Samenvatting: Hst 15
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van hst 15
-
1 hst 15
Dit is een preview. Er zijn 44 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke twee strategieën worden gebruikt bij prokaryote en eukaryote cellen?
Een strategie gebruikt bij prokaryote en eukaryote cellen is om de verschillende enzymen die nodig zijn voor katalyse van bepaalde sequenties of reactie ste verzamelen in grote, multicomponent complexen. De tweede strategie is om verschillende metabolische complexen te beperken in verschillende membraan omsloten compartimenten. -
Wat is protein sorting?
Elk component bevat een unieke set van eiwitten die worden selectief vervoerd vanuit het cytosol, waar ze zijn gemaakt, naar het compartiment waar ze worden gebruikt. Dit proces heet protein sorting en het hangt af van het signaal ingebouwd in de aminozuur volgorde van het eiwit. -
Wat zijn lysosomen en wat is de weg naar een lysosoom toe?
Kleine zakjes van spijsvertering enzymen genaamd lysosomen verminderen afgedragen organellen, macromoleculen en deeltjes die in de cel zijn gekomen door endocytose. Op hun weg naar lysosomen, endocytosed materiaal moet eerst langs een serie compartimenten genaamd endosomes, die de ingeslikte moleculen sorteert en sommige recycled terug naar het plasma membraan de cel uit. -
Waarbij worden mitochondriën en chloroplasten gebuikt?
Mitochondriën en chloroplasten worden omgeven door een dubbel membraan en worden gebruikt bij oxidatieve fosforylering en fotosynthese. Beide hebben een intern membraan die gespecialiseerd zijn voor de productie van ATP. -
Wat doen cytoskelet filamenten?
Cytoskelet filamenten bieden paden voor het bewegen van organellen in de cel en voor het dirigeren van het verkeer aan blaasjes tussen twee organellen in. Deze bewegingen worden aangedreven door motor eiwitten die de energie van ATP hydrolyse gebruiken om de organellen en blaadjes langs de filamenten te bewegen. -
Wat is het endomembraan systeem?
Het ER, Golgi, Peroxisomes, endosomes en lysosomes zijn allemaal deel van het endomembraan systeem. De organellen communiceren uitgebreid met elkaar en met de buitenkant van de cel door gebruik te maken van kleine blaasjes die uit een organel komen en fuseren met andere.
Mitochondriën en chloroplasten blijven geïsoleerd van het blaasjes verkeer. -
Wat bevorderd de groei van organellen en hoe komen deze het ER binnen?
Groei van organellen hebben een toevoer van vetten nodig om meer membranen aan te maken en een toevoer van de juiste eiwitten, membraan eiwitten en oplosbare eiwitten die de binnenkant van het organel bezetten. eiwitten komen het ER direct binnen vanuit het cytosol, sommige blijven daar maar de meeste worden getransporteerd door blaasjes naar het Golgi apparaat en dan naar het plasma membraan of andere organellen. -
Hoe begint de synthese van een eiwit?
De synthese van bijna alle eiwitten in een cel begint op ribosomen in het cytosol. Het lot van elk eiwit hangt af van zijn aminozuur sequentie, die een sorteersequentie bevat van waar het naartoe moet gaan. Eiwitten die zo'n signaal niet hebben blijven permanent in het cytosol. -
Wat zorgt voor het onderhoud van mitochondriën en chloroplasten?
De groei en onderhoud van mitochondriën en chloroplasten vereist niet alleen de import van nieuwe eiwitten maar ook de opname van nieuwe vetten in het membraan van een organel. Het meeste van hun membraan fosfolipiden wordt geïmporteerd vanuit het ER. Fosfolipiden worden naar deze organellen getransporteerd door verdragende eiwitten en leveren het af in een ander. Gaat van het ene membraan naar het andere. Zulk transport kan gebeuren door specifieke junctions waar mitochondriën en ER membraan dicht bij elkaar gehouden worden. -
Welke 2 gescheiden populaties van ribosomen in het cytosol zijn er?
Membraan gebonden ribosomen zitten aan de cytosolic kan van het ER membraan en maken eiwitten die translocated worden in het ER.
Vrije ribosomen zitten niet vast aan het membraan en maken alle andere eiwitten gecodeerd door het nucleaire DNA. Ze zijn structureel en functioneel hetzelfde, ze verschillen alleen in eiwitten die ze maken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden