Samenvatting: Hoorcollege 5: Neuropsychologische Diagnostiek
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoorcollege 5: Neuropsychologische diagnostiek
-
1 Hoorcollege 5: Diagnostiek voor de klinische praktijk Neuropsychologische diagnostiek
-
Uit welke vijf fases bestaat de empirische cyclus eruit en wat heeft neurologische diagnostiek hiermee te maken?
Ze komen erg overeen
• Formuleren van hypothesen=inductie
• Formuleren vantoetsbare voorspellingen
• Kiezen van instrumenten
• Vaststellentoetsingscriterium
• Afname en verwerking instrumenten
• Evaluatie en bevestiging ofweerleging hypothesen -
Hoe begin je met het formuleren van hypothesen?
• Normale veroudering
• Neurodegeneratie (dementie)
Stemming (depressie)
• Medicatie
• Middelengebruik
• Somatische ziekte
• Persoonlijkheid
• Etc… (houd je ideeën open) -
2 H3 Anamnese en heteroanamnese
-
Wat betekent anamnese en wat kan je ermee bereiken in de diagnostiek?
= Informatie vooraf geeft richting aan (hetero)anamnese (hetero=omgeving) en zorgt dat je een geheel plaatje kan vormen over de cliënt
Doel anamnese
• Gegevens verkrijgen over aard, ernst en beloop klachten
• In groter verband – context – plaatsen van klachten, ‘wat is er nog meer aan de hand?’
• Indruk pre-morbide functioneren cognitief, privé, werk en sociaal
• Werkrelatie opbouwen
• Observatie -
2.1 cognitieve functies
-
Wat wordt verstaan onder cognitieve functies bij neuro-psychologische diagnostiek?
• Tempo (hoeveel tijd nodig heeft om informatie te verwerken)
• Aandacht
• Executieve functies (zelfstandig functioneren)
• Geheugen
• Taal
• Waarneming
• Visuo-constructie
• Sociale cognitie (theory of mind)
• En verder… -
Waarom maakt Witlox een vergelijking met spotlight op theater met betrekking tot neuro-psychologische diagnostiek bij cognitieve functies?
Heel fel licht of heel erg gedempt juist. Kan je het volgen van de hoofdrolspeler (tempo). Het is een metafoor van intensiteit en tempo van cognitieve. -
Wat wordt met de cognitieve trail making test gedaan?
Cijfers met letters combineren (1 met A). Het is ook een observatie moment hoe een persoon dit doet. -
Wat wordt erop cognitieve functies getest bij de Stroop Kleur Woord test?
Eerst alleen kleuren, dan alleen woorden en dan gecombineerd en moet je de kleur noemen ipv woord. In het westen zijn wij erg gericht op lezen dus dit gaat automatisch en het gaat erom dat je dit moet inhiberen om kleur te kunnen zeggen. -
2.1.1 executieve functies
-
Wat wordt bedoeld met executieve functies bij cognitief functioneren in neuropsychologische diagnostiek?
• Paraplubegrip
=Basale cognitieve functies zoals executieve controle aandacht (concentratie), inhibitie, werkgeheugen en cognitieve flexibilteit.
• Hogere controle functies zoals initiatief, planning, strategie
(zelfstandig functioneren) -
Hoe test je executieve functioneren? Waar moet je rekening meehouden als je executieve functioneren test?
- Wisconsin card sorting test, je moet sorteren bij kleur, aantal en vorm
- Jij als onderzoeker geeft al een structuur.
-
2.1.2 geheugen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt bedoeld met Geheugen in cognitief functioneren bij neuropsychologische diagnostiek?
• Oriëntatie, geheugen (impliciet/expliciet, semantisch/ episodisch, verbaal/visueel)
• Voorbeelden: 15 WT, WMS IV, RBMT (stuk navertellen uit krant)- episodisch: impliciet: info aanbieden en later weer naar vragen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden