Samenvatting: Hovj
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van HOvJ
-
Fouilleringen
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/10/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe heten alle zeven verschillende typen fouilleringen en in welk artikel zijn dezen terug te vinden?
1. Identiteitsfouillering art. 55b Sv (p 263)
2. Opsporingsfouillering art. 56 Sv (of art. 195 Sv)(p257)
3. Veiligheidsfouillering art. 7 lid 3 Politiewet (p264)
4. Insluitingsfouillering art. 9 lid 4 Politiewet (p268)
5. WWM-fouillering art. 52 lid 2 WWM (p558)
6. Opiumfouillering art. 9 lid 2 Opiumwet (p566/565)
7. Preventieve fouillering art. 151b Gemeentewet + art. 52 lid 3 WWM (p559) -
Welke twee zaken mogen bij de verdachte onderzocht worden bij de identificatiefouillering?
1. De verdachte mag aan zijn kleding onderzocht worden.
2. De voorwerpen die de verwachte bij zich draagt of met zich meevoert mogen onderzocht worden. -
Wanneer mag de verdachte aan zijn kleding onderzocht worden en/of mogen de voorwerpen die hij bij zich draagt of met zich meevoert onderzocht worden, bij de identificatiefouillering?
Indien dit onderzoek noodzakelijk is voor de vaststelling van zijn identiteit. -
Wanneer moet een pv opgemaakt worden van een identificatiefouillering?
Wanneer deze fouillering plaatsvond in het openbaar. -
Wie kan bepalen of een opsporingsfouillering wordt uitgevoerd?
Afhankelijk van het geval:
1. De OvJ (aan kleding/lichaam en in lichaam)
2. De HOvJ (aan kleding/lichaam) -
Van welke twee elementen moet sprake zijn wil je een opsporingsfouillering kunnen uitvoeren?
1. Ernstige bezwaren
2. Het moet in het belang van het onderzoek zijn -
Waar mag een verdachte onderzocht worden bij een opsporingsfouillering?
1. Aan zijn kleding
2. Aan zijn lichaam
3. In zijn lichaam -
Waar dient de opsporingsfouillering plaats te vinden?
Op een besloten plaats, indien dit niet tot gevolg heeft dat de verdachte goederen kwijt kan maken. -
Wat zegt het artikel omtrent de opsporingsfouillering over het geslacht van de fouillerende persoon?
Zowel voor de opsporingsambtenaar als voor de arts geldt dat deze voor zover mogelijk van hetzelfde geslacht moet zijn als de verdachte. -
Geef aan wie bij de opsporingsfouillering bevoegd is tot het uitvoeren van welk onderzoek.
1. OvJ: In het lichaam / aan het lichaam / aan de kleding
2. HOvJ: Aan het lichaam / aan de kleding
3. Overige opsporingsambtenaren: Aan de kleding
Tevens is de RC bevoegd tot onderzoek aan en in het lichaam. Kan zelfs bevelen tot een onderzoek aan de kleding of aan het lichaam van niet-verdachten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden