Samenvatting: Hoorcolleges Statistiek

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 68 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hoorcolleges Statistiek

  • 1 HC1 Statistiek

  • 1.1 Deel 1: Waarom statistiek?

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is volkstelling of "census"?

    • Volkstelling = de vaststelling van de bevolkingsgrootte van een bepaald gebied, door of namens de overheid.
    • Dit werd vroeger gedaan; echt iedereen werd dus gemeten. 
      • Dit deden ze bijvoorbeeld voor de belastingen. 
  • 1.2 Deel 2: Meetniveaus en beschrijvende statistiek

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is van toepassing bij een interval, ordinaal en nominale meting?

    • Interval = gemiddelde, mediaan en modus
    • Ordinaal = mediaan, modus
      • Je hebt hier geen gemiddelde, omdat je niet weet wat het gemiddelde betekent, want de treden tussen de score is niet gelijk is. 
    • Nominaal = Modus. 
  • Hoe kun je het beste de centrale tendentie berekenen bij een interval als je verder niks weet over de populatie?

    • De centrale tendentie kan je dan het beste berekenen met het gemiddelde
    • Het gemiddelde = som van alle individuele waarden : aantal observaties/onderzoekseenheden 
      • X1 + X2 + X3 + X4 + X5 : 5 
  • Leg uit wat er wordt bedoelt met de spreiding bij het voorbeeld van lengte.

    • Spreiding gaat over variatie binnen de groep(en); dus de spreiding rondom het gemiddelde. 
    • Bij lengte gaat het dan om de afstanden van de lengtes van de personen rondom het gemiddelde. De afstanden van die lengtes ten opzichte van het gemiddelde; die afstanden zijn de afwijking ten opzichte van het gemiddelde. Die samen, zegt iets over de spreiding. 
  • Casus: hoe bereken je het gemiddelde, mediaan en modus bij lengte?

    • Het gemiddelde = totaal van alle scores : aantal scores = 1.76
    • De mediaan = middelste score als de scores van klein naar groot worden gesorteerd
      • De mediaan zit dan tussen 1.70 en 1.72, want dan heb je aan beide kanten evenveel mannen staan (5 stuks); het antwoord is dus 1.71
      • Dus: bij oneven aantal kan het middelste getal nemen, en bij een even aantal het midden van de 2 middelste getallen. 
    • De modus = de score die het meeste voorkomt. 
      • Dit is in het voorbeeld 1.65
  • Hoe kun je het bereik berekenen bij het voorbeeld van lengte?

    • Het bereik = het verschil tussen de hoogste en laagste score 
      • 2.25 - 1.50 = 0.75
  • Hoe kun je de variantie berekenen bij het voorbeeld van lengte?

    • De variantie = variabiliteit/spreiding rondom het gemiddelde
    Hoe berekenen we dit? 
    • V = het verschil tussen Xi (individuele scores onderzoekseenheden) - het gemiddelde (dit doe je bij elke persoon); dit verschil kwadrateren we, want we willen niet op negatieve waardes uitkomen. De uitkomst hiervan deel je door het aantal observaties.
    • Bijvoorbeeld, man 3; 1.65 - 1.76; dit kwadrateren we. Dit doen we bij alle mannetjes en vervolgens : het aantal mannetjes (in dit geval 5) 
  • Hoe bereken je de frequentie bij het voorbeeld van religie (nominaal meetniveau)?

    • Het aantal onderzoekseenheden bij de categorie : het aantal onderzoekseenheden = een percentage.
  • 2 HC2 Statistiek

  • 2.1 Deel 1: wat is samenhang?

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Aan welke eisen moet een associatie voldoen, en aan welke eisen moet een causaal verband voldoen?

    Associatie/correlatie
      • Verdeling van een variabele verandert als de categorie of score van de andere variabele verandert
      • Op interval niveau noemen we dit een correlatie.
    Causaal verband
      • Verdeling van een variabele verandert als de categorie of score van de andere variabele verandert, en:
      • X gaat vooraf aan Y in tijd
      • Er is een logische reden waarom X invloed heeft op Y
      • Er zijn geen andere variabelen die de associatie tussen X en Y verklaren
  • 2.1.1 Associatiematen

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn associatiematen? Noem de kenmerken.

    • Geven de sterke en (indien van toepassing) de richting of het patroon aan van een bivariate samenhang
    • Zijn nodig om te beoordelen hoe belangrijk relaties zijn en de kracht en validiteit van theorieën te beoordelen 
    • Tonen op zichzelf niet aan dat een causaal verband bestaat, maar kunnen wel als bewijs gebruikt worden voor een causaal verband 
    • Worden gebruikt voor voorspellingen 
    • Geven niet aan of de geobserveerde verschillen of relaties in de sample waarschijnlijk zijn of het gevolg van toeval 
LET OP!!! Er zijn slechts 68 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Hoorcolleges Statistiek