Samenvatting: Hormonen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hormonen
-
1.1 Hormonen
Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
De hypofyse maakt 2 soorten hormonen zelf zonder een hormoon van de hypothalamus te krijgen. Welke hormonen zijn dit?
Groeihormoon, prolactine -
Benoem minimaal 3 soorten wateroplosbare hormonen en benoem de eigenschappen
Hormonen: ADH, TSH , groeihormoon, ACTH
korte levensduur doordat ze snel worden afgebroken en opgenomen. Kunnen niet door de celwand en binden zich aan de receptor hierdoor krijg je een snelle reactie -
Benoem minimaal 3 soorten vetoplosbare hormonen en benoem de eigenschappen
Hormoon: T4, cortisol, vit D
Kan de celwand passeren en direct een receptor en DNA binden, Hebben wel een eiwit nodig voor transport in de bloedbaan (= daarom eiwitgebonden). -
Er zijn 3 soorten stimuli: hormonaal, humoraal en neuraal. Geef van ieder stimuli een voorbeeld hoe het werkt.
Humorale stimuli: Bijschildklier meet calcium in het bloed en indien dit te laag is dan gaan de bijschildklieren meer calcium produceren
Neurale stimuli: werkt snel. Signaal vanuit de zenuwen om een hormoon aan te maken; dit gaat via de hypofyse achterkwab. Bijvoorbeeld adrenaline
Hormonale stimuli: Werkt via de bloedbaan. Dit zijn de hormonen die door de hypothalamus en hypofyse worden aangemaakt; dit gaat via de hypofyse voorkwab (neurotransmitter) -
De hypofyse bestaat uit een voor- en achterkwab. Met wie en hoe werken ze samen?
Voorkwab: (adenohypofyse); werkt samen met de hypothalamus en hypofyse dmv de bloedbaan, door een releasing hormoon
Achterkwab (neurohypofyse) (ADH&oxytocine), werkt snel. Hormonen worden gemaakt door de hypothalamus en worden vervoerd door de zenuwen. -
Welk hormoon maakt de bijnier- merg en -schors?
Bijniermerg: adrenaline (neurale stimuli)
Bijnierschors: cortisol, aldosteron, androgenen, oestrogenen. -
Hormonen hebben bepaalde structuren. Aminozuren en peptide zijn wateroplosbaar. Lipiden zijn eiwitgebonden. Leg uit hoe er reactie optreedt van de wateroplosbare hormoon en eiwitgebonden hormoon.
De wateroplosbare hormonen hebben een kortere levensduur doordat ze snel worden afgebroken en worden opgenomen. Deze cellen kunnen niet door de celwand en binden zich aan een receptor. Als ze zich binden dan treedt er vrij snel een reactie plaats.
Peptide grootste groep: ACTH, groeihormonen, ADH, TSH
Aminozuur: thyroxine en adrenaline
Lipiden worden gemaakt door cholesterol. Kunnen de celwand passeren en direct aan receptoren en DNA binden. Hebben wel een eiwit nodig voor transport door de bloedbaan. -
Benoem de functie van onderstaande hormonen: GroeihormoonProlactineSchildklierCortisolAdrenalineADHOxytocine
- Groeihormoon: stimuleert groei, glucosehuishouding
- Prolactine: melkproductie
- Schildklier: Metabolisme, hartslag
- Cortisol: stressreactie, afweer, glucose
- Adrenaline: fight of flight, RR, pupilvernauwing, glucose
- ADH: Waterhuishouding
- Oxytocine: Sociale contacten, interacties
-
Benoem welke belangrijkste hormonen de hypothalamus afgeeft aan de hypofyse en benoem vervolgens in wat voor hormoon het veranderd en vervolgens welk hormoon er aan het lichaam wordt afgegeven.
CRH >ACTH > Cortisol
TRH > TSH > T4>/T3GNRH & LNRH >LH & FSH > testosteron, oestrogenen en progestageen. -
Indien er problemen met de hormoonhuishouding is kan het probleem primair of secundair liggen. Leg uit wat dit is?
Primair: Probleem ligt in hethormoonproducerende orgaanSecundair : Ligt buiten het orgaan evt hypothalamus
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden