Samenvatting: Hulpverlening & Samenleving
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Hulpverlening & Samenleving
-
Verwerkingsvragen
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 17/01/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Maatschappelijk assistent of sociaal werker? Hoe is het gesteld met de wettelijke bescherming van het beroep
Op 12 juni 1945 hebben sociaal werker de beschermende beroepstitel ‘maatschappelijk assistent’ gekregen. Dit geeft maatschappelijke erkenning en waardering aan het beroep. Tegenwoordig wordt er steeds meer van de ‘sociaal werker’ gesproken. Deze kent geen beschermende beroepstitel. Dit is gekomen door tendensen in de ruimere maatschappelijke context (structuur master , bachelor) en door internationalisering. Dit is slecht voor de maatschappelijke zichtbaarheid en professionele autonomie van het beroep. -
Beargumenteer op het macroniveau de kritiek van Dalrymple: sociaal werk ontneemt mensen verantwoordelijkheid voor de eigen situatie. Wat is jouw mening?
De welvaartstaat en de uitkeringen die mensen krijgen is de voornaamste oorzaak van als dat antisociale gedrag, van al die miserie. Dat maakt mensen afhankelijk van die uitkeringen , waardoor ze geen verantwoordelijkheid meer durven nemen , waarbij ze bij wijze van spreken als een soort van slachtoffer behandeld worden en zich ook zo gaan gedragen. -
Licht beknopt toe en onderbouw: “minder ongelijkheid in een samenleving, leidt tot een betere samenleving voor iedereen.” (Picket & Wilkinson, zie ook slides).
Een toename van sociale ongelijkheid leidt tot meer geweld, depressie en alcoholgebruik. Het bijstellen van die ongelijkheid via beleid is een goede preventie tegen het geweld en risico’s.
Gezondheidsproblemen en sociale problemen zijn groter in meer ongelijke landen. Zo is bijvoorbeeld obesitas een groot probleem in de USA waar de ongelijkheid zeer groot is, dan tegenover Japan waar de ongelijkheid klein is.
Sociale problemen hebben te maken met structurele ongelijkheden die kunnen worden opgelost of verminderd door het beleid, bv. sociale zekerheid. -
deel 2
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 18/01/2017
Laat hier meer flashcards zien -
De ring van Gyges houdt ons een spiegel voor m.b.t. de menselijke moraal. Welke? Wat is de boodschap voor het sociaal werk en de sociaal werker?
De ring van Gyges roept de vraag op of we moreel zijn omwille van sociale controle of omdat we dat willen. “angst voor de gevolgen van stelen – niet moreel verantwoord”.
“Gyges steelt een ring van de dode, deze maakt hem onzichtbaar. Hij zoek onzichtbaar de koningin , verleidt haar en ze vermoorden samen de koning.”
Moraal gaat verder dan regels, tradities en maatschappelijke codes. Het is datgene wat je , ook als je onzichtbaar bent zou zij en jezelf zou opleggen of verbieden. = handelen zonder druk van buiten af. (vrijheid)
“wat is volgens jou (als sociaal werker) goed sociaal werk?” -
. Bespreek: “Het is een gegeven dat sociaal werk altijd moraliserend is.” Ga vervolgens in op “keuzes maken in ethische kwesties is noodzakelijk subjectief”.
Moraliseren wordt ook wel gezien als het wijzen met de vinger, en wordt vaak verward met belonen en straffen. = “de sociale politie”. Moraliseren staat tegenover vrijheid , respect en tolerantie.
Het is beïnvloeding van gedrag van mensen in de richting van wat algemeen als ‘goed’ wordt beschouwd. Sociaal werk komt dus tussen bij mensen die afwijken. Het vakmanschap en meesterschap moeten ons hiertegen beschermen. Keuzes maken in ethische kwesties is hierin noodzakelijk. Het afwegen van waarden en normen , waarbij de eindverantwoordelijkheid bij de sociaal werker ligt. = zijn niet absoluut of alles omvattend maar altijd tegensprekelijk. -
Bespreek en verbind met ‘waarden’ : “Een persoon die geconfronteerd wordt met een ethisch dilemma, is dus veroordeeld tot een moreel falen: wat er ook gedaan wordt, er is altijd een ‘moreel residu’, een gewetensprobleem.”
Een moreel residu is moreel falen en een gewetensprobleem. In een ethisch dilemma vindt er een botsing plaats tussen verschillende waarden. Dit komt omdat er een keuze gemaakt moet worden tussen twee waarden, die allebei waardevol zijn. “om iets gewenst te krijgen moet je misschien wel een niet ethische daad verrichten”. = ethisch falen. -
Bespreek de dimensie ‘belangen’ in ethisch handelen.
Er zijn drie verschillende soorten belangen. Het eigenbelang, het belang van anderen en het algemeen belang.
Eigenbelang = het voordeel op korte termijn en op lange termijn voor zichzelf. Voor een sociaal werker is het belangrijk dat deze goed kijkt naar alle belangen die spelen zodat de professional niet teveel uitgaat naar enkel het eigen belang van de cliënt. Deze moeten dat ook vanuit alle kanten bekeken worden (micro, meso, macro)
Algemeen belang = het macroniveau , het belang van de samenleving.
Sociaal werkers worden geconfronteerd met de spanningsvelden tussen deze verschillende belangen. Welke weegt nu het zwaarst? -
Bespreek vanuit het ‘Trolley-probleem’ de consequentialistische ethiek.
“er worden 5 mensen overreden , jij kan een handel overhalen waarbij er maar 1 iemand overreden wordt, wat doe je ? “
De consequentialistische redernering : je beslist of een handeling goed is op basis van de gevolgen die veroorzaakt worden. (hierbij wordt niet gekeken naar individuele rechten ) -
Bespreek de doctrine van het dubbel effect. Onderbouw vanuit het ‘trolleyprobleem: de dikke man’ en het abortusdilemma.
Deze kan het overhalen van de handel legitimeren omdat we de dood voorkomen van een aantal mensen en voldoen aan de plicht om niet te doden. De dood van de man op het zijspoor is een jammerlijk effect, het is niet de intentie om de man te doden. De vijf mensen redden is het bedoelde gevolg. De dikke man wordt gezien als middel om andere te redden. -
Bespreek de zorgethiek van Tronto en duid haar relevantie voor het sociaal werk.
Bij zorgethiek gaat het over praktische wijsheid en attitudevorming. Hierbij wordt het handelen van de persoon centraal gesteld. Het gaat hier niet over hoe iemand hoort te handelen maar over welk soort persoon ben ik , en wil ik zijn? Waarbij niet de morele waarde van de handeling voorop staat maar het doel. De vraag van wat de handeling bijdraagt aan het individu.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden