Rechten van de schuldeiser bij niet-nakoming door de schuldenaar - Niet-toerekenbare tekortkoming
8 belangrijke vragen over Rechten van de schuldeiser bij niet-nakoming door de schuldenaar - Niet-toerekenbare tekortkoming
Wanneer kan een schuldenaar aantonen dat de tekortkoming niet aan hem toe te rekenen valt?
- Zijn schuld (is hij zorgvuldig geweest 6;27)
- De wet
- Gedragingen hulppersonen is de schuldenaar op gelijke voet voor verantwoordelijk (moeten wel geholpen hebben bij uitvoering) 6;76
- Ongeschikte zaken 6;77, de zaak werd gebruikt bij uitvoering van de verbintenis, was de zaak algemeen geschikt (zou hij het normaal wel naar behoren doen in eenzelfde situatie)
- De rechtshandeling (was de toerekening uitgebreid of beperkt)
- De in het verkeer geldende opvattingen, waren de omstandigheden voorzienbaar
Wanneer is iemand niet door zijn schuld aansprakelijk voor de tekortkoming?
Wanneer spreken we van een blijvende onmogelijkheid en wat is het gevolg daarvan?
- Iedere door de verbintenis toegelaten wijze van nakoming verhinderd zijn (onmogelijkheid van de nakoming)
- De tekortkoming ook later niet meer door een nadere nakoming kan worden geheeld (blijvende karakter onmogelijkheid)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe kan uit de door partijen gesloten overeenkomst volgen of de tekortkomijng al dan niet moet worden toegerekend aan de schuldenaar?
- UItgebreid
- ingeperkt
Wanneer kan uit de in het verkeer geldende opvattingen volgen dat de schuldenaar de tekortkoming toegerekend kan worden?
- Wanneer de schuldenaar de nodige bekwaamheid mist is dat voor diens risico
- Wanneer een belemmering heeft opgetreden die de schuldenaar heeft voorzien of had behoren te voorzien
- Waanneer de schuldenaar financieel niet in staat is de verbintenis na te komen
Wanneer wordt een uitzondering gemaakt op het ontslag van de verplichting van de schuldenaar om de uit de tekortkoming voortvloeiende schade te vergoeden?
Wat is het gevolg van geslaagd beroep op overmacht en kent dit een uitzondering?
A verkoopt aan B een schilderij dat een waarde heeft van 40000 voor 20 000. A had het schilderij tegen diefstal verzekerd bij C. Enige dagen voor de aflevering wordt het schilderij gestolen uit het huis van A. Doordat A zijn inboedel te laag had verzekerd bedraagt zijn vordering op de verzekeraar slechts 30 000. B die de koopprijs nog niet had voldaan, ontbindt de koopovereenkomst en vordert schadevergoeding. Hoe zal het een en ander met toepassing van art. 6:78 worden afgewikkeld?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden