Startpagina / Samenvattingen / Hoofdstuk 10: Het hart / ci-ps-hr

De fysiologie van het hart - Nerveuze & hormonale regulatie van de pompwerking van het hart

6 belangrijke vragen over De fysiologie van het hart - Nerveuze & hormonale regulatie van de pompwerking van het hart

Waar bestaat het finale effect uit van de nerveuze controle?

Een balans tussen de tonus van de S en de PS

Hoe wordt het cardio inhibitorencentrum (CI) (verlengde merg) gecontroleerd?

De HT controleert het CI via de bundel van Schütz. Vanuit het CI vertrekken PS en S vezels

Wat doen de baroreceptoren in de arteriële circulatie?

Zitten in de sinuscaroticus en in de aortaboog. Bij te hoge bloeddruk gaan er prikkels naar het CI. Vervolgens stijgt activiteit n. Vagus. Hogere tonus van PS en lagere tonus van S. Dus wijzigingen van tonusbalans tussen S en PS!!

Wat is respiratoire sinusarytmie?

HR stijgt voor heel even als je in rust diep inademt
Vooral bij hoge vagustonus (rust)
Vooral bij jongere dieren
Bij inspiratie uitrekken van RA en vena cava > streksensoren worden geprikkeld > remming van CI > HR stijgt
Noemt men de bainbridge reflex

Wat is de long-ontlastings-reflex?

Prikkeling van streksensoren in truncus pulmonalis & atrium > stimulatie CI > bradycardie (traag/onregelmatig HR)
Vermijden van long overvulling!

Wat doen centrale & perifere chemosensoren?

In de buurt van barosensoren in aortaboog & sinus caroticus = chemosensoren of glomera: glomus aorticus & glomus caroticus
Detecteren in het arteriële bloed van:

PO2 daling
[H+] stijging

Bij prikkeling remming van CI en daardoor hartversnelling
Chemosensoren zijn veel belangrijker in de regulatie van de AH
Ook centraal (verlengde merg) zitten chemosensoren die de [H+] meten > bij toegenomen concentratie een hartversnelling krijgen
De [H+] hangt samen met de pCO2! CO2 is immers heel toxisch voor de hersenen!