Inleiding bewijsrecht

7 belangrijke vragen over Inleiding bewijsrecht

Wanneer is het bewijsrecht alleen aan de orde?

Het bewijsrecht is alleen aan de orde bij text-decorationbetwiste feiten (art 149 lid 1, tweede zin Rv). Een procespartij moet goed opletten of feiten voldoende zijn betwist. text-decorationAls niet voldoende is betwist staat het feit vast. Dit is de 2e uitzondering van 149. 

Art. 149 lid 1 Rv kent nog een voorbehoud, welke?

Rechtsgevolgen die niet ter vrije bepaling van partijen staan. Partijen hebben dus een beperkte mate van vrijheid. Bij bepalingen niet ter vrije bepaling van partijen gaat het bijvoorbeeld om kwesties van openbare orde op het vlak van personen en familierecht. Ook in de bewijsovereenkomst en arbitrageovereenkomst komen deze woorden terug (zie art 153 en 1029 lid 3 Rv). Bij de bewijsovereenkomst zijn partijen bevoegd afspraken te maken over bewijs en dus is het in beginsel mogelijk dat wordt afgeweken van het wettelijk systeem van bewijsrecht. Een voorbeeld van een dergelijke afspraak is dat bepaalde bewijsmiddelen buiten beschouwing worden gelaten. 

Voorbeeld algemene ervaringsregel: HR: Staat/Delta Lloyd, NJ 1992,619, leg uit? 

Jongens van 19 jaar zijn op stap, minimaal 30 bier pp. Ze rijden in de auto 150 km terwijl ze 80 mogen. Een van de jongens trekt aan het stuur, niet de bestuurder. HR: Hof heeft als algemene ervaringsregel moeten aannemen dat onder deze omstandigheden (veel drank en gezamenlijk op weg in een autorit) roekeloos gedrag viel te verwachten= ervaringsregel van algemene bekendheid. 

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoeveel mate van zekerheid eis je dan als rechter? 

Hangt ervan af van de ingrijpendheid van je beslissing. De rechter die een verzoek tot conservatoir beslag beoordeeld stelt andere eisen aan het bewijs dan een rechter die oordeelt in een lange bodemprocedure. In civiele zaken zijn de eisen minder streng dan in strafzaken (= de overtuiging hebben bekomen, 338 Sr). 

Arrest Tankink/Hartmann NJ 1999,496

Gaat (materieelrechtelijk) over gebruik handelsnaam. Afspraak opgenomen door Tankink. Tankink vraagt aan Hartmann toestemming om de band aan de rechter te laten zien. Volgens de HR -r.o. 3.7- is voor het inbrengen van bewijs geen toestemming van de wederpartij en van de rechter nodig. Tankink had bewijs in geding moeten brengen. Bewijs kan geleverd worden door alle middelen. Tankink had gewoon moeten deponeren bij de griffie. Kortom 152 lid 1 bewijs geleverd door alle middelen.

Hoe moet je bewijs waarderen?

Het open systeem van lid 1 moet in verband met art 152 lid 2 Rv worden gezien. De rechter bepaald de waarde van bewijs en is in beginsel vrij. 

De rechter is in beginsel vrij in de waardering van het geleverde bewijs. Maar er zijn uitzonderingen, welke? 

Uitgangspunt is vrije bewijsleer, dus in beginsel door alle middelen en is de rechterin beginsel vrij in de waardering tenzij er een specifieke regel is. Bijvoorbeeld art 157 Rv (authentieke akten hebben dwingende bewijskracht) en art 164 lid 2 Rv (waarde verklaring partijgetuige). Getuigenbewijs en schriftelijk bewijs. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo