Samenvatting: Hoofdstukken Recht Voor Niet-Juristen Inleiding Recht Voor Bedrijf En Overheid | 9789462903364 | Andreas Josephus Gerardus Maria Montfort
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoofdstukken recht voor niet-juristen inleiding recht voor bedrijf en overheid | 9789462903364 | Andreas Josephus Gerardus Maria Montfort
-
1 Grondslagen en structuur van het Nederlandse Recht
Dit is een preview. Er zijn 29 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Klassieke grondrechten / Sociale grondrechten/ Karakter
-Gelijkheidsbeginsel
-Vrijheid van meningsuiting
Sociale grondrechten
Bestaanszekerheid / recht op onderwijs. Het betreft verplichtingen van de overheid om actief op te treden ten behoeve van de welvaart en het welzijn van de burgers.
De grondrechten hebben echter geen absoluut karakter. Behoudens ieder verantwoordelijkheid, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen. Dat betekent dat op deze grondrechten inbreuk kan worden gemaakt in een wet in formele zin en vaak ook in daarop gebaseerde lagere regelingen.
De rechter toets het recht wanneer er een botsing is tussen verschillende grondrechten welke zwaarwegender wordt geacht. -
Organisaties/Sportbonden/Regelingen/kerkgenootschappen
Hebben zich bij het opstellen van de regelingen te houden aan het Nederlandse positieve recht. Hun interne regelingen mogen daar mee niet op gespannen voet staan
Interne regelingen kerkgenootschappen heeft een hogere juridische status. De rechter laat het 'interne kerkrecht' minder snel buiten toepassing. Ze hebben inrichtingsvrijheid volgens de GW. -
Interpretatiemethoden Grammaticale/Wetshistorische Systematische
Grammaticale interpretatiemethoden wordt getracht om de letterlijke of gebruikelijke betekenis van een bepaalde term te achterhalen. Dat gebeurt dmv een taalkundige analyse. (kan ook verduidelijkt worden in een arrest).
Wetshistorische interpretatiemethode
Er wordt na gestreefd om de bedoeling te achterhalen die de wetgever had op het moment van het vaststellen van de wettelijke regeling. Dmv raadplegen parlementaire geschiedenis.
Systematische interpretatiemethode: houdt in dat de wettelijke bepaling waarvan een bepaalde term moet worden geïnterpreteerd, wordt geplaatst binnen een groter geheel van wettelijke bepalingen die alle over hetzelfde onderwerp of dezelfde thematiek gaan. -
Teologische of doelgerichte interpretatiemethode/ Arrest
Wordt gekeken naar de functie die de bepaling zou moeten vervullen in de huidige maatschappelijke context. Bij deze interpretatiemethode richt men zich op het bereiken van een oplossing die maatschappelijk gezien bevredigend is. Elektriciteitsarrest -
1.1 Rechtstaat
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Nederland is een rechtsstaat. Welke kenmerken kent een rechtstaat?
- Grondrechten
- Legitimiteitseis
- Trias politica
- Iedereen heeft zich te houden aan de hier te lande geldende wettelijke regelingen
- Onafhankelijke rechters
- Personen of organisaties die strafbare feiten hebben begaan, kunnen vervolgd worden door het OM, en bestraft door de rechter.
- Rechtszekerheid
- Grondrechten
-
Nederland is een rechtsstaat, wat enkele kenmerken heeft. Ten eerste hebben burgers bepaalde grondrechten. In de Grondwet wordt er onderscheid gemaakt tussen klassieke en sociale grondrechten. Wat houdt dit verschil in?
- Klassieke grondrechten = fundamentele rechten waar de overheid in beginsel geen inbreuk mag maken
- Sociale grondrechten = verplichtingen voor de overheid om actief op te treden ten behoeve van de welvaart en welzijn van haar burgers
- Klassieke grondrechten = fundamentele rechten waar de overheid in beginsel geen inbreuk mag maken
-
Ten tweede is een kenmerk van de rechtsstaat legitimiteitseis. Wat houdt dit in?
- Legitimiteitseis = de rechtsstaat beschermt de burgers tegen de overheid; overheidsoptreden dient een wettelijke grondslag te hebben, bevoegd door de wetgevende instantie.
- Legitimiteitseis = de rechtsstaat beschermt de burgers tegen de overheid; overheidsoptreden dient een wettelijke grondslag te hebben, bevoegd door de wetgevende instantie.
-
Wat houdt het vierde en vijfde kenmerk in?
- Iedereen heeft zich te houden aan de hier te lande geldende wettelijke regelingen. Daarnaast - volgende kenmerk = kunnen burgers en particuliere organisaties zich wenden tot een onafhankelijke rechter.
- Iedereen heeft zich te houden aan de hier te lande geldende wettelijke regelingen. Daarnaast - volgende kenmerk = kunnen burgers en particuliere organisaties zich wenden tot een onafhankelijke rechter.
-
Wat houdt het zesde kenmerk in?
- De wettelijke regelingen moeten voldoende rechtszekerheid bieden
- De wettelijke regelingen moeten voldoende rechtszekerheid bieden
-
1.2 Positief- en natuurrecht
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen positief recht en natuurrecht. Wat houdt positief recht in?
- Algemene, voor herhaalde toepassing vatbare, normen die op een bepaald tijdstip en binnen een bepaald territorium gebied gelden en waarvan de naleving kan worden afgedwongen via een rechter.
- Deze rechtsnormen zijn onder meer in wetten neergelegd, maar ook in een aantal andere rechtsbronnen; verdragen, jurisprudentie en ongeschreven recht.
- Algemene, voor herhaalde toepassing vatbare, normen die op een bepaald tijdstip en binnen een bepaald territorium gebied gelden en waarvan de naleving kan worden afgedwongen via een rechter.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden