Insuline productzorg

18 belangrijke vragen over Insuline productzorg

Leg in het kort de werking van insuline uit. Bij welk type diabetes wordt insuline met name voorgeschreven?

Insuline zorgt voor de regulering van de glucosehuishouding in het lichaam door de gluconeogenese en de glycogenolyse te remmen. Daarnaast stimuleert het de opname van glucose naar spier- en vetcellen en de omzetting van glucose naar glycogeen. Insuline wordt met name voorgeschreven bij diabetesmellitus type 1, omdat de β-cellen dan geen insuline meer produceren en het lichaam dus wel insuline nodig heeft.

Insulines wijken af van orale antidiabetica. Waarin verschilt insuline bijvoorbeeld van metformine? Let hierbij met name op de structuur, wat maakt de structuur van insuline zo bijzonder?

Insuline is groter dan metformine, want het is een eiwit. Daarnaast wordt insuline geproduceerd met behulp van recombinant DNA-technologie en komt al in het lichaam voor, terwijl dat niet het geval is voor metformine.


Zijn er alternatieve toedieningsroutes mogelijk voor insuline? Waarom wel of niet ?

Insulines worden toegediend met een infuus, injectie met insulinepen of een insulinepomp. Dit wordt gedaan omdat insuline dus een groot molecuul is het dus moeilijk oraal geabsorbeerd kan worden en daarom ingespoten moet worden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Tegenwoordig wordt insuline verkregen via recombinant-DNA (r-DNA) technologie in plaats van uit dierlijke pancreassen. Wat zijn de achterliggende gedachten voor die verandering van bron? Wat is r-DNA technologie eigenlijk?

De insuline uit dierlijke pancreassen werd vaak gecontamineerd en het kostte veel moeite om insuline op deze manier te verkrijgen. Daarnaast kwamen er ook stoffen die leken op insuline, bijv. pro-insuline mee uit de pancreassen.  Met genetische technologie kan een gen geïdentificeerd, geïsoleerd en gekloneerd worden. Gebruik makend van deze mogelijkheden, worden met recombinant-DNA-technologie fragmenten DNA opnieuw gecombineerd. Hierbij wordt een plasmide opengeknipt met een restrictie-enzym en geplakt met ligase. En zo kan dus met behulp van het insuline gen insuline gemaakt worden.

Wat voor consequenties heeft het productieproces voor de zuiverheid van de insuline? Met wat voor soort onzuiverheden moet er rekening gehouden worden?

Als het productieproces niet 'schoon' wordt uitgevoerd, kunnen er ongewenste stoffen in het lichaam gespoten worden met de insuline, wat je natuurlijk zeker niet wil hebben. Je moet hierbij bijvoorbeeld denken aan bacteriën.


Zink, fenolen, glycerol/NaCl en buffers zoals natriumfosfaat worden veel gebruikt in de formulering van insulines. Wat is de functie van deze hulpstoffen?

Zink --> zorgt voor de vorming van insuline hexameren --> stabilisering en neutrale formulering
Fenolen --> conserveermiddel --> zorgt ook voor vorming van hexameren
Glycerol/NaCl --> toniciteitsmiddel
Buffers (bijv. natriumfosfaat) --> zorgt voor de voorkoming van een pH shift --> stabilisering

'Regular insulin’ wordt geformuleerd met de bovengenoemde hulpstoffen. Wat is het effect van deze formulering op structuur, stabiliteit en afgifte(snelheid) van de insuline?

De chemische stabiliteit gaat omhoog vanwege de afwezigheid van de buffer. De werkingsduur wordt hierdoor langer vanwege de iets langere afbraak van het molecuul. De afgiftesnelheid is dus iets lager.

Wat valt je op als je de formulering van NPH-insuline vergelijkt met die van reguliere insuline? Kun je het verschil in werkingsduur verklaren?

De werkingsduur van NPH insuline is langer dan die van de reguliere insuline. Dit komt doordat NPH een modifying protein (protamine) bevat. Hierdoor ontstaat een kristallijnvorm, deze lost slechter opwaardoor de werkingsduur wordt verlengd. Insuline komt dus langzamer vrij.

Waaraan moet het afgifteprofiel voldoen voor de ‘gemiddelde’ diabetes type 1 patiënt? Waarom is dit belangrijk? Denk hierbij aan/vergelijk dit met de normale insuline-afgifte over de dag van een gezond persoon.

Het afgifteprofiel moet ongeveer voldoen aan de juist hoeveelheden insuline per tijdeenheid, gezien dat erg verandert (vooral na voedselinname). Dus het moet goed kunnen werken rond het eten, want vooral na het eten zijn de glucose spiegels hoog.


In de afbeelding staan de werkingsprofielen van verschillende insulines weergegeven.
Verklaar het werkingsprofiel van insuline lispro (Humalog). Wat is het verschil met Humalog Mix?

Insuline lispro werkt sneller dan oplosbaar humaan insuline, omdat het insuline molecuul een beetje veranderd is. Humalog Mix bestaat voor 25% uit insuline lispro en voor 75% uit insuline lispro protamine sulfaat suspensie (NPH). Die protamine zorgt voor kristallisatie waardoor Humalog Mix een verlengde werkingsduur heeft, doordat die langzamer wordt afgegeven.

Verklaar ook de werkingsprofielen van insuline aspart (Novolog) en insuline glulisine (Apidra).

Allebei de stoffen werken ultrakort. Door deze snelle werking is een flexibeler levensstijl mogelijk wanneer de stoffen vlak voor of vlak na de maaltijd worden toegediend. Doordat de stoffen analogen zijn (dus hun aminozuren zijn aangepast), is hun werking ook aangepast en in dit geval zorgen ze dus voor een sneller of korter effect.

De oplossing van insuline glargine (Lantus) heeft een pH van 4. Waarom? Wat heeft dit voor invloed op het werkingsprofiel?

De araginine-aminozuren verplaatsen het iso-elektrisch punt van een pH van 5,4 naar 6,7, waardoor het molecuul meer oplosbaar is bij een zure pH en minder oplosbaar bij een fysiologische pH. Na subcutane injectie wordt de zure oplossing geneutraliseerd, hetgeen leidt tot de vorming van microprecipitaten waaruit voortdurend kleine hoeveelheden insuline glargine (langzaam oplosbare neerslagen) vrijkomen. Als het iso-elektisch punt richting de pH van het lichaam gaat, betekent dat dat de stof meer gaat neerslaan en dat is hier ook het geval en dat zorgt voor die langere werking.

Op welke manier is insuline detemir (Levemir) aangepast zodat deze een langere werking heeft?

In insuline detemir is de C-terminale threonine van insuline vervangen door een lysine waaraan een myristinezuur gekoppeld is. Myristinezuur is een vetzuur. Na subcutane injectie bindt de myristinezuur-insuline aan albumine. Hierdoor wordt de halfwaardetijd van insuline verlengd van minder dan 10 minuten naar meer dan 5 uur en heeft het dus een langere werking.

Insuline degludec (Tresiba) is ook een insuline-analoog. Hoe is deze insuline gemodificeerd dat het een werkingsduur heeft van wel 42 uur?

Bij degludec wordt gebruik gemaakt van een strategie voor depotafgifte specifiek voor de gederivatiseerde insuline. Na injectie klonteren de di-hexameren van insuline degludec samen en vormen zo multi-hexameren. Hierdoor wordt absorptie beperkt. Na subcutane injectie vormen zich oplosbare en stabiele multihexameren die een insulinedepot vormen in het subcutane weefsel. Insuline degludec monomeren worden dan geleidelijk afgegeven aan de circulatie, waardoor de werkingsduur dus zo lang is.

Welke gangbare gebruiksregime voor insuline zijn er?

Je hebt kortwerkende en langwerkende soorten insulines. Kortwerkende worden gebruikt voor of na het eten. Langwerkende hoef je niet zo vaak per dag (1 a 2 keer) te gebruiken. Je kan ook kiezen voor een combi van de soorten insulines. De soort insuline bepaalt hoe vaak en wanneer iemand moet prikken. Dit hangt van de soort patiënt af en zijn of haar leefwijze etc.

Wat is het verschil tussen de bewaarcondities van insulines en orale antidiabetica? En hoe zijn die te verklaren?

Insulines zijn eiwitten en orale antidiabetica niet. Hierdoor moet je bij insulines meer rekening houden met bepaalde factoren dan bij orale antidiabetica. Insulines moeten bijv. in koelkast (voorkomen denaturatie en agrgregatie) en orale antidiabetica niet.

Welke adviezen geef je als apotheker aan een patiënt wanneer hij/zij met insuline gaat starten? Hoe vertalen factoren als stabiliteit, structuur en afgifte zich naar praktisch gebruik?

  • Rustig zwenken voor gebruik. Als je de suspensie schudt kan het eiwit aggregeren.
  • Desinfecteren van de container top en plek van injectie
  • Insuline bewaren in gekoelde omgeving als je ze niet gebruikt. Als je ze actief gebruikt dan kun je ze wel op kamertemperatuur gebruiken, omdat je ze dan voor een korte periode buiten de koelkast houdt.
  • Elke keer nieuwe naald gebruiken.
  • Instructies over dosisgebruik.

Kan men dit middel overdoseren? Zo ja, hoe merkt de patiënt dit? Welke maatregelen zijn dan noodzakelijk?

Een patiënt kan een hypoglykemie krijgen, zich uitend in honger, zwakte, trillen, duizeligheid, transpireren, snelle en sterke hartslag. Dit treedt allemaal op wanneer insuline over gedoseerd wordt. Patiënt kan dan het beste druivensuiker gebruiken om het glucose gehalte weer wat hoger te krijgen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo