Samenvatting: Hoofdstuk 3 Psychology: Biological Aspects

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoofdstuk 3 Psychology: Biological Aspects

• 1 Hoofdstuk 3 Psychology: Biological Aspects

  Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat bestudeert de 'biological psychology'?

  Het bestudeert de cellen en organen en de fysieke en chemische veranderingen die betrokken zijn bij gedrag en mentale processen

• Wat is myeline en wat is de functie ervan?

  Myeline is een vettige isolerende stof om de neuronen heen. Het zorgt ervoor dat actiepotentialen makkelijker en sneller doorgegeven worden

• Wat is een 'inhibitory postsynaptic potential' (IPSP)?

  Een postsynaptisch potentiaal die het neuronale membraan hyperpolariseerd waardoor er minder kans is op 'vuren' --> geen actiepotentiaal

• Uit welke twee soorten neuronen bestaat het somatische zenuwstelsel en waar zijn ze voor?

  1. Sensorische neuronen; brengen informatie naar het brein toe
  2. Motorische neuronen; brengen informatie van het brein naar directe beweging 

• Welke twee functies heeft het ruggenmerg in het centrale zenuwstelsel?

  1. Het ontvangt signalen van de zintuigen en brengt het naar de hersenen d.m.v. vezels
  2. Het geeft signalen door van het brein naar de spieren 

• Wat zijn hoe woorden de ruggen en de groeven van de hersenen genoemd?

  Ruggen = gyri
  Groeven = sulci

• Welke delen van de hersenen vormen de sensorisch cortex en welke informaties worden in die delen verwerkt?

  1. Parietal lobe: informatie van de huid (somatosensorische cortex)
  2. Occipital lobe: visuele informatie (visual cortex)
  3. Temporal lobe: auditieve informatie (auditory cortex) 

• Wat zijn kenmerken van de motorische cortex?

  • Contralateraal
  • Ondersteboven
  • Niet proportioneel
  • Soort specifiek
  • Individeel bepaald

• Welke delen van de cerebrale cortex vormen de associatie cortex?

  Alle delen die niet direct betrokken zijn met het ontvangen van specifieke sensorische informatie of bij het maken van bewegingen.

• Wat voert de associatie cortex uit?

  De associatie cortex voert complexe cognitieve taken uit en ontvangt van meer dan 1 zintuig informatie of combineert informatie van zintuigen en bewegingen.