Samenvatting: Hoofdstuk 3 Water

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoofdstuk 3 Water

• 1 IJs, water en waterdamp

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welk verschil hebben de regendruppels bij regen, mist en dauw?

  Bij regen en dauw kun je de waterdruppels goed zien, maar bij mist zijn de waterdruppels microscopisch klein.

• Waarom is mist of nevel geen waterdamp?

  Mist/Nevel bestaat uit microscopisch kleine waterdruppeltjes en dit is geen gas, waterdamp is een gas.

• Geef een voorbeeld waar je laat zien dat waterdamp over kan gaan in mist of nevel.

  In de lucht die je uitademt zit veel waterdamp, bij koud weer kan deze waterdamp overgaan in kleine druppeltjes, omdat je warme adem afkoelt door de koude buitenlucht.

• Hoe noem je het als je probeert om voor te stellen hoe een stof zich gedraagt?

  Model van een stof.

• In de natuur- en scheikunde spreken we van deeltjesmodel. Waar bestaat dit model uit?

  Het model bestaat uit een stof met dezelfde moleculen.

• Een stof din het deeltjesmodel kan wel in verschillende fasen verkeren. Noem de drie verschillende fasen waarin een stof zich kan verkeren.

  • vast
  • vloeibaar
  • gas

• Een stof kan zich in een vaste, vloeibare of gasvormige fase bevinden. Hoe noem je de stoffen in deze fasen?

  1. in de vaste fase noem je het vaste stof, denk aan een blok ijs.
  2. in de vloeibare fase noem je het een vloeibare stof, denk aan water.
  3. in een gasvormige fase noem je het een gas, denk aan waterdamp.

• Een stof kan zich in een vaste, vloeibare of gasvormige fase bevinden. Hoe beweegt een stof zich in de vloeibare fase?

  In een vloeistof hebben de moleculen geen vaste plaast. Ze bewegen voortdurend in alle richtingen langs elkaar heen.

• Een stof kan zich in een vaste, vloeibare of gasvormige fase bevinden. Hoe beweegt een stof zich in de gasvormige fase?

  In een gas bewegen moleculen zich los van elkaar. Ze verspreiden zich meteen over de ruimte waar de gas in zit.

• Geef van een gas antwoord op de onderstaande vragen:Welke plaats hebben de moleculen hoe verplaatsen de moleculen zich in de ruimte Welke vorm heeft de stofWat is het volume van de stof

  1. Een gas heeft geen vaste plaats, maar bewegen los van elkaar
  2. Een gas verspreid zich gelijk over de ruimte waar het in zit los van elkaar
  3. Een gas heeft geen vaste vorm
  4. Een gas heeft ook geen vast volume