Samenvatting: Hoofdstuk 12 Hormonen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 26 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van hoofdstuk 12 hormonen

  • 12 hormonen

  • 12.2 reacties op hormonen

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe word ene hormoon omgezet in een lichamelijke reactie?

    Hypothalamus geeft hormoon aan hypofyse. Die stuurt een hormoon naar organen. Organen geven reactie zoals groeien of verhoogde hartslag. Soms geeft een orgaan zoals lever weer botten opdracht te groeien.
  • Hoe noem je de hormonen die zich hechten aan de receptoren in de celmembraam?

    Tyrosinehormonen en peptidehormonen
  • 12.3 hormonen recycelen botten

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat gebeurt er als de concentratie ca2+ stijgt?

    Schildklier geeft calcitonine af. Stimuleert opnamen Ca in botten en vermindert resorptie Ca nieren. En hoog concentratie remt bijschildklieren dus nauwelijks PTH. Dit alles zorgt voor daling Ca.
  • Wat gebeurt er als de concentratie Ca2+ daalt?

    Bijschildklier maakt PTH zorgt voor afgifte Ca botten en stimuleert resorptie nieren. Ook activeert vitamine D in actief vitamine D. Dat zorgt voor meer opname Ca uit darmen. Hierdoor stijgt Ca weer
  • Waarom zijn PTH en calcitonine antagonisten?

    Proces van Ca is een negatieve terugkoppeling. Want na daling Ca stijgt het weer. En andersom. Beide hormonen zorgen voor die tegengestelde werking. Een stof die dat doet noem je een antagonist.
  • Wat is het verschil tussen osteoclasten en osteoblasten?

    Osteoclasten breken het botweefsel af en zorgen dat er veel Ca vrij komt. Osteoblasten vormen nieuw botweefsel. Aangestuurd door groeifactoren en groeihormoon. Na een tijd is hij omricngt met botmateriaal en noem je het een osteocyt. (beencel)
  • Welke 2 functies hebben de hormonen oestrogeen en testosteron bij de botafbraak?

    1 direct: ze remmen osteoclasten en soms zelfdood (apoptose)
    2 indirect: ze remmen productie groeifactoren daardoor minder osteoclasten. Bij vrouwen stoppen deze hormonen eerder dan bij mannen. Daarom mannen langer.
  • 12.4 regeling glucose concentraties

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat gebeurt er als glucose gehalte stijgt naar maaltijd?

    Beta-cellen brengen insuline in bloed. Dat zorgt dat spieren en lever glucose opnemen. Daardoor daalt gehalte weer. Glucagon werkt hier als antagonist stimuleert afbreken
  • Wat gebeurt er als glucose gehalte daalt door inspanning?

    Alfa-cellen brengen glucagon in bloed. Lever breekt daardoor glucose af en brengt het in bloed. Gehalte stijgt weer.
  • Waarom kan spanning zorgen voor meer omzetten van glucose naar glycogeen?

    Spanning geeft het hormoon adrenaline af. En die kan ook zorgen voor die omzetting.
LET OP!!! Er zijn slechts 26 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart