Samenvatting: Hoorcolleges
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoorcolleges
-
1 Hoorcolleges
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
In welke drie onderdelen kun je sociaalwetenschappelijk onderzoek verdelen?
1. Een vraag
2. Een onderzoeksproces
3. Een antwoord -
Is wetenschappelijk onderzoek altijd waar? Leg uit.
Nee, het is niet altijd waar. Waarheid kan voor iedereen iets anders betekenen. -
Op welke drie manieren kun je antwoord geven op een onderzoek?
Op een beschrijvende, verklarende of voorspellende manier. -
Welke twee soorten bronnen zijn er? Leg uit.
Eerstehands (primaire) bronnen: deze bronnen bestaan uit informatie die je zelf direct hebt verkregen, door bijvoorbeeld observatie.
Tweedehands (secundaire) bronnen: deze bronnen zijn alles wat je weet als deel van je cultuur, opvoeding, tradities, etc. -
Leg uit dat er in de wetenschap gebruik gemaakt wordt van eerstehands bronnen.
In de wetenschap worden empirische onderzoek gedaan. Je produceert dus zelf je bronnen, of laat andere mensen dit doen > direct en indirect. De indirecte waarnemingen zeggen niet gelijk dat het tweedehandsbronnen zijn, want het zijn nog steeds bronnen die zijn verkregen door waarnemingen en ervaringen. -
Wat is de betwiste werkelijkheid?
Met de betwiste werkelijkheid wordt bedoeld dat waarnemingen altijd een beetje subjectief zijn en je nooit objectief naar de werkelijkheid kan kijken omdat je altijd te maken hebt met je persoonlijke 'bril'. Ook betekent het dat veel van onze kennis dus fout of onduidelijk is. -
Geef drie redenen die uitleggen waarom de werkelijkheid complex is.
- De werkelijkheid is multicausaal, dat betekent dat elke onderzoeker een andere oorzaak benadrukt.
- De werkelijkheid zelf heeft een subjectief karakter.
- In de werkelijkheid liggen meningen en feiten dicht bij elkaar. -
Welke fouten maken we, die onze conclusies beïnvloeden? Leg de fouten ook uit.
- Inaccurate observaties (er word niet precies genoeg waargenomen)
- Overgeneralisatie (generaliseren gebaseerd op te weinig gegevens)
- Selectieve observaties (je observeert iets anders op basis van verwachtingen die je hebt)
- Onlogische redeneringen -
Welke drie dingen kun je doen om onderzoek zo objectief mogelijk te houden?
- Altijd streven naar objectieve kennis.
- Vraag je steeds opnieuw af of de bronnen betrouwbaar zijn en hoe je aan je kennis komt.
- Gebruik maken van gedeelde methoden en technieken, als iedereen zijn eigen methodes gebruikt krijg je minder goede uitkomsten. -
Noem een aantal richtlijnen die de kwaliteit van de onderzoek(sproces) verbeteren.
- Het onderzoeksproces moet daadwerkelijk leiden tot een antwoord op de vraag.
- Het onderzoek moet controleerbaar en toegankelijk zijn.
- Het onderzoek moet een bijdrage leveren aan de kennis.
- Het onderzoek moet robuust zijn.
- Het onderzoek moet rigide zijn.
- Je moet ethisch verantwoord onderzoek doen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden