Samenvatting: Hoorcolleges Goederenrecht | Dijkstra
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoorcolleges Goederenrecht | Dijkstra
-
1 Verhaal en voorrang algemeen
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Had Walton in het arrest Nebula zijn positie kunnen verbeteren?
Wat had Walton moeten doen op het moment van economische eigendomsoverdracht. Ze hadden een hypotheekrecht moeten hebben om op terug te vallen. Nebula en Walton zouden moeten afspreken: als ik niet een eigendom geleverd krijg als ik er om vraag dan ben je mij een boete verschuldigd van wat het pand ook waard is. En voor die boete vestig je dan een hypotheekrecht. Als je dan met een faillissement te maken krijgt, heb je de mogelijkheid om de boete te verhalen op dat pand. Dan is er nog een andere mogelijkheid, maar die komt in een volgend college.
-
Wat doe je als je verhaal hebt? Situatie: A leent X 20.000, zodat X een auto daarvan kan kopen. X had al een huis en een bankrekening. X betaald A niet terug. Wat nu?
Tussen A en X bestaat een verbintenis. X betaald niet en A heeft automatisch het materiele recht op betaling van 20.000. 3:276 BW zegt dat A kan verhalen op alle goederen van X/schuldenaar. Dus hij kan beslag leggen onder de bank of op het huis. X staat in met zijn gehele vermogen.
-
Uitzonderingen 3:276? Er zijn schuldeisers die zich niet op gehele vermogen de schuldenaar kunnen verhalen of zich helemaal niet kunnen verhalen?
§ Denk aan een natuurlijke verbintenis; iemand die zijn vordering laat verjaren. Het materiele recht is niet weg, maar hij kan niet meer worden afgedwongen.
§ Soms kun je je niet op alle goederen verhalen. Misschien hebben A en X afgesproken dat ze zich niet op elkanders huis zullen verhalen. Of art. 447 Rv: je kunt geen beslag op het bed leggen.
§ Sommige schuldeisers, bijv de fiscus, kunnen soms jouw vermogen uitwinnen voor schulden van je buurman (komt in week 7 aan bod). Het bodemrecht.
§ Retentor: als je een retentierecht hebt kun je je soms op de goederen van een derde verhalen.
-
Voorbeeld voorrecht A en X: B is erbij gekomen met een vordering van 10.000. Stel B heeft het voorrecht ex art. 3:285 Bw i.v.m. reparatie auto. Wie krijgt wat?
B heeft dan een voorrecht en daarom ontvangt B zijn gehele vordering. Het restant ontvangt A.
-
Hoe is de rangorde m.b.t. pand/hyp, bijzondere voorrechten en algemene voorrechten?
> Pand en hypotheek gaan voor voorrecht (art. 3:279 BW)
>Bijzondere voorrechten gaan voor algemene voorrechten (art. 3:280 BW)
>Bijzondere voorrechten op hetzelfde goed staan gelijk in rang (art. 3:281 lid 1 BW)
>Algemene voorrechten nemen onderling rang naar gelang van plaatsing in de wet (art. 3:281 lid 2 BW)
-
Regels van voorrang zijn anders in WSNP, leg uit.
Welk voorrecht je ook hebt, je krijgt twee keer zoveel voldaan als andere schuldeisers.
Aparte in WSNP is dat concurrente schuldeisers al iets betaald kunnen krijgen voordat iets betaald is aan de bevoorrechte schuldeisers. Let op art. 349 lid 2 Fw.!
-
2 Pandrecht; roerende zaken, niet registergoederen en fin.zekerheidsovk.
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe ziet het recht/de verdeling eruit als niemand een speciaal recht/voorrecht heeft?
3:277. Paritas creditorum. Zie hoorcollege 1.
-
Pandrecht is een beperkt recht. De regels van beperkte rechten kun je toepassen op het pandrecht. Geef een voorbeeld van een artikel.
Art. 3:81 BW kan grote gevolgen hebben. Als ik bakstenen lever onder eigendomsvoorbehoud dan begint mijn wederpartij te bouwen. Ze gaan onderdeel uitmaken van een huis, de zaken houden op te bestaan. Het eigendomsrecht waaruit dat pandrecht is afgeleid gaat teniet en dus gaat ook art. 3:81 lid 2, het daaruit afgeleide pandrecht, teniet. Een beperkt recht is afgeleid uit een meeromvattend recht. Op het moment dat er een beperkt recht wordt gevestigd, komt dat deel in handen van iemand anders. Vervalt de rest van het deel, dan vervalt ook het beperkte recht (denk aan de taart).
-
Art. 3:81: teniet gaan van het pandrecht is ook weer niet zo zwart wit, leg uit.
Zaaksvervanging, art. 3:229.Pandrecht blijft bestaan op datgene/die vordering die in de plaats komt van het oorspronkelijke goed. Voorbeeld: als iemand een zaak vernield en pleegt daardoor een onrechtmatige daad en is daarvoor aansprakelijk. In plaats van de zaak heb je nu een vordering op die persoon. Je hebt nu pandrecht op die vordering, daar hoef je verder niets voor te doen. Je hebt een vordering uit onrechtmatige daad en een pandrecht op die vordering.
-
Wat is een voordeel van het pandrecht?
- 3:248 Recht van parate executie. Pandhouder heeft geen executoriale titel nodig om te gaan executeren.
- Je kunt het aan iedere schuldeiser toewerpen, maar ook aan de curator in een faillissement (uitzonderingen bespreken we bij hoorcollege 7 of 8).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden