Startpagina / Samenvattingen / Hoorcolleges Verdieping IB / jaar-schuld-betalingsachterstand

Eigen woning en - Betalingsachterstand

6 belangrijke vragen over Eigen woning en - Betalingsachterstand

Wat als je 2 jaar achter elkaar niet op schema loopt om annuïtair af te lossen?

2 mogelijkheden:

1. De schuld verhuist naar Box III aangezien geen sprake is van incidentele betalingsachterstand

2. De schuld blijft in box I wanneer belastingplichtige één van de volgende zaken aannemelijk kan maken
a. De betalingsachterstand is het gevolg van onvoldoende betalingscapaciteit en hij bij de hypotheekverstrekker een nieuw annuïtair schema regelt waarbij hij de achterstand over de resterende looptijd kan uitsmeren.

b. Er sprake is van een kennelijke fout, en dat de fout volgend jaar wordt ingelopen

Wat als artikel 3.119e, lid 2, IB nog niet lijdt tot het inlopen van de betalingsachterstand?

2 mogelijkheden:

1. De schuld verhuist naar Box III aangezien geen sprake is van incidentele betalingsachterstand

2. De schuld blijft in Box I wanneer de belastingplichtige aannemelijk kan maken dat nog steeds zijn betalingscapaciteit onvoldoende is. Uiterlijk moet in het 4e jaar volgend op het jaar dat de betalingsachterstand is ontstaan weer opnieuw een verniewd aflossingsschema aangevraagd worden bij de hypotheekverstrekker.

Wat als aan het in het 5e jaar volgend op het jaar dat de betalingsachterstand nog steeds de achterstand niet is ingelopen?

Ex. artikel 3.119e, lid 4 zal de hypotheekschuld met terugwerkende kracht tot 1 januari van het 2e jaar volgend op het ontstaan van de betalingsachterstand (lid 2) of 1 januari van het 4e jaar volgend op de betalingsachterstand (lid 3) gaan behoren tot een box III schuld.

Wat is er geregeld in artikel 3.119e, lid 5, IB?

Als een schuld op enig moment niet meer op grond van 4e lid tot ews hoort en je gaat daarna weer een nieuwe schuld aan voor de woning, dan mag je het deel van de nieuwe geldlening wat je leent niet in aftrek nemen voor zover er nog een oude woningschuld in Box III zit.

Waar is de aflossingsstand geregeld?

Artikel 3.119d, IB

Casus: Anton schaft in januari 2013 een woning aan voor € 225.000 met een eigenwoningschuld voor hetzelfde bedrag.
In januari 2022 verkoopt Anton zijn woning voor € 215.000. Zijn resterende EWS is nog € 190.000.
In februari 2022 koopt hij een nieuwe woning voor € 280.000.
Wat is de maximale EWS van Anton en hoe lang mag hij over de aflossing doen?

Januari 2022 (verkoop woning)
Woning wordt verkocht voor € 215.000, resterende EWS € 190.000. EWR is 25.000 euro
Aflosssingsstand: € 190.000, looptijd nog 21 jaar

Februari 2022
Anton koopt een nieuwe woning, hij mag hiervoor € 280.000 -/- € 25.000 (EWR) = € 255.000 lenen
De € 255.000 euro bestaat uit 2 leningdelen.
1. € 190.000 met een looptijd van 21 jaar
2. € 65.000 met een looptijd van 30 jaar.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Hoorcolleges Verdieping IB

Bekijk samenvatting