Consumentengedrag - Hoe beslist de consument? Consumentenpsychologie - Motivatie
3 belangrijke vragen over Consumentengedrag - Hoe beslist de consument? Consumentenpsychologie - Motivatie
Welke 2 systemen heb je en bij welke involvement horen ze?
Systeem 1 -> low involvement (bv. Wc rol kopen)
Systeem 2 -> high involvement (bv. Huis kopen)
Systeem 2 -> high involvement (bv. Huis kopen)
Welke kenmerken behoren bij de 2 systemen (low involvement) (niet letterlijk leren)
Systeem 1: automatisch, snel, weinig inspanning, emotioneel, impulsief.
Systeem 2: minder automatisch, trager, meer inspanning.
Systeem 2: minder automatisch, trager, meer inspanning.
Met systeem 1 maak je meer gebruik van heuristieken (mental shortcuts, bv 1,99 ipv 2,00), van welke 3 heuristieken kan er sprake zijn?
1. Framing: Anders reageren simpelweg omdat zelfde informatie anders gepresenteerd is. (vb. Contains 20% <> 80% fat free)
2. Processing fluency: hoe makkelijk/moeilijk informatie te verwerken is (ook al is het niet relevant), beïnvloedt beslissingen. & verandert perceptie (vb. Google <> andere niet overzichtelijke zoekmachine)
3. Availability: evaluaties en beslissingen baseren op wat eerst in je opkomt/ wat beschikbaar is in je omgeving -> hoeft niet de beste keuze te zijn (vb. Heineken in vliegtuig)
2. Processing fluency: hoe makkelijk/moeilijk informatie te verwerken is (ook al is het niet relevant), beïnvloedt beslissingen. & verandert perceptie (vb. Google <> andere niet overzichtelijke zoekmachine)
3. Availability: evaluaties en beslissingen baseren op wat eerst in je opkomt/ wat beschikbaar is in je omgeving -> hoeft niet de beste keuze te zijn (vb. Heineken in vliegtuig)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
