De internationalisering van het bedrijfsleven in relatie tot de structuurbevoedheden en het spreekrecht van de ondernemingsraad

20 belangrijke vragen over De internationalisering van het bedrijfsleven in relatie tot de structuurbevoedheden en het spreekrecht van de ondernemingsraad

Wanneer heeft een ondernemingsraad bevoegdheden?

Enkel wanneer zij is ingesteld, dat is niet altijd het geval. In 70% van de gevallen is door de ondernemers die een OR moeten instellen ook daadwerkelijk een OR ingesteld. Maar komt ook voor dat een OR ontbreekt zonder dat dit ontbreken de wens is van de werknemers zelf. Hier gaat dit stuk op in.

Waar speelt het ontbreken van medezeggenschap voornamelijk?

Aan de top van internationale concerns. 

Waarom ontbreekt medezeggenschap voornamelijk aan top van internationale concerns?

Het structuurregime geldt (enkele uitzonderingen daargelaten) niet voor de topholdings van de grote AEX-beursfondsen, zij zijn vrijgesteld als internationale holding, artikel 2:153 lid 3 (b) en 2:263 lid 3 (b) BW.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat bepaalt artikel 2:153 lid 3 (b) en 2:263 lid 3 (b)?

Het structuurregime geldt niet voor vennootschap die wel voldoet aan voorwaarden voor het structuurregime, maar van wie de werkzaamheid zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend beperkt tot het beheer en de financiering van groepsmaatschappijen en van haar en hun deelnemingen in andere rechtspersonen. Vereiste is wel dat de werknemers die in dienst zijn van de vennootschap en de groepsmaatschappijen in meerderheid buiten Nederland werkzaam zijn.

Waarom is deze uitzondering voor internationale concerns in de wet neergelegd?

Om te voorkomen dat de Nederlandse medezeggenschapsregeling extraterritoriale werking krijgt. Het zou niet logisch of juist zijn dat in een dergelijk geval van een internationaal concern, alleen de Nederlandse werknemers medezeggenschap hebben en invloed hebben op de benoeming van leden van de RvC van de internationale topholding en daarmee invloed uitoefenen op een orgaan dat toezicht houdt op de wereldwijde activiteit.

Wat is het gevolg dat er geen OR hoeft te worden ingesteld bij die internationale holdings waarvan de meeste werknemers buiten Nederland werkzaam zijn?

 Dat er helemaal geen medezeggenschapsorgaan is ingesteld op het niveau van de topholding van de grote internationale concerns.

Wat is de oplossing die men bezigt voor het feit dat er helemaal geen zeggenschap is op het niveau van de topholding?

Men schuift een subholding tussen de Nederlandse werkmaatschappijen en de topholding. Die subholding aanvaardt het verzwakte structuurregime, dit terwijl zij hiertoe niet is verplicht i.v.m. de vrijstelling o.g.v. het holdingskarakter. Gevolg is dat de onderliggende grote Nederlandse werkmaatschappijen zijn vrijgesteld van het structuurregime.

Wat is bepaald in artikel 33 lid 3 WOR?

Dat wanneer er sprake is van een groep verbonden ondernemers die te zamen twee of meer ondernemingsraden hebben ingesteld, lid 2 en 3 van overeenkomstige toepassing zijn (m.b.t. de COR en GOR). De betrokken ondernemers wijzen dan een in hun groep behorende ondernemer aan die voor de toepassing van de WOR namens hen als ondernemer optreedt ten opzichte van de COR of de GOR.
De directie van de Nederlandse subholding is in een dergelijk geval de overlegpartner van de COR. De WOR verplicht zelf niet om de concernholding als overlegpartner aan te wijzen. 

In welke artikelen is het spreekrecht van de 'eigen' ondernemingsraad t.a.v. de sitautie dat er sprake is van een internationaal concern?

Artikel 2:107a lid 3, 2:134a lid 1, 2:135 lid 1 en 2:144a lid 1 BW.

Leg kort uit waar de genoemd artikelen op zien

1. Besluiten die zijn onderworpen aan de goedkeuring van de AVA dienen eerst aan de OR te worden voorgelegd (artikel 2:107a).

2. Een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag van een bestuurder (2:134a BW).

3. Een besluit tot bezoldiging van het bestuur (2:135 BW).

4. Een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag van een commissaris 2:144 BW).

Welk soort recht regelen de bovengenoemde artikelen?

De artikelen regelen het spreekrecht van de 'eigen' ondernemingsraad zonder beperkingen ten aanzien van de situatie dat sprake is van een internationaal concern.

De wettekst lijkt helder, toch is er onduidelijkheid ontstaan. Waarover?

Over de juiste interpretatie van de beperking van de regeling van het spreekrecht in de situatie dat er sprake is van een internationaal concern. Ofwel dat het spreekrecht bij een internationaal concern beperkt is.

Aan wie wordt een besluit toegerekend wanneer er geen sprake is van een ondernemingsraad op het niveau van de moeder-NV?

Als er geen ondernemingsraad is ingesteld bij de moeder-NV en de meerderheid van de werknemers van het concern in Nederland werkzaam is, dan wordt het besluit dat door de moeder wordt genomen, toegerekend aan de dochter-NV's waar wel een OR is ingesteld. 
De OR van de dochter-NV's hebben dan spreekrecht t.a.v. een op het moeder-niveau te nemen besluit. De verschillende OR's van die dochter-NV's zullen het dan eens moeten worden over een standpunt en bepalen wie dat standpunt bij de moeder-NV uitdraagt.

Heeft een OR die op moeder-niveau is ingesteld, spreekrecht wanneer er een besluit wordt genomen op dochter-niveau?

Nee: medezeggenschap moet wordne uitgeoefend op het niveau waar het besluit effect sorteert. De medezeggenschap ligt dan dus bij de OR van die dochter-NV. 

Wat wordt bedoeld met de 'Lid 2- cq. lid 4-verplichting'?

Dit heeft betrekking op de artikelen waarin het gaat om het spreekrecht van de ondernemingsraad in geval van een structuurregime. 
De lid 2 c.q. lid 4-verplichting geeft aan dat de ondernemingsraad als bedoeld in lid 1 c.q. lid 3-verplichting ook de ondernemingsraad van de onderneming van een dochtermaatschappij wordt verstaat, vereist is dan wel dat werknemers in dienst zijn van de vennootschap en de groepsmaatschappijen in meerderheid binnen Nederland werkzaam zijn. Er geldt dus een beperking in geval er sprake is van een internationaal concern.

Waarom is het de vraag of de redenering achter de Lid 2- cq. lid 4-beperking nog wel zo actueel is?

Omdat het onderscheid tussen internationaal en nationaal niet meer zo aanspreekt als vroeger het geval was.
Ook bestaat er verschil tussen de legitimiteit van de ondernemingsraad op het punt van de structuurbevoegdheden en de legitimiteit van de ondernemingsraad ten aanzien van het spreekrecht.

Wat zijn structuurbevoegdheden van een ondernemingsraad?

De structuurbevoegdheden van een ondernemingsraad zien op de invloed op de samenstelling van een orgaan van de vennootschap (namelijk de RvC). 

Wat is de sanctie wanneer het spreekrecht niet wordt nageleefd?

Wanneer spreekrecht van de Ondernemingsraad niet wordt nageleefd staan hier geen sancties op (zie telkens ook laatste zin van lid 1 of 3). Wanneer spreekrecht wordt gepasseerd kan zij wel in kort geding worden afgedwongen door de OR.

Waar moet het medezeggenschapsrech taan worden gepakt volgens de minister?

Op EU-niveau, Verburg is het hier wel mee eens. Maar op EU-niveau is medezeggenschapsrecht een heikel onderwerp. De EOR-richtlijn houdt zich bijvoorbeeld volledig op de valkte m.b.t. dit onderwerp. Wel kan er volgens Verburg dan door de regering proberen op EU-niveau een discussie op gang te brengen door een voorstel te doen.

Wat is volgens Verburg een oplossing m.b.t. het vennootschappelijke medezeggenschapsrecht op EU-niveau?

Verburg denkt in de lijn van een contractmodel. Waarbij als uitgangspunt wordt genomen dat het concern zelf met de betrokken medezeggenschapsorganen een regeling treft. En wanneer men er dan niet uit komt dan gelden de subsidiaire voorschriften die de wetgever zelf heeft vastgesteld. Dit contractmodel wordt al gehanteerd door de EU bij het vormgeven van transnationale medezeggenschapsregeling.
De WOR en het BW gaan echter bij het vennootschappelijk medezeggenschapsrecht uit van een dwingendrechtelijk bevoegdheidsmodel.
Slechts 50% van de Nederlandse concerns met een communautaire dimensie heeft een EU-ondernemingsraad ingesteld. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo