Case-Based Learning 3b: In vitro fertilisatie

13 belangrijke vragen over Case-Based Learning 3b: In vitro fertilisatie

Welke oplossingen zijn er voor stellen die lijden aan subfertiliteit?

  • Voorlichting geven over de meest vruchtbare periode bij de vrouw en de frequentie van de coitus en voorlichting over de rol van leefstijlfactoren en lichaamsgewicht.
  • Ovulatie-inductie
  • Tubachirurgie
  • Intra-uteriene inseminatie (IUI)
  • In-vitro fertilisatie (IVF)
  • Intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)
  • Eiceldonatie

Wat voor middel is microgynon 30, waar dient het voor en zijn er verklaarbare bijwerkingen?

Microgynon 30 is een anticonceptiepil (ethinylestradiol 30 microg, levonorgestrel 150 microg. Sub-50 pil). Microgynon 30 wordt gebruikt om zwangerschap te voorkomen. Het heeft een negatieve terugkoppeling op LH en FSH --> voorkomt dus eisprong, zorgt ervoor dat het endometrium minder geschikt wordt voor innesteling en dat er geen follikelrijping is door minder FSH. Hierdoor worden de eierstokken tot rust gebracht.
Mogelijke bijwerkingen: vaginaal bloedverlies buiten de stopweek, buikkramp, misselijkheid,
pijnlijke/gespannen borsten, vasthouden van vocht, hoofdpijn/migraine.

Wat voor middel is utrogestan, waar dient het voor en zijn er verklaarbare bijwerkingen?

Utrogestan is een vaginale capsule die het progesteron bevat. Het zorgt voor een ondersteuning van de luteale fase bij vrouwen die geassisteerde voortplantingstechnieken (ART) ondergaan. Progesteron brengt namelijk het endometrium in de secretiefase, indien dit vooraf door oestrogenen is beïnvloed. Het bevordert de ontvankelijkheid voor het innestelen van een embryo. Na innesteling van het embryo helpt progesteron om de zwangerschap te handhaven.
Bijwerkingen --> Vaak (1-10%): hoofdpijn, slaperigheid. Opvliegers. Misselijkheid, buikpijn of -krampen, opgezette buik, obstipatie. Uterusspasmen, pijnlijke of gevoelige borsten. Vermoeidheid.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe ziet het protocol eruit waarvoor GnRH-antagonisten worden gebruikt om de ovaria te stimuleren?

GnRH-antagonisten zorgt voor de platlegging van de cyclus, want het onderdrukt de LH-piek en de eisprong. Je begint 1e dag met GnRH antagonist (is een kort protocol). Op dag 2 begin je met FSH, want zorgt voor de stimulatie van de follikelrijping.

Hoe kan het dat GnRH-agonisten en –antagonisten het zelfde effect hebben, nl. onderdrukken van de eisprong?

GnRH-agonist hyperstimuleert de GnRH-receptor, waardoor er desensitisatie ontstaat voor GnRH. Hierdoor heb je dus minder FSH en LH en onderdrukking van de eisprong --> remming na langdurig gebruik, want eerst stimulering LH, dus krijg je eerst een piek. Een GnRH-antagonist remt meteen de receptor, waardoor lichaamseigen GnRH niet meer kan binden en er geen LH en FSH meer gevormd wordt.

Welk hormoon is hCG? En waarom wordt dit gebruikt voor de inductie van de ovulatie en niet LH?

HCG is humaan choriongonadotrofine. Bij vrouwen stimuleert HCG de eisprong en zorgt het dat een bevruchte eicel zich kan nestelen in de baarmoeder. De biologische activiteit van HCG is gelijk aan die van LH, namelijk dat de ovulatie wordt gestimuleerd.
Er wordt HCG toegediend i.p.v. LH, omdat HCG een veel hogere halfwaardetijd heeft dan LH, dus het werkt veel langer.

Ziekenhuizen bepalen zelf welk protocol zij gebruiken voor hun ivf-behandeling. Op basis waarvan zullen zij dat doen?

Op basis van slagingspercentage (zwangerschapskans) en risico op bijwerkingen. Ook voor een deel kosten, maar slagingspercentage is het belangrijkste punt.

Een bijwerking van Gonal-F is dat vrouwen een opgezet gevoel van de eierstokken kunnen ervaren. Verklaar deze bijwerking. Hoe vaak komt het voor?

Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) --> grote follikels --> hieruit komen te veel hormonen vrij --> opgezet gevoel. Komt in -10% van de gevallen voor.

Komt deze bijwerking vaker of minder vaak voor wanneer er gebruik wordt gemaakt van het antagonisten protocol in vergelijking met het agonisten protocol?

Deze bijwerking (de ernstige vorm) komt dan minder vaak voor, want de antagonisten zorgen voor een vermindering van de follikel productie. Dus dan kies je hiervoor. Voor de rest is er niet echt een duidelijk verschil tussen antagonisten en agonisten gevonden in de verschillende studies. Agonisten zorgen wel voor een iets beter rijping van follikels, dus dan zou hiervoor gekozen kunnen worden. f

Een kennis van mevrouw de Vries werd in eerste instantie ook niet zwanger, omdat ze last had van anovulatie. Ze hoefde geen ivf-behandeling te ondergaan, maar kreeg een FSH-injectie en een hCG injectie.
Leg uit waarom hiervoor gekozen is.

Bij anovulatie vind er geen eisprong plaats in de vruchtbare periode. Met een FSH en hCG injectie wordt een ovulatie/eisprong gestimuleerd en kan ze toch zwanger worden. Als dit zou werken hoeft ze dus geen IVF-behandeling te ondergaan, wat meer als laatste kans wordt gebruikt.

HCG kan net als Gonal-F de bijwerking van een een opgezet gevoel van de eierstokken veroorzaken.
Verklaar waarom hCG ook voor deze bijwerking kan zorgen. Er zijn verschillende vormen van hCG op de markt: bijvoorbeeld choriongonadotrofine-alpha (Ovtrelle®) en choriongonadotrofine (Pregnyl®).

hCG kan net als Gonal-F de bijwerking van een opgezet gevoel veroorzaken. hCG wordt bij een behandeling vaak gegeven in de vorm van Pregnyl-injecties. Het voltooit de rijping van de eicellen, maar stimuleert tegelijkertijd opnieuw de eierstokken, door de langere werkingsduur. Dit is de oorzaak van een vroege ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS).

Wat is het verschil in productieproces van deze twee middelen? Heeft dit effect op het kinetisch profiel?

Ovitrelle wordt gemaakt met DNA recombinant techniek en Pregnyl wordt uit de urine van zwangere vrouwen bereid. Zit niet echt verschil in kinetiek tussen de twee, ovitrelle (t1/2 = 33 uur) en pregnyl (t1/2=30 uur) en hebben een vergelijkbare structuur.

Er zijn verschillende studies gedaan naar de effectiviteit en bijwerkingen van beide middelen.
Wat is de conclusie van de auteurs? Hoe zijn zij tot deze conclusie gekomen?

Zij concluderen dat er geen bewijs is van een verschil tussen rhCG of rhLH en uhCG voor levendgeborenen of doorgaande zwangerschapspercentages of percentages OHSS. Ze zijn tot deze conclusie gekomen door 18 studies met elkaar te vergelijken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo