Lph10: Sensoriek - Zintuigen

18 belangrijke vragen over Lph10: Sensoriek - Zintuigen

Pas je kennis van de volgende termen toe: tonische en fasische receptoren, localisatie‐ vermogen, tweepuntsdiscriminitatie, receptieve velden, laterale inhibitie, toondrempel‐ audiogram, temporale en spatiële summatie, Weber‐wet, flikkerfusiefrequentie, kleurmenging, gezichtsscherpte, donkeradaptatie en neurale verwerkingsprincipes tast‐, oor en oogzintuigen

tonische en fasische receptoren:
localisatie‐ vermogen:
tweepuntsdiscriminitatie:
receptieve velden:
laterale inhibitie:
toondrempel‐ audiogram:
temporale en spatiële summatie:
Weber‐wet:
flikkerfusiefrequentie:
kleurmenging:
gezichtsscherpte:
donkeradaptatie en neurale verwerkingsprincipes tast‐, oor en oogzintuigen:

Kun je je meetresultaten interpreteren en verklaren, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen van de psychofysiologische meetmethode?

Nee

Welke zintuigen behoren tot somatosensorische zintuigen?

  • De tastzintuigen in de huid samen met druk-, pijn-, en temperatuurzintuigen.
  • de proprioceptoren in spieren en gewrichten, die informatie sturen naar de hersenen over de positie van ons lichaam
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De somatosensorische receptoren in de huid behoren tot verschillende typen, welke? Hoe komen signalen aan in de hersenen?

  • Mechanoreceptoren
  • thermoreceptoren
  • nociceptoren
Deze receptoren bestaan uit (gespecialiseerde structuren bij) zenuwuiteinden. Zodra de receptor door de stimulus wordt geactiveerd, zal dit leiden tot activatie van de sensorische neuronen. Activatie is meetbaar in de frequentie van actiepotentialen die door het sensorisch neuron gegenereerd wordt. Via tweede en derde orde neuronen komt het signaal (via de thalamus) aan in de somatosensorische cortex.

Hoe is de somatosensorische cortex georganiseerd?

Topografisch, dat wil zeggen dat elke plek op de huid een eigen plek op de cortex heeft (somatotoop; de homunculus).

Wat zijn de somatosensorische verbindingen naar de cortex?

  • Spinohypothalame tractus
  • dorsale kolommediale lemniscale tractus
Beide kruisen van de linker naar de rechterhelft van het zenuwstelsel, en vice versa, waardoor stimuli aan de linkerzijde van het lichaam in de rechter somatosensorische cortex worden verwerkt en vice versa.

Waardoor is het effect van een unilatere (=eenzijdige) dwarslaesie op de somatosensorische zintuigwaarneming afhankelijk van het niveau van de dwarslaesie?

Het neuronale niveau waarop de kruising van de verbindingen naar de cortex plaatsvindt is verschillend:
  • direct in de ruggenmerg
    • spinohypothalame tractus:
      • nociceptoren
      • thermoreceptoren
  • in de hersenstam
    • dorsale kolom-mediale lemniscale tractus:
      • mechanoreceptoren
      • proprioceptoren

Bespreek de resultaten van de tweepunts‐discriminatie test. Wat zeggen deze over de grootte van de receptieve velden in de verschillende geteste huidgebieden?

De receptieve velden in de vingers zijn kleiner dan in de andere geteste gebieden. Dit is te zien aan de afstand tussen de prikpunten waaraan nog steeds de verschillende punten te voelen zijn. Kleinere receptieve velden betekent dat het huidgebied preciezer kan voelen waar een stimulus plaatsvindt.

In welk geluidsbereik zijn wij het meest gevoelig in het waarnemen van geluid (kunnen we het beste horen). Waarom specifiek dit bereik?

Wij zijn het meest gevoelig in het waarnemen van geluid in het geluidsbereik tussen 95 Hz en 15.000 Hz. Waarschijnlijk specifiek dit bereik omdat metsen in deze toonhoogte spreken.

Verklaar het verschil tussen het audiogram met en zonder maskeertoon. Waarom wordt een toon van 1200 Hz meer verstoord dan een toon van 800 Hz? Neem in je antwoord mee hoe geluid wordt omgezet in een elektrisch signaal dat naar het brein gaat. Maar ook hoe codering wordt gereguleerd (‘basilar membrane’)

Met maskeertoon is het geluid lastiger waar te nemen omdat er meer stimuli zijn. Een toon van 1200 Hz wordt meer verstoord dan een toon van 800 Hz omdat de maskeertoon dichter bij 1200 Hz ligt dan bij 800 Hz.

Waaruit bestaat het visueel systeem?

Het visueel systeem bestaat uit het oog met daarin de werkelijke zintuigcellen, de oogzenuw en de visuele cortex in de occipitale lob.

Hoe wordt licht en kleur gedetecteerd? De twee verschillende typen fotoreceptoren (kegeltjes en staafjes) variëren in vier dingen, welke?

Lichtgolven worden door het oog gefocust op de retina (=netvlies) waarin fotoreceptoren liggen, de kegeltjes en staafjes. De verschillende typen fotoreceptoren variëren in hun locatie op de retina, in hun lichtgevoeligheid (intensiteit), in hun gevoeligheid voor golflengte van licht (kleur) en in hun onderscheidend vermogen (scherpte).

Door welk fotopigment wordt het licht geabsorbeerd? Waarin dissocieert dit vervolgens? Wat is hiervan het gevolg?

Het licht wordt geabsorbeerd door het fotopigment rodopsine, dat hierdoor dissocieert in retinal en opsine. Als gevolg hiervan ontstaat een verandering in de zintuigcel potentiaal (receptorpotentiaal).

Wat zit er in het visueel systeem tussen de zintuigcel en de eerste orde sensorische neuron van de oogzenuw?

In het visueel systeem is geen direct contact tussen de zintuigcel en het eerste orde sensorische neuron van de oogzenuw; hiertussen zitten de bipolaire cellen. De receptorpotentiaal van de zintuigcel leidt tot verandering in neurotransmitter‐ afgifte, welke via de bipolaire cellen leidt tot een verandering in de actiepotentiaal frequentie van het sensorische neuron.

Waar kruizen de oogzenuwen?

De oogzenuwen kruizen in het optisch chiasma. De sensorische neuronen uit de linker helft van beide ogen sturen informatie naar de rechter visuele cortex en vice versa.

Met welke vier metingen is het onderscheidend vermogen van het visueel systeem te bepalen?

  • Weber Wet
    • welk verschil in licht intensiteit is nog net waarneembaar?
  • flikkerfusie-frequentie
    • wanneer zijn opeenvolgende lichten nog apart waarneembaar?
  • kleurmenging
    • wanneer zijn opeenvolgende kleuren nog net te onderscheiden?
  • hoe scherp kunnen we zien bij beperkte aanwezigheid van licht?

Wat houdt de Weber‐Wet in en waarom wordt de Weber‐Wet een psychofysische wet genoemd?

Het nog net waarneembare verschil tussen twee stimuli, deltaV, neemt evenredig toe met de stimulus‐intensiteit, Vmax. deltaV/Vmax is dus volgens de Weber-Wet een constante.

dI / I = constant (Weber‐constante) De Weber-Wet wordt een psychofysische wet genoemd omdat…..

Leg uit welke 2 onderdelen in het visueel systeem verantwoordelijk zijn voor het fenomeen kleurmenging. Bespreek daarbij ook de wijze waarop het zien van kleuren tot stand komt (hoe werken ze samen)..

Het licht valt op het retina, waar zich de fotoreceptoren staafjes en kegeltjes bevinden. De kegeltjes zijn gevoelig voor kleur. Er zijn drie soorten kegeltjes: voor groen licht, rood licht en blauw licht. Deze kegeltjes geven met verandering van kleur andere neurotransmitters af aan de bipolaire cellen. De bipolaire cellen geven vervolgens verschillende frequenties actiepotentialen door aan de eerste orde sensorische cel van de oogzenuw. Als bij kleurmenging de kleuren teveel op elkaar lijken worden dezelfde neurotransmitters doorgegeven en lijkt de kleur hetzelfde.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo