Samenvatting: Hoorcollege Mariene Wetenschappen I

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoorcollege Mariene Wetenschappen I

• 2 Hoorcollege 1

  Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat bepaalt de aanwezigheid van water?

  Na de Big Bang moest alles afkoelen (1 sec), hierdoor ontstonden protonen en elektronen en hierdoor vormden elementen zoals waterstof. De gaswolken klonteren samen tot sterren.

• Kaptein James Cook

  Hij maakte een kaart van Hawaii en van nieuw Zeeland. Ook ontdekte hij dat Venus soms voor de zon staat. Dit gebeurt maar eens in de ong 250 jaar.

• 3 Hoorcollege 2

  Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• 2 typen continentale randen:

  1. Passieve randen: rustig, komt veel voor bij Atlantische kust, weinig activiteit van vulkanen en aardbevingen
  2. Actieve randen: onrustig, komt veel voor bij de Pacifische kust, komt voor bij randen van convergerende platen, veel vulkaan en aardbevingen activiteit.
     

• Continentale shelf/plank

  De ondiepe ondergedompelde rand van het continent.

• Continentale slopes/hellingen

  De overgang tussen de continentale plank en de diepzeebodem.

• Submarine canyons/onderzeese canyons

  Kernmerk van sommige continentale marges. Ze sneden in de continentale plaat en de helling, vaak eindigend op de diepzeevloer in een waaiervormige wig van sediment. Het lijkt wel de uitmonding van een rivier onder water.

• Hoe weten we hoe de oceaan bodem eruit ziet?

  
  Door de bodem te meten. In het begin gingen ze een touw laten zakken van 2 km lang met een gewicht eraan. Toen er geavanceerde technieken kwamen, gingen ze gebruik maken van: 
  

  • Echo -> geluid kaatste terug, sonar.
  • Multi beam -> meerdere schepen naast elkaar met sonar en met de hoek van terugkaatsing konden ze de textuur bepalen.
  • Satellieten -> wateroppervlakte bekijken en meten zoals de hoogte van het zeeniveau. Ze konden ook de dikte van het ijs meten. Sommige plekken hadden minder water door de verdeling van de zwaartekracht. Plekken met land hadden een sterkere aantrekkingskracht dan oceanen. Het verschilde heel erg.
    

• 4 Hoorcollege 3

  Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Density/dichtheid/p

  De dichtheid van de oceaan heeft een bereik van 1021 tot 1070 kg/m3. De dichtheid is hoger dan helder water (1000 kg/m3) doordat er geen stoffen zijn opgelost.

• 5 Hoorcollege 4

  Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
  Laat hier meer flashcards zien

• Inter Tropical Convergence Zone (ITCZ)

  Seizoenale variatie in de verstoring van hoog en lage lucht druk systemen.

• 6 Hoorcollege 5

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
  Laat hier meer flashcards zien

• Intertropical convergence zone (ITCZ)

  Het gebied bij de evenaar waar de passaatwinden covergeren. De ITCZ ligt vaak op of vlakbij de meteorologische evenaar, ook wel doldrums. De band rond de evenaar die meeschuift, vooral bij de lage drukgebieden. Hij verschuift verder over land dan over water. De Hadley cellen schuiven mee, dus ook de passaatwinden.