Statistiek - de normaalverdeling
5 belangrijke vragen over Statistiek - de normaalverdeling
Welke maten ken je met betrekking tot afwijkingen van de normale kromme (normaalverdeling)?
- Scheefheid
- Curtosis
Wanneer is de scheve verdeling positief en negatief?
- Positieve scheefheid
- Scheef naar
rechts; - Het gemiddelde groter dan de mediaan.
- Negatieve scheefheid
- Scheef naar links
- Mediaan is groter dan het gemiddelde
Hoe pas je de normaalverdeling toe? Bijvoorbeeld = Hoeveel studenten hebben een score onder de 6? Hoeveel studenten een score tussen 6 en 8? Hoeveel studenten hoger dan een 8? Hoe gebruiken we de theoretisch perfecte normaalverdeling om dit soort vragen te beantwoorden?
- We kijken hiermee naar de standaarddeviaties of de Z-scores.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Maar: wat te doen voor waarden die niet precies een afwijking hebben van 1,2, of 3 standaard deviaties tot het gemiddelde?
- Dan moet je de originele scores uiteen delen (units) van de standaard deviaties, en de originele scores omzetten in Z-scores.
Leg de standaard normaalverdeling tabel uit. Pas dit toe op een Z-score van 1,5.
- A = Z-waarde
- B = het gebied tussen het gemiddelde en Z (of -Z)
- C = het gebied beyond Z (zowel positief als negatief groter)
- Bijvoorbeeld = een Z-score van 1,5 betekent dat deze persoon in de top 6,7% van de hoogste IQ scores zit.
- Dus: de are beyond C geeft je het percentage dat boven je zit.
- 93,3% van alle mensen heeft een slechtere score, want (100-6,7 = 93,3%).
- 6,7% heeft een betere score.
- Deze persoon zit in de top 6,7% van IQ score.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden