Samenvatting: Hoofdstuk 2

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 53 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van hoofdstuk 2

  • 1 hoofdstuk 2

    Dit is een preview. Er zijn 43 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe reken je m/s naar km/h?

    1 m/s is 3,6 km/h
  • Wat voor effect krijg je als je nettokracht 0 is?

    Een eenparige beweging. Je nettokracht is 0 als voorwaartse en tegenwerkende kracht precies even groot zijn.
  • Wat is het verband tussen een v,t-diagram en de nettokracht?

    F=constant=rechte lijn
    F=0=horizontaal

    hoe groter de nettokracht op een voorwerp, hoe steiler de lijn loopt in het v,t-diagram.
  • Hoe kan je de gemiddelde snelheid van een voorwerp, waarvan de snelheid gelijkmatig verandert, uitrekenen?

    vgem=vb+ve / 2

    Als de snelheid niet gelijkmatig toeneemt geldt deze formule niet.
  • Hoe bereken je de versnelling met behulp van een v,t-diagram?

    a=delta v / delta t
  • Waar hangt de versnelling die een voorwerp krijgt vanaf?

    Van de nettokracht en van de massa van dat voorwerp. Dit staat tot elkaar in verband in de formule F=m*a
  • Waar komt de eenheid Newton vandaan?

    1 N is de nettokracht die nodig is om eenvoorwerp van 1 kg een versnelling te geven van 1 m/s in het kwadraat.
  • Wat zijn de eigenschappen van moleculen?

    1. Ze verschillen in grootte, maar ook de grootste moleculen zijn onzichtbaar klein.
    2. Ze verschillen sterk in massa.
    3. Ze trekken elkaar aan: soms heel zwak, soms heel sterk.
    4. Ze bewegen vrij tussen andere moleculen (gas), ze trillen en glijden tegen en langs elkaar (vloeistof) of ze trillen rond een vaste plek (vaste stof). Hoe warmer de stof, des te sneller ze bewegen.
  • Wat is het deeltjesmodel van een gas?

    Een gas bestaat uit heel kleine deeltjes die langs elkaar bewegen en tegen elkaar en de wanden botsen. De deeltjes zijn gemiddeld op relatief grote onderlinge afstand van elkaar. Als temperatuur van het gas stijgt, gaan de deeltjes sneller bewegen. De temperatuur van het gas is een maat voor de gemiddelde snelheid van de deeltjes .
  • Wat is het deeltjesmodel van een vloeistof en een gas?

    De deeltjes van een stof trekken elkaar aan, soms heel zwak, soms heel sterk. De sterkte van de aantrekking is afhankelijk van de afstand tussen de deeltjes en van de stof.
LET OP!!! Er zijn slechts 53 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart