De totstandkoming van obligatoire overeenkomsten - Dwaling
4 belangrijke vragen over De totstandkoming van obligatoire overeenkomsten - Dwaling
Wanneer spreekt men van dwaling? Welk begrip is hierbij van cruciaal belang?
Aan welke voorwaarden moet worden voldaan wanneer een beroep op dwaling kan slagen?
1. Causaal verband tussen dwaling en de totstandkoming van de overeenkomst
2. de dwaling moet vallen onder een of meer van de rubrieken a, b, en c genoemd in art. 6:228 (zie hieronder)
- een inlichting van de wederpartij
- ongeoorloofd zwijgen door de wederpartij
- wederzijdse dwaling
3. kenbaarheid
4. geen uitsluitend toekomstige omstandigheid
5. de dwaling komt niet voor rekening van de dwalende
- de aard van de overeenkomst
- de in het verkeer geldende opvattingen
- de omstandigheden van het geval
Wat zijn de eerste vier vereisten waarop een beroep voor dwaling zal slagen? Al deze vragen moeten positief beantwoord worden
2e. Heeft de onjuiste voorstelling van zaken betrekking op de omstandigheden die voor de dwalende van doorslaggevende betekenis zijn? Criterium, zou de overeenkomst zonder dwaling niet of niet op dezelfde voorwaarden zijn gesloten.
3e. Valt de dwaling onder een of meer van den onderdelen genoemd in art 6:228 eerste lid?
4e. Heeft de wederpartij begrepen of moet begrijpen dat de omstandigheden waaromtrent wordt gedwaald voor de ander van doorslaggevende betekenis zijn?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Na het positief beantwoorden van de vier vereisten voor dwaling komen er nog twee vragen die negatief beantwoord moeten worden welke twee vragen zijn dat?
2e. Komt de dwaling in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeerd geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de gedwaalde?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden