Samenvatting: Hoofdstukken Personen-, Familie- En Erfrecht | 9789013149340 | Tea Mellema Kranenburg, et al

Samenvatting: Hoofdstukken Personen-, Familie- En Erfrecht | 9789013149340 | Tea Mellema Kranenburg, et al Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoofdstukken personen-, familie- en erfrecht | 9789013149340 | Tea Mellema-Kranenburg; Trijntje Jannigje Mellema-Kranenburg; Ewout Cornelissen

  • 1.1 De persoon

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waaruit bestaat van oudsher de kern van het familierecht?

    Het huwelijk en de rechten en plichten die daaruit voortvloeien.
  • In welk artikel van het BW kunnen we de 'algemene rechtsbevoegdheid' vinden en wat houdt dit (samengevat) in?

    Te vinden in art. 1:1 BW. Het houdt in dat niemand, in Nederland, rechteloos is.
  • Vanaf welk moment begint persoonlijkheid? En wat brengt dit met zich mee?

    Vanaf de geboorte. Vanaf dat moment is men een rechtssubject.
    Vanaf de geboorte kom je in familierechtelijke betrekking tot andere personen te staan. Er is dan sprake van bloed- en aanverwantschap (art. 1:3).
  • Er is een uitzondering op het moment waarop persoonlijkheid doorgaans begint. Waar is deze uitzondering te vinden en wat houdt deze in?

    Art. 1:2 BW schept de mogelijkheid dat een ongeboren kind drager van rechten en plichten kan zijn. Voorwaarden:
    - het is in het belang van het ongeboren kind
    - het kind moet levend ter wereld komen
  • 1.2.1 De naam

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke naam wordt er in de geboorteakte vermeld? Noem het bijbehorende wetsartikel.

    De voornaam (art. 1:4 lid 1).
  • Wie heeft de bevoegdheid om een voornaam te accepteren en weigeren, en in hoeverre rijkt deze bevoegdheid?

    De ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij kan namen wijzigen die ongepast zijn of overeenstemmen met een bestaande geslachtsnaam (achternaam), TENZIJ deze voornaam een gebruikelijke voornaam is (art. 1:4 lid 2). 


    (Casus 1: meneer en mevrouw Otto mogen hun zoon dus Otto noemen, omdat dit een gebruikelijke voornaam is).
  • Hoe werd de geslachtsnaam bepaald vóór 1 januari 1998?

    Kind kreeg automatisch achternaam van de vader. Tenzij het buiten het huwelijk was geboren en niet door de vader erkend. Dan kreeg het de naam van de moeder.
  • Hoe wordt de geslachtsnaam bepaald sinds 1 januari 1998?

    Keuzevrijheid van de ouders. Art. 1:5 lid 4. Ouders mogen ook vóór de geboorte hun gezamenlijke keuze worden gedaan. Verder verplicht de wet dat dit tot maximaal 3 dagen na de bevalling mag worden gedaan (art. 1:19e lid 6).
  • Welke achternaam krijgt het kind indien er géén gezamenlijke keuze wordt gemaakt?

    De naam van de vader c.q duomoeder prevaleert (art. 1:5 lid 5 aanhef en sub a).
  • Wanneer het kind tijdens geboorte enkel in familierechtelijke betrekking staat tot de moeder, maar de andere ouder erkend daarna het kind. Welke achternaam krijgt het dan? Zijn hier uitzonderingen op?

    Die van de moeder (art. 1:5 lid 1). Tenzij-clausule in lid 2: tenzij beide ouders tijdens erkenning aangeven de achternaam van de ander te willen geven.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart