Reikwijdte en interpretatie - De wijze van formulering - Typerend element

7 belangrijke vragen over Reikwijdte en interpretatie - De wijze van formulering - Typerend element

De reikwijdte wordt verschillend getypeerd.

  • de inbreuk makende maatregel wordt centraal gesteld
  • een bepaalde gedraging van de burger wordt omschreven
  • een bepaalde sfeer of object wordt aangeduid

Wat zijn de drie verschillende categorieen hoe de reikwijdte van een grondrecht wordt getypeerd?

1) typering door inbreuk maken maatregel
2) typering door gedraging burger
3) typering door object of sfeer

Welke typerende elementen zijn er bij grondrechten?

  1. Typering door inbreuk makende maatregel (vb. verbod folteren)
  2. Typering door gedraging burger. (vb. vrijheid van meningsuiting)
  3. Typering door object of sfeer (vb. recht op respect voor het privé-leven)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Noem voorbeelden die onder 'typering door inbreuk makende maatregel' vallen

het verbod om te worden onderworpen  aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen (art. 3 EVRM, art. 7 IVBPR); het verbod de doodstraf opgelegd te krijgen (art. 114 GW, art. 1, 6e protocol EVRM, art. 1, 2e Fac. Protocol IVBPR).  en het verbod om handelingen met terugwerkende kracht strafbaar te stellen (art. 16 GW, art. 7 EVRM, art. 15 IVBPR)

Naar welke twee aspecten dienen gekeken te worden bij typering door gedraging burger?

  1. Is er in casu sprake van een door het grondrecht beschermde gedraging van de burger?
  2. Is de betreffende overheidsmaatregel als een beperking van de beschermde gedraging te beschouwen?

Noem voorbeelden van artikelen die onder typering door gedraging burger vallen.

vrijheid van meningsuiting (art. 7 GW, art. 10 EVRM, art. 19 IVBPR), de vijrheid van vereniging, vergadering en betoging (art. 8 en 0 GW, art. 11 EVRM, art. 21 en 22 EVBPR), de vrijheid van onderwijs (art. 23 GW, art 2, 1e protocol EVRM en de vrijheid van beweging (art. 12 IVBPR en art. 2 vierde Protocol EVRM).

Noem voorbeelden van grondrechten die typerend zijn door 'object of sfeer'

het recht op respect voor het privé-leven (art. 8 EVRM, art. 17 IVBPR) en het in veel opzicht vergelijkbare recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (art.  10 GW).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo