Samenvatting: Human And Animal Biology
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van HUMAN AND ANIMAL BIOLOGY
-
1 Lz2: Het fenotype
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen erfelijke fenotypische plasticiteit en aanpassing in fenotypische plasticiteit?
Erfelijk:
Kinderen van lange ouders zijn vaak ook lang
Aanpassing:
Kinderen van ouders die sporten en dus gespierd zijn, zullen alleen gespierd worden als zij zelf ook gaan trainen -
Wat is het verschil tussen population gradualism en phenotypic gradualism?
Population gradualism: nieuwe eigenschappen worden meer frequent in de populatie, doordat ze eerst in een klein gedeelte van de populatie zaten en vervolgens meer frequent worden in de hele populatie.
Phenotypic gradualism: nieuwe traits worden over de evolutie geproduceerd in een serie kleine veranderingen over vele generaties -
Wat is het verschil tussen conformeren en reguleren mbt homeostase?
Conformeren:
Inwendig milieu wordt gelijk aan uitwendig milieu, geen aanpassingen
Reguleren:
Inwendig milieu blijft gelijk, onafhankelijk van het uitwendig milieu
Dit kan zowel temperatuur als osmotische waarde betekenen. -
Welke twee migratie patronen zien we terug in vissen?
Anadroom: geboren in zoetwater en volwassen in zout water
Katadroom: geboren in zout water en volwassen in zoet water -
Wat voor aanpassingen hebben kanoets in hun dieet/migratie?
Tijdens hun migratie hebben ze verschillende voedsel bronnen:- tweekleppigen ("harde prooi")
- spiermaag 10% van totale lichaamsgewicht
- arthopoden/insecten ("zachte prooi")
- grootte van de spiermaag neemt 60% af in 8 dagen
De spiermaag gaat, bij eten van harde prooi, terug naar originele grootte in 6 dagen, ook al heeft de kanoet een jaar alleen maar zacht voedsel gegeten.
Ditzelfde concept gaat ook op voor vogels die variatie hebben in vezels (hoog vezelgehalte --> grote spiermaag.
De meeste organen nemen in grootte af tijdens migratie.
Deze fenotypische plasticiteit komt ook bij vrouwen voor de zwanger zijn. -
Wat voor fenotypische aanpassingen vinden we terug bij sporters? Hoe kun je verschillen zien tussen een sprinter en een hardloper?
Marathon renners zijn getraind op duurzaam gebruik van kracht. Het is voor hen waardevol om zo min mogelijk gewicht mee te nemen op hun run, daardoor hebben ze weinig spieren.
Sprinters moeten het juist van snelle kracht hebben en veel spiermassa, daarom zijn hun spieren veel groter. -
Wat houdt hoogte stage in?
De indische gans (Anser indicus ) vliegt over dehimalaya . Zijn long capaciteit en zuurstofaffiniteit nemen hierdoor toe.Sporters kunnen dit effect ook bereiken met hoogte stage. Hierdoor krijgen ze:- lagere rust hartslag
- meer hemoglobine
- betere tijden op 50m sprint en 3km (minimaal 14 dagen)
-
2 Lz3: Ontwikkelingsbiologie
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn belangrijke stadia in de ontogenie van vertebraten en mens?
- Zygote
- fusie ei en spermacel
- Blastula
- tijdens klievingsdelingen ontstaat een blastula met blastocoel (klievingsholte), die later weer verdwijnt
- Blastocyct
- thropohoblast: voeding embryo
- embryoblast: vorming
- vormt een ovale plaat van 2 cellagen dik: blastodisc:
- epiblast
- hypoblast
- Gastrulatie
- vorming van drie kiemlagen door migraties van cellen en archenteron (ectoderm, mesoderm, endoderm)
- Organogenese
- neurulatie (incl. Vorming van vierde kiemblad: de neurale lijst) vorming van lichaamsorganen en begin groei
- Groei
- bereiken van adulte vorm
- Zygote
-
Wat zijn extra-embryonale structuren bij vogels?
- Amnion
- direct om embryo
- voorkomen uitdrogen en schokabsorptie
- Chorion
- buitenste vlies om totale embryo
- bescherming en gaswisseling
- Allantois
- ontstaan uit de darm
- afval en respiratie oppervlak
- Dooierzak
- nutriënten
-
Wat is het verschil tussen de dooierzak van watervertebraten, reptielen en vogels en zoogdieren?
Bij watervertebraten, reptielen en vogels wordt de dooierzak gevormd uit dooierrijke cellen of de gele dooier. Bij zoogdieren wordt de dooierzak gevormd uit de hypoblast en is de het vroegst aangelegde extra-embryonale vlies. De functie van de dooierzak is de vroege óf gehele voeding en rol in hematopoëse.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Human And Animal Biology
-
Lz4: Ontwikkelingsbiologie mechanismen
-
Lz5: Huid en huidderivaten
-
Lz6: Been en kraakbeen: het skelet
-
Lph7: Communicatie neurobiologie
-
Lph8: Endocrinologie - E-L: Endocrinologie II
-
Lph9: Endocrinologie en reproductie
-
Lph10: Sensoriek - Zintuigen
-
Lph11: Autonome zenuwstelsel
-
Lz12: Hersenen en gedrag
-
Lz13: Motorische systemen, skeletspieren