Startpagina / Samenvattingen / Hoofdstukken vermogensrecht / pandhouder-beschermd-pandrecht

Pand en Hypotheek - Pandrecht

5 belangrijke vragen over Pand en Hypotheek - Pandrecht

Op wat voor goederen kan pandrecht worden gevestigd?

Op alle andere goederen dan registergoederen, althans voor zover ze overdraagbaar zijn (3;228 en 3;83)

Wat zijn de verplichtingen van een pandhouder?

Bij vuistpand moet pandhouder zorg voor de zaak dragen 3;243, als hij dat niet doet kan hij worden verplicht het goed terug te geven 3;257
Uitkering van het overschot van de opbrengst na executoriale verkoop 3;253
Bij tenietgaan pandrecht de feitelijke macht weer aan de pandgever doen toekomen 3;256

A leent 10 000 aan B. In de akte van geldlening wordt het beding opgenomen dat uitsluit dat A de vordering zal leveren aan derden. Kan A een pandrecht vestigen op zijn vordering op B?

Zie art. 3:228 jo. Art. 3:83 BW de vereiste van het pandrecht is dat het overdraagbaar moet zijn, dat is in deze niet het geval. Pandrecht kan niet gevestigd worden.

Op welke wijze wordt pandrecht beschermd (3e bescherming)

Aan alle vestigingsvereisten wordt voldaan behalve beschikkingsbevoegdheid
Er is sprake van vuistpand (stil pand wordt niet beschermd)
De pandhouder is te goeder trouw

art 3;238

Hoe wordt openbaar pand (vordering op naam) beschermd?

Er moet sprake zijn van openbaar pand (stil pand niet beschermd)
Pandhouder moet op moment van mededeling te goeder trouw zijn
Beschikkingsonbevoegdheid moet voortvloeien uit ongeldigheid vroegere overdracht
Onbevoegdheid niet het gevolg van onbevoegdheid toenmalige vervreemder (dus gebrek in titel of levering)

art. 3;88 jo. 3;239 lid 4

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Hoofdstukken vermogensrecht | 9789013140828

Bekijk samenvatting