Samenvatting: Hoofdstuk 8 + 12
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoofdstuk 8 + 12
-
1 Hoofdstuk 8 + 12
Dit is een preview. Er zijn 64 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Alpha motor neuronen
Vormen bron van communicatie tussen spieren en het centraal zenuwstelsel. Zorgen voor het samentrekken van spiervezels door de neurotransmitter acetylcholine. Alpha motor neuronen vertalen dus een zenuwsignaal in een mechanische actie. -
Gamma motor neuronen
Zijn deel van het proprioceptieve systeem, wat belangrijk is voor het detecteren en reguleren van de lengte van spiervezels. -
Alpha motor neuronen ontvangen input van twee bronnen:
- Spierspoelen: Dit zijn sensorische receptoren die informatie geven over de strek in de spier
- Spinale interneuronen: Diez morgen dat ervoor dat bij een antagonistisch paar spieren dat de ene spier een remmend signaal krijgt en de andere spier een opwekkend signaal.
-
Piramidale (corticospinale) baan
Axonen die van de cortex naar het ruggenmerg lopen, via de contralaterale kant. -
Primair motor cortex (M1)
Ontvang informatie van bijna alle corticale gebieden die met motorische controle te maken hebben. De output van de M1 beslaat het grootste signaal van de CST.
M1 bevat een somatotopische representatie: Verschillende gebieden representeren verschillende lichaamsdelen. -
Welke twee soorten apraxia zijn er?
- Ideomotor apraxia = Hierbij heeft de patiënt een ruw gevoel van gewenste actie, maar problemen om deze goed uit te voeren
- Ideational apraxia = Hierbij heeft de patiënt geen idee wat de gewenste actie is.
-
MacKay's model van hiërarchische representatie van beweging
- Conceptueel niveau: Het hoogst staat de representatie van het doel
- Respons systeem niveau: Representatie van verschillende manieren van reageren
- Motor implementatie niveau: Implementatie van de beweging
-
Affordance Competition hypothese
De affordance competition hypothese stelt dat processen van actie selectie en specificatie tegelijkertijd binnen een interactief neuraal netwerk actief zijn en dat deze zich continue ontwikkelen. Op een gegeven moment wint een actie het van de andere opties en wordt deze uitgevoerd. -
Noem twee gebieden die betrokken zijn bij sensomotorische adaptatie en hun functie
- Cerebellum: Belangrijk voor het leren van de aanpassing
- M1: Belangrijk voor het behouden van het geleerde
-
Race-model (onderdeel stop-taak)
Er is competitie tussen de Go-reactietijd en de Stop-Signaal reactietijd. Het proces dat wint, bepaalt het gedrag.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden