorte
    2. ondernemingsrecht: die regelt de voorwaarden van een vereniging of een bv
    3. het vermogensrecht: sluiten van koopovereenskomst, arbeidsovereenkomst, erfenis en testement
  • 2 de grondbeginselen

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • welke machtsscheiding word gebruikt in Nederland en hoe werkt die?

    trias policita:
    wetgevende: stellen wetten vast waar mensen zich aan moeten houden
    uitvoerende: goedgekeurde wetten worden uitgevoerd
    rechtelijke: beoordelijk de mensen die de wetten hebben overgetreden
  • in welke regels van het wetboek van grondwet zien we het legaliteitebeginsel terug? (de overheid mag mensen alleen beperkingen opleggen)

    1. strafbaarheid: je bent alleen strafbaar bezig als het in de wet staat
    2. strafmaat: de straf mag niet hoger zijn dan in de wet staat
    3. no bis in idem regel: als je word vrijgesproken mag je niet opnieuw worden vervolgd
  • 3 strafrecht: de opsporing

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • wat is het verschil tussen midsdrijven en overtredingen?

    overtredingen zijn minder erg: door rood rijden, te hard rijden
    misdrijven: moord, drugs, diefstal

    - bij misdrijven word het al geregistreed als je verdachte bent en bij overtredingen pas als er een veroordeling is
    - de mogelijke straffen zijn bij misdrijven hoger
    - een poging tot overtreding is niet strafbaar en een msidrijf wel
  • wanneer er een misdrijf is geweest, verloopt de prodcedure volgens een vast patroon. welke is dat?

    1. politie: verzameld informatie over het strafbare feit: ze zoeken sporten en horen getuigen uit, houd de verdachte aan en zet alles in een proces verbaal
    2. de officier van justitie: bepaald of er wel of niet een rechtzaak moet komen
    3. de rechter stelt tijdens de rechtzaak vast of de verdachte schuldig is
  • van welke dwangmiddelen mag de politie gebruik maken als er toestemming is gegeven door de overheid

    een woning binnengaan, sociale persoongegevens opvragen, preventief fouilleren en de verdachte langer vasthouden
  • 4 strafrecht: de rechter

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
    Laat hier meer flashcards zien

  • wat staat er in een dagvaarding/oproep

    hierop staat waarvan je word verdacht en wanneer en waar de rechtzaak plaatsvind. 
  • uit welke 7 stappen bestaat een rechtszaak?

    1. opening: de rechter controleert de persoonlijke gegevens
    2. tenlastelegging: de officier leest de aanklacht voor
    3. onderzoek: ondervragen van de verdachte en getuigen, de officier en de advocaat. er word ook gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte
    4. requistoir: de officier houd een verhaal en probeert daarmee aan te wijzen dat de verdachte schuldig is, ook vraagt hij om een bepaalde straf
    5. pleidooi: de advocaat verdedigt de verdachte
    6. laatste woord: de verdachte heeft het laatste woord
    7. vonnis: rechter doet uitspraak
  • wat gebeurt er als iemand in hoger beroep gaat?

    dan gaat de zaak naar het gerechtshof en dan word de zaak volledig over gedaan
LET OP!!! Er zijn slechts 36 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Hoofdstuk 1: Rechtsstaat