Codificatie in Italie - Feodaliteit, belening en leenrecht

17 belangrijke vragen over Codificatie in Italie - Feodaliteit, belening en leenrecht

Wat wordt verstaan onder de intrede in de vazaliteit?

De overeenkomst dat de gewone man zijn beschermheer in krijgsdienst zal volgen en deze beschermheer zijn vazal alle nodige bescherming zal geven.

Wat verstaat men onder een vazal?

De persoon die bescherming krijgt van een heerser door zijn intrede in de vazalliteit.

Hield de vazal altijd zijn feodale verplichtingen?

de vazal is diensten aan de heer verplicht, maar ze konden afgekocht worden in de vorm van gefixeerde vergoedingen.  Hij moest betalen voor de grond om de verplichtingen af te kopen, maar het bedrag werd na verloop van tijd nihil, zodat de grond eigenlijk gratis in gebruik was.
de rechten die de vazal had, geven de status. De verhouding werd geprivatiseerd.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Met welke constructie uit het Romeinse recht vertoont het beneficium veel overeenkomsten?

Vruchtgebruik

Welke soorten leen zijn te onderscheiden?

adelijke -  niet adelijke
deelbare - niet deelbare
vrij - gebonden
hoofdlenen - achterlenen
kwade - goede

Doel van de Frankische koningen

Zoveel mogelijk militaire aanhang verwerven in ruil voor levensonderhoud (voeden aan tafel), evt. ook vee.
Later ook stuk grond van magnaat aan vazallen ter beschikking (beneficium = weldaad).

Welke plichten had een leenheer tegenover zijn leenman?

Verplicht in levensonderhoud van leenman te voorzien, eerst door voeding, toen ter beschikking stellen van vee, later het in bruikleen geven van grond.

Wat is de naam van de bekende Milanese kenner van het leenrecht?

Oberto de Orto

Welke plichten had de leenman tegenover zijn leenheer?

Zworen trouw aan leenheer en voerden samen met hem oorlog.

Wie schreef de eerste verhandeling over het leenrecht?

Milanese kenner van het leenrecht Oberto de Orto in de twaalfde eeuw.

Hoe kon het leenstelsel zo verspreid raken over west Europa?

Karel de Grote had de macht over een groot deel van West en Midden Europa. In776 voerde hij het in Italie in. Er ontstond een leenpiramide omdat de beneficium steeds verder door geleend werden (achterleenmannen). Er kwam daardoor bijna geen eigendom meer voor, alle grond maakte deel uit van leenrechtelijke betrekkingen nule terre sans seigneur. De grote leenmannen gingen hun lenen op den duur als eigendom beschouwen, zij ontwikkelden zich tot landsheren, hoewel de grond van de keizer van het Helige Rommse Rijk of de Koning van frankrijk was.

Hoe staat de eerste verhandeling over het leenrecht bekend en in welke verzameling werd zij opgenomen?

Het Langobardische leenrecht dat was opgetekend in het Libri Feudorum, die als aanhangsel aan de Middeleeuwse handschriften van het Corpus Iuris Civilis werd toegevoegd.

De vazal had een stuk grond van de leenheer in gebruik. Was dit zijn eigendom?

nee, het was in bruikleen. Na de dood van de vazal (manval) verviel het beneficium aan de leenheer. Het was als het vruchtgebruik uit het romeinse recht (ususfructus). Het lukte de leenmannen al snel om het vruchtgebruik erfelijk te maken.

Welke soort leenrecht staat in de verhandeling, het langobardische leenrecht, beschreven?

De gedachten van vazalliteit, van onderworpenheid aan de heer.

Waarom zijn er altijd minder 'spillelenen' dan 'zwaardlenen'?

De band tussen het leenstelsel en het krijgswezen bracht met zich mee dat lenen in beginsel slechts in de mannelijke lijn konden vererven, de zogeheten zwaardlenen. Lenen die ook in de vrouwelijke lijn konden vererven, de spillelenen, kwamen minder vaak voor, omdat de mogelijkheid van vererving op vrouwen uitdrukkelijk bij de uitgifte van het leen moest zijn vastgesteld.

Aan wie kwam volgens de feodisten, de bestuurders van het leenrecht, het dominium directum toe en aan wie het dominium utile?

Dominium diectum: leenheer

Dominium utile: leenman

Leenrechtelijk ius commune

- op basis van Langobardisch leenrecht
- opgetekend in Libri Feudorum:
- als aanhangsel aan MEse handschriften van CIC toegevoegd: terminologie:
  • feodisten = continentale beoefenaren van het leenrecht
  • dominium directum = recht leenheer = juridisch eigendom
  • dominium utile = recht leenman = economische eigendom

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo