Samenvatting: Hoorcollege 1 Schets Van Het Verenigingen- En Stichtingenrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoorcollege 1 Schets van het verenigingen- en stichtingenrecht
-
1 Schets van het verenigingen- en stichtingenrecht Week 1
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een rechtspersoon, zoals opgenomen in art. 2:5 BW, dat als organisatorische eenheid wordt gezien?
Eenheid die net als een mensdrager is van rechten enverplichtingen en met zijn vermogen verantwoordelijkheid draagt voor zijnverplichtingen -
Wat is de interne/organisatorische kant van Vereniging en Stichting, een rechtspersoon? Denk aan de vergelijking met het menselijk lichaam. En hoe functioneren deze kanten, waardoor er dingen gebeuren binnen de rechtspersoon.
De interne/organisatorische kant van een rechtspersoon zijn organen, organisatie die op eigen terreinbevoegd is besluiten te nemen. Elkorgaan heeft eigen taak enbevoegdheden -
Wat is de Externe kant van een Vereniging /Stichting?Welke mogelijkheden biedt deze externe kant? En wie staat er aan het hoofd?
Naar buiten toe/ om aan heteconomische verkeer te kunnendeelnemen :vertegenwoordiging door een of meerdere natuurlijke personen. -
Welke 5 Rechtspersonen in Boek 2 BW (art.2:2 en 3 BW)?
- Kerkgenootschappen (geregeld door eigen statuten)
- Vereniging
- Cooperatie/ onderlinge
waarborgmaatschappij - NV/BV
- Stichting
- Geregeld door Boek 2 BW, statuten, regelementen, besluiten, en redelijkheid en billijkheid (art. 2:8 BW) = interne/
organisatierecht .
-
Wat zijn de materiele kenmerken van een Vereniging, zoals opgenomen in (art. 2:26 BW)?
Vereniging : (art.2: 26BW ) het hebben van leden en een algemene vergadering en een doel dat nietcooperatief is en niet het verdelen van winst onder leden. -
Wat zijn de materiele kenmerken van een Stichting, zoals opgenomen in (art. 2:285 BW)?
Stichting: (art. 2: 285 BW) afwezigheid van leden (algemene vergadering) en niet als doel het doen van uitkeringen aan oprichters en anderen, tenzij wat deze laatsten betreft de uitkeringen een sociale of ideele strekking hebben. -
Wat zijn de consequenties van een inschrijving van een vereniging? Noem de 3 punten.
- De
rechtspersoonlijkheid ontstaat bij de oprichting, niet de inschrijving. - formele verenigingen moeten ingeschreven worden in het
handelsregister . Zolang de eerste inschrijving er niet is zijn de bestuurders aansprakelijk (zie art: 2:29 lid 2BW ) - Informele verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid kunnen ook ingeschreven worden in het handelsregister (zie art. 2:30
BW ) zij zijn beperkt aansprakelijk.
- De
-
Oprichting en Inschrijving van een Stichting? Noem de 5 punten.
- 1 oprichter volstaat
- Altijd oprichting bij
notariele akte onder levenden of bij testament, zie artikel 2:286 lid 4BW - Een erflater kan bij dezelfde akte waarmee hij de stichting heeft opgericht deze stichting tot erfgenaam maken. (art. 4:135 BW) Als de erflater anders dan bij notariele akte gemaakte uiterste wilsbeschikking verklaard een stichting in het leven te willen roepen dan moeten de gezamelijke erfgenamen dat doen en de rechtbank kan dat afdwingen. Art. 4:135 lid 3 BW.
- Inschrijving in
Handelsregister verplicht - aansprakelijkheid desbetreffende bestuurders voor schulden uit periode voor eerste inschrijving (art. 2:289 lid 2
BW )
-
Wat zijn de bevoegdheden van de Algemene Ledenvergadering?
- Benoeming en ontslag van tenminste de helft van de bestuurders
- Rekening en verantwoording afnemen van het bestuur
- Wijziging van de statuten, ontbinding, fusie en splitsing (allen met 2/3 meerderheid tenzij..);
- Restbevoegdheid (art. 2:40 BW)
- Benoeming en ontslag van tenminste de helft van de bestuurders
-
Door wie wordt de Algemene Ledenvergadering bijeengeroepen?
- In principe door het bestuur;
statutair kunnen ook anderen worden aangewezen. - De leden die minstens 1/
10e van de stemmen kunnen uitbrengen of zoveel minder alsstatutair bepaald kunnen het bestuur verzoeken eenalv bijeen te roepen. Indien het bestuur hier geen gevolg aan geeft binnen 2 weken, kunnen de leden het zelf doen (art. 2:41 lid 2BW ) - De
bijeenroeping kan elektronisch plaatsvinden als het lid ermeeinstemt (art. 2:41 lid 5BW )
- In principe door het bestuur;
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden