Bezitseis - Waardering aandelen - Consolidatievereiste (, lid 4)
3 belangrijke vragen over Bezitseis - Waardering aandelen - Consolidatievereiste (, lid 4)
Wat staat er in artikel 4, lid 4, WBvR?
Dit is verdeeld over drie onderdelen, te weten a, b en c.
Het artikel bepaalt dat: een lichaam (A) dat onmiddellijk of middellijk aandelen bezit in een ander lichaam (B). - bij het bepalen van de bezittingen in het lichaam (A) - de bezittingen en schulden van dat andere lichaam (B) aan zichzelf (A) toerekent, naar rato van evenredigheid van de onmiddellijke of middellijke deelneming in B.
Het artikel bepaalt dat: een lichaam (A) dat onmiddellijk of middellijk aandelen bezit in een ander lichaam (B). - bij het bepalen van de bezittingen in het lichaam (A) - de bezittingen en schulden van dat andere lichaam (B) aan zichzelf (A) toerekent, naar rato van evenredigheid van de onmiddellijke of middellijke deelneming in B.
Wat is er geregeld in artikel 4, lid 4, onderdeel b en c?
Gelieerde vorderingen en overige bezittingen als gevolg van gelieerde schulden tellen niet mee voor de bepaling van de bezitseis. Schulden zijn gelieerd indien het een lening betreft tussen:
- Het lichaam waarvan de aandelen worden verkregen en de verkrijger
- Het lichaam waarvan de aandelen worden verkregen en met dat lichaam verbonden lichamen en natuurlijk personen
- Het lichaam waarvan de aandelen worden verkregen en met de verkrijger verbonden lichamen en natuurlijk personen.
Is er een escape ten aanzien van artikel 4, lid 4, onderdelen b en c?
Ja er is een tegenbewijsregeling. De gelieerde vorderingen en schulden tellen alsnog mee wanneer aannemelijk wordt gemaakt dat dit pas binnen de normale bedrijfsuitoefening.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
