Samenvatting: Hoorcolleges Sociologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoorcolleges Sociologie

  • 1 Hoorcollege 1

  • 1.1 De sociologische verbeelding

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Er bestaan 4 verschillende disciplines. Welke zijn dit en waar leggen zij de focus op?

    1. Sociologie
      • Interactie, groepen en sociale structuren
    2. Psychologie
      • Individueel gedrag en mentale processen
    3. Politicologie
      • Overheidssystemen en macht
    4. Economie
      • Productie, consumptie en distributie van goederen diensten
  • 1.1.1 Wat kunnen we met sociologie?

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Er wordt binnen de sociologie gekeken naar deviantie. Wat wordt hiermee bedoelt?

    • Deviantie = afwijkend gedrag. 
      • Bijvoorbeeld = iemand die de regels overschrijdt, zoals niet stoppen voor voetgangers bij een zebrapad, maar ook het overschrijden van culturele normen, bijvoorbeeld een tegenstander van gender-neutrale wc's overschrijdt de norm dat iedereen gelijk is/zou moeten zijn. 
  • 1.2 Drie niveaus van analyse

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe kan je de casus "armoede" verklaren vanuit deze verschillende niveaus?

    • Micro = zelf opgegroeid in een arm gezin, dus daarom is het lastiger om uit de armoede te raken
    • Meso = Stigmatisering door landelijke instanties, want armen worden negatief gelabeld en krijgen geen kans
    • Macro = Economische crisis
  • 1.3 Vier theoretische perspectieven

  • Hoe kun je de vier verschillende theoretische perspectieven ordenen?

    • De mens wordt beschouwd in samenwerkingsverband (mensen gaan met andere mensen om op basis van gedeelde betekenissen en gemeenschappelijke symbolen
      • Structureel functionalisme (macro) 
      • Symbolisch interactionisme (micro) 
    • De mens wordt beschouwd als competitief (gedrag wordt bepaald door eigenbelang)
      • Conflicttheorie (macro) 
      • Rationele keuzetheorie (micro) 
  • 1.3.1 Structureel-functionalisme

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de basisassumptie van het structureel-functionalisme?

    • Alle onderdelen van de sociale structuur, cultuur en sociale processen dragen bij aan het behoud van een sociaal systeem.
      • Dit betekent dus dat alle onderdelen met elkaar samenwerken om de cohesie te bewerkstelligen, alles draagt bij aan de cohesie.   
  • Wat is het kernbegrip in het structureel-functionalisme? Welke 3 functies bestaan er binnen het structureel-functionalisme?

    Functie = onderdelen van een samenleving van een structuur hebben een bepaalde functie, daarbij worden manifeste en latente functies onderscheiden. 
    • Manifeste functies
      • Functies die bedoelt zijn en dus bijdragen bij de cohesie, bijvoorbeeld het "ontwikkelen van kennis" in onderwijs.
    • Latente functies
      • Onbedoelde functies, maar dragen wel bij aan de cohesie, bijvoorbeeld "het ontwikkelen van een vriendengroep" in onderwijs
    • Disfuncties
      • Onbedoelde functies, en hebben negatieve gevolgen voor de cohesie, bijvoorbeeld "groeperingen" omdat verschillende niveaus geen interactie hebben binnen het onderwijs.
  • 1.3.2 Conflicttheorie

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de basisassumpties van de conflicttheorie?

    • Conflict is onvermijdelijk in alle sociale systemen
    • De bron van conflict = ongelijkheid in bezit
      • Volgens Karl Max zouden de "gewone" burgers in opstand komen als zij bewust zouden worden gemaakt van hun achtergestelde positie; volgens hem moet daarom het kapitalisme overboord worden gegooid, dan zou er een klasseloze samenleving ontstaan. 
    • Conflicten worden verklaard vanuit het idee dat er ongelijkheid is en dat is hetgeen wat mensen beweegt. 
    • Weber: naast economische ongelijkheid, ook ongelijkheid in gezag en status.
  • Welke kritiek is er op de conflicttheorie?

    • Sociologen zijn geïnteresseerd in gedeelde waarden, gedeelde structuren, cohesie, daar wordt in deze theorie niet naar gekeken 
    • Alleen oog voor macro processen, conflict op niveau van de samenlevingen 
    • Mensen handen vanuit eigenbelang, andere motivatie zoals gericht zijn op samenwerking kan vanuit deze theorie niet verklaard worden 
    • Ook moeilijk om empirisch te toetsen 
  • 1.3.3 Symbolisch interactionisme

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de basisassumptie van het symbolisch interactionisme?

    • Mensen creëren actief gedeelde betekenissen en handelen op basis daarvan, dus we handelen op basis van percepties van anderen. We creëren gedeelde betekenissen en die zijn leidend in hoe wij ons gedragen. 
      • Bijvoorbeeld = wij verwachten bijvoorbeeld van de docent dat zij elke week er zal zijn om ons een hoorcollege te geven, op basis daarvan handelen wij en proberen we ook elke week op tijd bij het hoorcollege te zijn. 
      • Dit gebeurt op basis van symbolen: handelingen of objecten die iets anders representeren
      • Onze notie van het "zelf" en plek in samenleving komt voort uit interacties
  • Mensen gebruiken shortcuts. Wat wordt hiermee bedoelt?

    • Mensen gebruiken shortcuts, dus er wordt gekeken naar signalen die mensen afgeven, dus bijvoorbeeld hoe zenuwachtig iemand is tijdens interactie.
      • Bijvoorbeeld = een belastingambtenaar moet in korte tijd al oordelen over een ondernemer; hij kijkt naar signalen die de ondernemer afgeeft; is hij zenuwachtig? Ook kijkt hij naar opleiding, zijn omgeving en zijn sociale klasse. Dat bepaalt hoe de ambtenaar zal handelen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart