Moleculaire pathologie - Genotype-fenotype mutaties
7 belangrijke vragen over Moleculaire pathologie - Genotype-fenotype mutaties
Wat is een genotype-fenotype correlatie?
- locatie, type en effect van de mutatie
- klinische expressie en/of ergheid van de ziekte
Waarom zijn genotype-fenotype correlaties zo'n belangrijk aspect in de genetica?
- Prognose en behandeling gebaseerd op een specifieke mutatie. Oftewel gepersonaliseerde genetica/medicijnen
Een voorbeeld is de MEN2 en Hirschsprung disease. Wat is hier aan de hand?
Bij de ene is er een activatie (gain of function) dat zorgt voor Hereditary endocrine tumours
Bij de ander is er inactivatie (loss-of-function) wat zorgt voor Developmental disorder no ganglion cells in colon
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarom is bij OI een null allel minder heftig dan een gemuteerd allel?
Een ander voorbeeld is BMD en DMD. Hoe zit het daarmee?
Als deze out-of-frame zijn krijg je DMD
Bij in-frame: BMD
Het ligt er aan in welk exon dus
Waarom is BMD minder heftig dan DMD?
Waarom is het moeilijk om genotype-fenotype correlaties te vinden?
- Omgevingsfactoren kunnen ook een rol spelen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden