Inleiding - WG- 5 beperkte zekerheidsrechten: fiduciare eigendomsoverdracht, pand en hypotheek

8 belangrijke vragen over Inleiding - WG- 5 beperkte zekerheidsrechten: fiduciare eigendomsoverdracht, pand en hypotheek

II4. Welke rechtsmiddelen kan de pandgever instellen tegen de derde om de zaak terug te krijgen? (4pt)

Een bezitsinterdict (utrubi of uti possidetis, weten niet wat voor zaak het is). En de actio publiciana (goederenrechtelijk) de actie die je hebt als je verjaringsbezitter bent. Kan enkel door de exceptio iusti dominii van de rechtmatige eigenaar worden afgeweerd.

Tekst III
D. 20,4,9,pr
1. Wie heeft in deze casus een stil pandrecht? Wie heeft een vuistpandrecht?

Bij vuistpand verschaft de pandgever het pandobject aan de pandhouder. Bij stil pandrecht niet. Verhuurder heeft vuistpandrecht want die heeft Eros. De ander heeft een stil pandrecht. “Wanneer laatstgenoemde Eros zou opeisen”, daarmee wordt ‘ander’ bedoeld. Die gaat niet iets opeisen wat hij al heeft, dus zo kon je afleiden dat de slaaf bij de verhuurder is.

III 1. Wie hebben een geldig pandrecht op eros slaaf?

De verhuurder heeft een vuistpand recht op de slaaf en de huurder een stilpandrecht op de slaaf
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


III6. In welke bepalingen in het BW is de actio Serviana nog herkenbaar?

In artikel 3:237 lid 3 , 3:239 lid 3, 3:296 BW.

III2. Over het bestaan van welke voorwaarde voor een geldig pandrecht wordt hier advies gevraagd?

Kan je een geldig pandrecht vestigen ten behoeve van een toekomstige vordering? Dat is de vraag die hier speelt. Antwoord is ja, want ook al is de huurovk niet ingegaan en zijn huurpenningen nog niet verschuldigd, toch kan je van te voren al een pandrecht vestigen ter zekerheid van die toekomstige huurpenningen. NR Artikel 3:231 BW.

III3. Welke algemene regel uit het goederenrecht wordt in het advies van toepassing verklaard?

Eerder in tijd, sterker in recht. Is van toepassing op álle goederenrechtelijke rechten.

III4. Welke acties heeft de huurder tegenover de verhuurder? Bespreek alle theoretische mogelijkheden!

- Actie uit de gesecureerde vordering (huurovereenkomst), dat is de actio conducti
- Pandhouder pleegt wanprestatie door pandovereenkomst niet na te komen, dus ook de actio pigneraticia directa.
- Huurder/iemand is nog steeds eigenaar, dus die heeft de revindicatie.

III5. ‘Hunc creditorem petentem Erotem’/’wanneer de laatstgenoemde Eros zou opeisen’; op welke actie wordt hier gedoeld?

Laatstgenoemde is de ‘ander’/pandhouder2. Er is geen contractuele verbintenis tussen ‘ander’ en verhuurder/pandhouder1, dus het moet een goederenrechtelijke actie zijn.  Die heeft de actio serviana, maar die slaagt niet wegens de prioriteitsregels: eerder in tijd, sterker in recht. Verhuurder is pandhouder 1, de ander is pandhouder 2.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo