Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Hormonale aandoeningen / diabetes-insuline-nuchter

Case-Based Learning 2a: Glucose

12 belangrijke vragen over Case-Based Learning 2a: Glucose

Welke fysiologische verstoringen leiden tot diabetes mellitus type 1?

Diabetes mellitus type 1 is een auto-immuunziekte, waarbij het lichaam zorgt voor de degeneratie van bètacellen. Hierdoor kan er geen insuline meer geproduceerd worden. Patiënten met deze ziekte moeten daarom insuline toegediend krijgen en dit wordt daarom ook wel insuline afhankelijke diabetes mellitus genoemd.

Welke fysiologische verstoringen leiden tot diabetes melitus type 2?

Diabetes mellitus type 2 is een ziekte waarbij de cellen in het lichaam nog wel insuline produceren, maar ze reageren er niet meer goed op. Hierdoor blijft er veel suiker in je bloed zitten. Eerst maak het lichaam dan extra insuline aan, maar na verloop van tijd steeds minder.

Wat is de oorzaak van diabetes mellitus type 1?

Diabetes mellitus type 1 kan veroorzaakt worden door: (is nog niet echt bekend)

Genetische aanleg
Omgevingsfactoren zoals virussen, dieet, toxinen, stress en klimatologische factoren

Hoe wordt de diagnose van DMT1 en DMT2 gesteld?

Door het suikergehalte in het bloed van de patiënt te bepalen. Dit gebeurt nuchter. Als het suikergehalte bij 2 metingen te hoog is, heb je diabetes. Hierbij moeten de nuchtere plasmaglucosewaarden ≥ 7,0 mmol/L zijn. Ook is sprake van diabetes mellitus bij een nuchtere plasmaglucosewaarde ≥ 7,0 mmol/l of een willekeurige plasmaglucosewaarde ≥ 11,1 mmol/l in combinatie met klachten die passen bij hyperglykemie.

Wat wordt er bedoeld met gestoord nuchtere glucose en gestoorde glucose tolerantie?

Bij een geringe verhoging van de nuchtere waarden spreekt men van een gestoorde nuchtere glucosewaarde. Bij een gestoorde glucosetolerantie is sprake van niet-nuchtere glucosewaarde tussen 7,8 en 11,0 mmol/l bij een normale nuchtere glucosewaarde. Een gestoorde nuchtere glucosewaarde en een gestoorde glucosetolerantie wijzen beide op een grotere kans op het ontwikkelen van diabetes mellitus en op een verhoogd cardiovasculair risico.

Wat is HbA1c? In welke eenheid wordt de HbA1c gemeten?

HbA1c staat voor hemoglobine A1c. Hemoglobine A1c is een eiwit dat de rode bloedcellen zijn kleur geeft en waaraan suiker is gebonden. Het wordt gemeten in mmol/mol.

Waarom wordt dit HbA1c? Wat zegt dit over de patiënt?

De HbA1c-waarde geeft aan hoeveel hemoglobine de afgelopen twee tot drie maanden met suiker is beplakt. Het zegt dus iets over de bloedglucose spiegels over een langere tijd i.p.v. op een bepaald moment. Als de HbA1c waarde dus te hoog is, betekent het dat de glucosewaarde van de patiënt te hoog is en dat er dus te weinig insuline wordt aangemaakt om de glucose op te nemen.

Kan een HbA1c-bepaling gebruikt worden om een diagnose te stellen? Waarom wel? Waarom niet?

De NHG beveelt het niet aan voor de opsporing en diagnostiek van diabetes. Er zijn meerdere factoren die de HbA1c bepalen, zoals bijvoorbeeld de levensduur van rode bloedcellen en ijzergebrek en is dus niet alleen een indicator voor diabetes.

Vanaf welke glucosewaarde in veneus plasma is er sprake van een verdenking op diabetes mellitus?

Bij een nuchtere plasmaglucosewaarde ≥ 7,0 mmol/l of een niet-nuchtere plasmaglucosewaarde ≥ 11,1 mmol/l

Harry’s opa (72 jaar) heeft ook diabetes, maar dan diabetes type II, sinds 12 jaar. Hij gebruikt naast tabletten ook insuline. Maar dat is niet het enige waar hij last van heeft. Hij heeft ook een hoog cholesterolgehalte en hoge bloeddruk. Gelukkig zijn er nog geen tekenen van
langetermijncomplicaties.
Wat is zijn HbA1C-streefwaarde?

54-64 mmol/mol. (zie streefwaarde hierboven)

Harry’s opa had minder last van de symptomen van diabetes dan Harry. Zou dat kunnen kloppen?

Ja, want bij type 2 diabetes maakt het lichaam nog wel insuline aan, terwijl bij type 1 het lichaam geen insuline meer produceert, waardoor de klachten van type 1 dus heftiger zullen zijn dan bij type 2. Ook kan het bij type 2 lang duren voordat er echt klachten zijn, terwijl dat bij type 1 al veel eerder gemerkt wordt.

Bij Harry’s opa is er sprake van co-morbiditeit. Wat wordt hiermee bedoelt? Noem een paar voorbeelden voor diabetes.

Co-morbiditeit is het tegelijkertijd voorkomen van twee of meer aandoeningen of stoornissen bij één persoon. Bij diabetes is dit o.a. hart- en vaatziekten, overgewicht, verhoogde cholesterol, nierschade en psychische stoornissen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Hormonale aandoeningen

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Case-Based Learning 2a: Glucose

12 belangrijke vragen over Case-Based Learning 2a: Glucose

Welke fysiologische verstoringen leiden tot diabetes mellitus type 1?

Welke fysiologische verstoringen leiden tot diabetes melitus type 2?

Wat is de oorzaak van diabetes mellitus type 1?

Hoe wordt de diagnose van DMT1 en DMT2 gesteld?

Wat wordt er bedoeld met gestoord nuchtere glucose en gestoorde glucose tolerantie?

Wat is HbA1c? In welke eenheid wordt de HbA1c gemeten?

Waarom wordt dit HbA1c? Wat zegt dit over de patiënt?

Kan een HbA1c-bepaling gebruikt worden om een diagnose te stellen? Waarom wel? Waarom niet?

Vanaf welke glucosewaarde in veneus plasma is er sprake van een verdenking op diabetes mellitus?

Harry’s opa had minder last van de symptomen van diabetes dan Harry. Zou dat kunnen kloppen?

Bij Harry’s opa is er sprake van co-morbiditeit. Wat wordt hiermee bedoelt? Noem een paar voorbeelden voor diabetes.

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Regelkring van de schildklier

Class notes - Hormonale aandoeningen

Overheidsfinanciën

Van de BV en de NV

Schets van het Nederlandse arbeidsrecht

Internationaal publiekrecht in vogelvlucht

De diagnostische cyclus

Corporate governance

Rechtshandeling en overeenkomst

Recht van de Europese Unie

Industriële productie : het voortbrengen van…

Seksuologie

Geschiedenis van het privéleven : bronnen en…