Samenvatting: Hoorcollege 3 Expertise Ontwikkeling

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoorcollege 3 Expertise ontwikkeling

• 1 Hoorcollege

  Dit is een preview. Er zijn 39 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het onderscheid tussen proficiency model, evidence model, en taks models?

  Proficiency model: het te meten construct > wat je daadwerkelijk wilt meten in een toets, werkplek, of de leeromgeving. Soms wordt dit weergegeven in bepaalde deelconstructen, zoals kennis, vaardigheden en houdingen.
  Evidence models: wordt het construct daadwerkelijke gemeten met de assessment? Bewijs leveren dat de score daadwerkelijk iets zegt over het construct. De evidence rules zijn dan bijvoorbeeld de scoringsmodellen, met een bepaalde weging. Met Stat model wordt het statistische model bedoeld, zoals een factoranalyse. Daarmee wordt de evidentie daadwerkelijk geleverd.
  Task model: dit is de assessment zelf, die de lerende uitvoert.

• Wat heeft Germian (2006) gedaan?

  Hij heeft een vragenlijst opgesteld waarmee hij expertise in het algemeen wil meten. Hierbij heeft elf vragen opgesteld, de eerste vijf zijn vrij objectief, maar de laatste zes geven aardig een aanname van persoonskenmerken van een expert.
  Generalized Expertise Measure (GEM)

• Wat is het onhandige aan de vragenlijst van Germain (2006)?

  Het meet expertise heel globaal, terwijl expertise vaak domein specifiek is, wat je ook niet goed zonder dat domein kan meten. Daarom is het überhaupt lastig om overeenkomstige kenmerken van experts te noemen.

• Wat houdt het expertise onderzoek van Galton in?

  Galton heeft een traditioneel onderzoek gedaan naar expertise, waarbij hij bij een groep Engelse wetenschappers van gegoede stand heeft gekeken naar hun overeenkomstige kenmerken. Dit zouden dan kenmerken van experts zijn. Het ging hierbij vooral om nurture kenmerken: afkomst, hoeveel kinderen etc. Te raden valt dat er veel bias in het onderzoek zat, bijv. alleen maar mannelijke deelnemers. Gemeenschappelijke kenmerken die hij had gevonden: energie hebben, aangeboren bekwaamheid, inspanning willen leveren als persoonseigenschap (motivatie).

• Wat heeft expertise onderzoek te maken met eugenetica?

  Het onderzoek van Galton heeft de inspiratie geleverd voor de rassenleer, en geleid tot bijv WOII. Tegenwoordig weten we dat expertise voor 67% aangeboren is, maar dat het milieu waarin we opgroeien ook van invloed is. Het onderzoek van Galton heeft ook geleid tot het ontwikkelen van de eerste intelligentietest (Charles Speare).

• Wat houdt de 10.000 uren norm in?

  Ericsson heeft juist een nurture theorie over expertise ontwikkeld, waarbij je alleen een expert kan worden door 10.000 uur te oefenen op een bepaalde vaardigheid/domein.

• Waar ging het onderzoek van Adriaan de Groot over?

  De Groot heeft expertise onderzoek op het gebied van schaken gedaan, waarbij hij onderscheid heeft geprobeerd te maken tussen experts en niet-experts. Daarvoor gebruikte hij de hardop denken methode, en eye-tracking.

• Wat bleek uit het onderzoek van De Groot?

  Uit het onderzoek bleek dat experts beter zijn in het genereren van betekenisvolle patronen, maar alléén als de onderzoekssituaties authentiek waren. Het onderzoek is gerepliceerd, dus daarmee zeer betrouwbaar.

• Met welk ander onderzoek heeft het herkennen van betekenisvolle patronen te maken?

  Dit heeft te maken met het geheugen, mensen kunnen maar gemiddeld zeven eenheden tegelijk onthouden, ook wel chunking genoemd (Miller).

• Wat was het interessante aan het onderzoek van De Groot?

  Dat het niet alleen om kenmerken van expertise ging, maar ook over het proces van expertise, namelijk het herkennen van patronen.