Cessie - Cessie 375-395

9 belangrijke vragen over Cessie - Cessie 375-395

Wat was het principiële dogma in het Romeinse recht ten aanzien van res incorporales? Noem de rechtsgeleerde aan wie deze uitspraak toe te schrijven is. Wat was de klassiek Romeinse oplossing voor dit probleem? Welke problemen waren met deze klassieke oplossing verbonden?

Verbintenissen lenen zich door hun persoonlijke aard niet voor eigendomsoverdracht. Gaius. Schuldvernieuwing (novatio). (1) Debiteur ging niet akkoord; (2) Accessoire rechten gaan teniet.

Tussen welke soorten zaken maakte het Romeinse Recht onderscheid? Noem twee species van (1). Wat is een zaak? Wat wordt bedoeld met (2)? Welke onderscheid kan ten aanzien hiervan nog worden gemaakt?

(1) Res corporales en (2) res incorporales. Roerende en onroerende zaken. Alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2 BW). Vermogensrechten. (1) Zakelijke rechten op een zaak; (2) Persoonlijke rechten tot een zaak.

Welke actie had de cessionaris in het Romeinse Recht jegens de debitor cessus? Wat kon de debitor cessus aan iemands procurator/cessionaris vragen om er zeker van te zijn, dat hij bevrijdend had betaald?

Actio utilis. Zekerheid: cautio rem ratam dominium habiturum.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De onoverdraagbaarheid van persoonlijke vorderingen moest in het klassieke Romeinse recht worden opgelost door middel van novatio. Via welke overeenkomst werd hier uiteindelijk een oplossing voor gevonden? Welke problemen waren inherent aan deze overeenkomst?

Mandatum: Cessiemandaat (procuratio in rem suam). (1) Ging teniet door dood contractspartij; (2) Debitor cessus kan nog steeds bevrijdend betalen aan cedent (tot denuntiatio / litis contestatio / gedeeltelijke betaling).

Wat is de functie van de mededeling (denuntiatio) in het Romeinse recht? Leg uit.

Het goederenrechtelijk effect. Voor denuntiatio kan de debitor cessus bevrijdend betalen aan de cedent.

Romeins recht. Op welke wijzen gaat de eigendom van de verbintenis over in het vermogen van de cessionaris? Noem de herkomst van deze wijzen van eigendomsoverdracht.

(a) denuntiatio; (b) litis contestatio; (c) gedeeltelijke betaling. C. 8,41(42),3

Romeins recht. A cedeert zijn vordering op B aan C. Vervolgens cedeert A zijn vordering nogmaals op D. D doet mededeling aan B. C doet mededeling aan B. Wie is eigenaar van de vordering? Tot wanneer kan B bevrijdend betalen aan A?

D. Mededeling.

Voetius was tegenstander van de mededeling als constitutief vereiste van eigendomsoverdracht van een vordering. Wat stelde hij voor?

Cessieovereenkomst geldt als levering.

Eigendomsoverdracht van vermogensrechten zoals voorgesteld door Voetius. A cedeert zijn vordering op B aan C. A cedeert zijn vordering nogmaals aan D. D doet mededeling aan B. C doet mededeling aan B. Wie is eigenaar geworden van de vordering? Welk Romeins adagium hangt hiermee samen? Waar is dit systeem daadwerkelijk ingevoerd?

C. Nemo plus iuris ad alium transferre potest quam ipse haberet. OBW.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo