Gebreken en onderhoud - Actiemiddelen van de huurder

7 belangrijke vragen over Gebreken en onderhoud - Actiemiddelen van de huurder

Welke mogelijkheid heeft de huurder wanneer de verhuurder niet voldoet aan zijn verplichting om een gebrek te verhelpen?

Dan kan de huurder het gebrek zelf verhelpen. Hij kan de kosten daarvan verrekenen met de huur --> het 'zelfverhelpingsrecht': artikel 7:206 lid 3 BW.

De huurder hoeft daarvoor niet vooraf toestemming aan de rechter te vragen.

Dit recht heeft de huurder uitsluitend als vaststaat dat de verhuurder in verzuim is.

Verstrijkt de termijn zonder dat de verhuurder het gebrek heeft hersteld, dan is de verhuurder in verzuim en kan de huurder zelf aan het werk.

Wat kan de huurder doen als er een gebrek bestaat dat zijn huurgenot vermindert?

Dan kan de huurder een daaraan evenredige vermindering van de huurprijs vorderen (art. 7:207 lid 1 BW).

Die vermindering gaat op zijn vroegst in op de dag waarop de huurder de verhuurder behoorlijk op de hoogte heeft gesteld van het bestaan van het gebrek. De huurvermindering duurt voort totdat het gebrek is verholpen.

Wat zal de huurder moeten doen als een huurder een evenredige vermindering van de huurprijs wil bewerkstelligen?

Hij zal daarvoor een gerechtelijke procedure moeten voeren. Het is de rechter die bepaalt of de huurprijs verminderd wordt en zo ja, met hoeveel.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat kan de huurder, naast huurvermindering, doen als een gebrek zijn huurgenot vermindert?

Hij kan ook een beroep doen op zijn opschortingsrecht (art. 6:262 BW).

Dit heeft alleen tot gevolg dat de huurder uitstel van betaling krijgt zolang de verhuurder de gebreken niet verhelpt. Van uitstel komt echter geen afstel.

Verhelpt de verhuurder de gebreken, dan moet de huurder alsnog met terugwerkende kracht over de gehele periode de huur volledig betalen.

Wil de huurder niet alleen uitstel maar ook afstel, dan zal hij in een gerechtelijke procedure huurvermindering moeten vorderen o.g.v. artikel 7:207 BW.

Is de vordering van de huurder tot huurvermindering aan een termijn gebonden?

Ja, de vordering kan niet verder teruggaan dan zes maanden te rekenen vanaf de dag waarop de huurder zijn vordering bij de rechter instelt (art. 7:257 BW).

Wat is de voorwaarde voor het recht op huurvermindering?

De huurder moet de verhuurder op de hoogte hebben gesteld van het bestaan van het gebrek (art. 7:206 en 7:222 BW).

De huurvermindering gaat in op de dag waarop de huurder de verhuurder op de hoogte heeft gesteld of op de dag waarop de verhuurder bekend was met het bestaan van het gebrek. Huurvermindering duurt voort tot het moment waarop de verhuurder het gebrek heeft verholpen.

Welke andere mogelijkheid hebben huurders van niet-geliberaliseerde woonruimten om een verlaging van de huurprijs te bewerkstelligen als er gebreken zijn?

Artikel 7:257 lid 2 BW biedt hen de mogelijkheid de Huurcommissie te vragen de huurprijs te verlagen.

De beide mogelijkheden kunnen niet worden gecombineerd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo