Immuun over-reactie - Interne bedreiging - Auto-immuun probleem

105 belangrijke vragen over Immuun over-reactie - Interne bedreiging - Auto-immuun probleem

Wat is autoimmuniteit?

Verminderen van zelf-tolerantie: verworven (adaptieve) immuunsysteem richt zich tegen auto-antigenen (autoAg) met als resultaat (klinische symptomen) weefsel/orgaanschade of -dysfunctie met of zonder ontsteking
  • ontsteking ontstaat wanneer endogene stress associated molecular patterns (SAMPs) geactiveerd worden waardoor aangeboren immuunsysteem ook bijdraagt aan AIZ

Kan geïnduceerd worden door autoAg of lichaamsvreemd Ag


Autoreactiviteit is niet gelijk aan auto-immuunziekte
  • iemand kan autoreactieve cellen hebben maar geen immuunziekte

Wat is meestal de oorzaak van autoimmuniteit en met welke antigenen worden AIZ geassocieerd?

Erfelijkheid maar niet altijd duidelijk uit familiegeschiedenis door
  • novo mutaties
  • mosaïcisme: mutaties niet aanwezig in alle cellen
  • polygenetische AIZ zijn complex en kunnen zich verschillend presenteren in verschillende familieleden.


Meeste AIZ zijn geassocieerd met Human Leukocyte Antigen (HLA) type
  • HLA antigenen zijn verantwoordelijk voor Ag presentatie en regulatie van het adaptieve immuunsysteem

Wat is de epidemiologie van AIZ?

aantal AIZ stapelen zich vaak op binnen individu en/of familie door
  • gedeelde genen
    • HLA types
    • polymorfisme van andere genen die met immuunsysteem te maken hebben.
  • gedeelde omgevingsfactoren
    • blootstelling pathogenen, dieet en microbioom
  • Maar 50% van alle AIZ kan niet verklaard worden.


Meerdere AIZ in één individu/familie komt vaak voor.

Hogere AIZ prevalentie in vrouwen dan in mannen
  • rol vrouwelijke geslachtshormonen?

 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is een auto inflammatoire ziekte en hoe ontstaat het?

Chronische ontsteking die niet afhangt van auto-antigenen of lichaamsvreemde antigenen (geen autoreactieve T-cellen of B-cellen, geen autoAs)
  • Met/zonder koorts, CRP verhoogd, bezinking

Ontstaat door
  • abnormale activatie van het aangeboren immuunsysteem
  • Inadequate resolutie van de ontsteking
    • nadat ontsteking ingang is gezet

Wat is meestal de oorzaak van autoinflammatoire ziekte (AIFZ) en welke 3 groepen zijn er?

Erfelijkheid maar niet altijd duidelijk uit familiegeschiedenis door
  • novo mutaties
  • mosaïcisme: mutaties niet aanwezig in alle cellen
  • polygenetische AIZ zijn complex en kunnen zich verschillend presenteren in verschillende familieleden.

Niet geassocieerd met Human Leukocyte Antigen (HLA) type.

Een groep AIFZ is de periodieke koortssyndromen (defecte genen die coderen voor eiwitten betrokken bij ontsteking waardoor koorts-veroorzakende cytokines verhogen) maar er zijn ook groepen AIFZ die geen koorts veroorzaken.


Een groep AIFZ genaamd 'Mixed pattern diseases' zijn wel HLA geassocieerd.
  • Spondylarthropathieën (SA)
    • ziekte van Bechterew
    • Reiter (reactieve artritis)
    • Artritis bij IBD of psoriasis

Hoe ziet de anamnese van de AIFZ groep periodieke koortssyndromen eruit?


pijnlijke huidplekken en algemeen pijn

Rode vlekken en bulten in de huid
kinderen --> jeukende, urticaria
Ontstoken ogen --> komt wel voor, niet zo heel vaak.
  • roodheid zit niet rondom iris (geen irdiocyclitis) maar conjunctivitis
Gewrichten --> Rode plekken zitten vooral tussen de gewrichten maar kunnen overal voorkomen.
Koorts afwisselend
Paracetamol/Ibuprofen werken onvoldoende
Lokkende factoren
  • voorafgaande infectie gehad waardoor afweer verminderd is
  • stress
Intensief contact met dieren
lab
  • CRP kan verhoogd
  • Serum amyloïde A protein (SAA) kan verhoogd
  • bezinking kan verhoogd

Wat past bij diagnostiek van ultra orphan disease?

Passend
Hoge BSE, CRP
trombocytose
granulocytose 

Alarmsignaal
hoge koorts +
  • normale bezinking
  • normale trombo's en normale granulocyten     

Hoe wordt AIFZ koortssyndroom ultra orphan disease behandeld?

Behandeling
  • tocilizumab
    • monoclonale antistof, anti-IL-6 receptor
    • remt acute fase reactie
      • nadeel geen IL-6 = geen CRP
        • iemand die tocilizumab gebruikt kun infectie niet uitsluiten omdat CRP laag is
  • canakinumab/anakinra
    • recombinant IL-1b-receptor antagonist
    • remt IL-6 en ontsteking, koorts
  • emapalumab
    • anti-IFN-y
      • stopt overactivatie van macrofagen

2 verschillen tussen AIZ en AIFZ?

AIZ wel geassocieerd met HLA
AIFZ niet geassocieerd (behalve groep 'mixed pattern diseases')

AIZ sterk geassocieerd met vrouwelijk geslacht
AIFZ niet sterk geassocieerd met vrouwelijk geslacht

Wat voor invloed hebben auto-immuunziekten op de mechanismen van celdood?


Problemen met primaire afbraak (apoptose) en opruimen van apoptotische materiaal

  • resterend materiaal kan leiden tot accumulatie ( en dus meer pro-inflammatoire cytokines) en secundaire necrose
    • pro-inflammatoire cytokines moeilijk weer remmen --> chronische ontsteking kan ontstaan






Beschrijf de werkingsmechanisme van calcineurine remmers?

APC bindt aan TCR van t-helper cel
processen intracellulair T-cel
  • enzym calcineurin zorgt IL-2 aanmaak
  • remming enzym --> minder cytokines IL-2
  • onderdrukking T-cel activatie van cytotoxische T-cel --> cel gemedieerde immuniteit geremd

Beschrijf de werkingsmechanisme van mTOR remmers?


geneesmiddel bindt aan FKBP --> complex --> bindt aan mTOR waardoor de progressie van geactiveerde T-cellen niet prolifereren (celcyclus G1-->S fase onderbreken)
Minder proliferatie van cytotoxische T-cellen
  • risico leukopenie

Remmen B-cel proliferatie en Ig productie

Beschrijf de werkingsmechanisme van corticosteroïden en op welke deel van je immuunsysteem heeft het effect?

Werking op diverse gebieden mRNA niveau

Binden aan glucocorticoïde receptoren in celkern
  • remming gen transcriptie (factor NF-kB) waardoor inflammatoire eiwitten worden geremd (leukotriënen, prostaglandines, histamine, bradykinine, cytokines IL-1 en IL-2, interferon, TNF)
    • anti-inflammatoir
    • werking niet-direct

Verstoord gehele immuunsysteem (aangeboren en adaptief)
  • Verstoord signalering via Toll-Like receptor (patroonherkenning)
  • Verminderd functie CD4+
  • Verstoorde functie dendritische cel
    • TCR signalering beperken
  • Verminderen productie Ig
    • apoptose onrijpe B-cellen en rijpe B-cellen minder gevoelig
  • Fagocytaire activiteit verminderd, afbraak micro-organismen verslechteren
  • Verminderd vasodilatatie en permeabiliteit -> leukocyten blijven in bloedbaan en migreren nauwelijks naar weefsel
    • hoge leukocyten aantal in bloed

Beschrijf de werkingsmechanisme van cytotoxische geneesmiddelen?

Methotrexaat (lage dosering)
  • folinezuur antagonist
    • remming omzetting foliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur
  • remt DNA, RNA en eiwitsynthese
    • want omzetting van foliumzuur is belangrijk voor de synthese van nucleïnezuren bij de celdeling
  • Remt T-cel proliferatie
    • beenmergdepressie
  • Renaal geklaard, niet door lever

Cyclofosfamide
  • prodrug
  • DNA basen alkyleren -> kapot maken
  • Remt T-cel proliferatie
    • beenmergdepressie
  • gebruik in oncologie


Mycofenolzuur
  • Aangrijpen enzym voor celcyclus
  • Remt T-cel proliferatie
    • beenmergdepressie


Azathiopurines
  • pro drug
  • bouwt zich in DNA keten --> onwerkzaam
  • Remt T-cel proliferatie (leukocyten dood)
    • beenmergdepressie
  • gebruik gemaakt van interacties

Hoe kunnen biologicals worden afgebroken?

Biological zijn soort van antistoffen
  • lichaam kan reageren door antistoffen te maken
    • neutraliserende antistof
      • biological wordt onwerkzaam gemaakt -> interactie met ander geneesmiddel om antistoffen te voorkomen.
    • niet-neutraliserende antistof
      • antistof bindt aan biological waardoor biological cytokine binding molecuul groter wordt en makkelijker door immuunsysteem opgeruimd kan worden.
Afbraak via
  • endocytose
  • proteolyse
  • target mediated clearance
    • Infliximab (TNF-a remmer)
    • binding aan cytokine (groter molecuul) zodat het wordt afgebroken door immuunsysteem.
  • formatie immuuncomplexen

Hoe kunnen biologicals worden afgebroken?

Biological zijn soort van antistoffen
  • lichaam kan reageren door antistoffen te maken
    • neutraliserende antistof
      • biological wordt onwerkzaam gemaakt -> interactie met ander geneesmiddel om antistoffen te voorkomen.
    • niet-neutraliserende antistof
      • antistof bindt aan biological waardoor biological cytokine binding molecuul groter wordt en makkelijker door immuunsysteem opgeruimd kan worden.
Afbraak via
  • endocytose
  • proteolyse
  • target mediated clearance
    • Infliximab (TNF-a remmer)
    • binding aan cytokine (groter molecuul) zodat het wordt afgebroken door immuunsysteem.
  • formatie immuuncomplexen

Wat zijn biologicals en wat is het doel van biologicals?


Biologicals zijn afkomstig van een levend organisme, selectieve signaalremming + biologische oorsprong
  • umab = humaan antistof
  • zumab = gehumaniseerd (epitoop is dierlijk)

Voordeel = toediening infuus of injectie (snelle werking)
Nadelen = duur, infectierisico, eigen lichaam kan biological onwerkzaam maken

Doel biologicals
  • wegvangen cytokinen
  • blokkeren van cytokine receptoren
  • remming cytokinen signalering

Wat zijn biologicals en wat is het doel van biologicals?


Biologicals zijn afkomstig van een levend organisme, selectieve signaalremming + biologische oorsprong
  • umab = humaan antistof
  • zumab = gehumaniseerd (epitoop is dierlijk)

Voordeel = toediening infuus of injectie (snelle werking)
Nadelen = duur, infectierisico, eigen lichaam kan biological onwerkzaam maken

Doel biologicals
  • wegvangen cytokinen
  • blokkeren van cytokine receptoren
  • remming cytokinen signalering

Wat is de rol van TNF-a in een auto-immuunziekte zoals reumatoïde artritis en psoriasis (Th17 gedreven ziekten)?

TNF-a
  • koorts
  • adhesiemoleculen komen tot expressie
    • ontstekingscellen intreden
  • chemokine release
    • aantrekking ontstekingscellen
  • productie andere cytokines
    • IL-1, IL-6, GM-CSF
  • angiogenese
  • weefselschade

Hoe worden cytokinen tegen constitioneel eczeem gebruikt?

Eczeem is een chronische huidontsteking

Pleiotropy
  • cytokine werkt op meerdere cellen (IL-4)
Redundancy  
  • meerder cytokinen hebben dezelfde werking (IL-4 en IL-13)


IL-4 --> IgE productie
IL-13 --> jeuk in huid
---> beide direct reactie op huid

Welke biologicals kunnen gegeven worden voor RA, psoriasis en eczeem? Maar ook bij andere aandoeningen (MDL, longziekten, transplantatie, oncologie)


TNF alpha remmersInfliximab
  • anti-TNF-a antistof
    • bindt aan TNF en vormt complex dat TNF niet kan binden aan TNF-receptoren

Interleukine remmers
Tocilizumab
  • anti-IL-6 inhibitor
Canakinumab
  • anti-IL-1 inhibitor
Ustekinumab
  • remming IL-12 en IL-23 waardoor Th1 cellen en Th17 cellen niet worden geactiveerd
Dupilumab
  • anti-interleukin-4 receptor-alpha blokkeert IL-4 en IL-13 tegelijk

B-cel remmers en T-cel remmers
Rituximab
  • B-cel inhibitor (remming humorale immuniteit)
    • binding aan het CD20-antigeen op (B-cellen) leidt tot celdood B-cel
    • gebruik bij non-hodgkinlymfoom en auto-immuunziekten
Basiliximab
  • remmen T-cel-proliferatie
    • gebruik bij orgaantransplantaties
Abatacept
  • remming co-stimulatie van APC - Th-cel

Welke biologicals kunnen gegeven worden voor RA, psoriasis en eczeem? Maar ook bij andere aandoeningen (MDL, longziekten, transplantatie, oncologie)


TNF alpha remmersInfliximab
  • anti-TNF-a antistof
    • bindt aan TNF en vormt complex dat TNF niet kan binden aan TNF-receptoren

Interleukine remmers
Tocilizumab
  • anti-IL-6 inhibitor
Canakinumab
  • anti-IL-1 inhibitor
Ustekinumab
  • remming IL-12 en IL-23 waardoor Th1 cellen en Th17 cellen niet worden geactiveerd
Dupilumab
  • anti-interleukin-4 receptor-alpha blokkeert IL-4 en IL-13 tegelijk

B-cel remmers en T-cel remmers
Rituximab
  • B-cel inhibitor (remming humorale immuniteit)
    • binding aan het CD20-antigeen op (B-cellen) leidt tot celdood B-cel
    • gebruik bij non-hodgkinlymfoom en auto-immuunziekten
Basiliximab
  • remmen T-cel-proliferatie
    • gebruik bij orgaantransplantaties
Abatacept
  • remming co-stimulatie van APC - Th-cel

Welke 3 vragen/kenmerken zijn belangrijk bij de anamnese van reumatische klachten?

Anamnese

  • chronische of acuut
    • >3 maanden
    • of <3 maanden (systeemziekten)
  • locatie
    • gegeneraliseerd
    • axiale skelet = wervelkolom
    • perifere gewrichten/plekken
      • mono - 1
      • oligo - 2 of 3
      • poly - meer dan 4
  • inflammatoire kenmerken
    • langdurige ochtendstijfheid (>30-60min)
    • pijn in rust en s' nachts, verminderd bij bewegen
    • pijn vooral 's ochtends
    • algehele verschijnselen: koorts, afvallen
  • niet inflammatoire kenmerken
    • kortdurend startpijn en stijfheid (<5min)
    • meer pijn bij bewegen, verminderd rust
    • pijn vooral s' middags en s' avonds
    • geen algehele verschijnselen

Welke 3 vragen/kenmerken zijn belangrijk bij de anamnese van reumatische klachten?

Anamnese

  • chronische of acuut
    • >3 maanden
    • of <3 maanden (systeemziekten)
  • locatie
    • gegeneraliseerd
    • axiale skelet = wervelkolom
    • perifere gewrichten/plekken
      • mono - 1
      • oligo - 2 of 3
      • poly - meer dan 4
  • inflammatoire kenmerken
    • langdurige ochtendstijfheid (>30-60min)
    • pijn in rust en s' nachts, verminderd bij bewegen
    • pijn vooral 's ochtends
    • algehele verschijnselen: koorts, afvallen
  • niet inflammatoire kenmerken
    • kortdurend startpijn en stijfheid (<5min)
    • meer pijn bij bewegen, verminderd rust
    • pijn vooral s' middags en s' avonds
    • geen algehele verschijnselen

Beschrijf LO bij reumatische klachten.

Algemeen LO
LO -> patroonherkenning
  • epidemiologie (a prior kans)
    • leeftijd, geslacht, etniciteit
  • extra-articulaire manifestaties

Reumatologische onderzoek
  • beperkingen wervelkolom, gewichten, kracht
  • artritis?, tendinitis?
Huid, nagels, slijmvliezen, ogen
  • afwijkingen, psoriasis, vasculitis, urogenitaal oogontsteking
Gewrichten
  • aangedaan en niet aangedane gewrichten
  • reumatoïde artritis -> DIP gewrichten in handen doen niet mee
  • artritis psoriatica -> alle gewrichten in handen doen mee
  • artrose -> MCP gewrichten doen niet mee

Beschrijf LO bij reumatische klachten.

Algemeen LO
LO -> patroonherkenning
  • epidemiologie (a prior kans)
    • leeftijd, geslacht, etniciteit
  • extra-articulaire manifestaties

Reumatologische onderzoek
  • beperkingen wervelkolom, gewichten, kracht
  • artritis?, tendinitis?
Huid, nagels, slijmvliezen, ogen
  • afwijkingen, psoriasis, vasculitis, urogenitaal oogontsteking
Gewrichten
  • aangedaan en niet aangedane gewrichten
  • reumatoïde artritis -> DIP gewrichten in handen doen niet mee
  • artritis psoriatica -> alle gewrichten in handen doen mee
  • artrose -> MCP gewrichten doen niet mee

Wat kun je als aanvullend onderzoek doen bij reumatische klachten?

Aanvullend onderzoek
  • lab
    • ontstekingsparameters
    • bloedbeeld
    • autoimmuunserologie (op indicatie)
      • reumafactor, aCCP, ANA
        • verschillende vormen van artritis kunnen onderscheiden worden
      • differentiëren diagnose en  prognose
  • beeldvorming
    • röntgenfoto, CT
    • echo, MR
  • pathologie (biopt)
    • huid, synovium, nier en spier

Wat kun je als aanvullend onderzoek doen bij reumatische klachten?

Aanvullend onderzoek
  • lab
    • ontstekingsparameters
    • bloedbeeld
    • autoimmuunserologie (op indicatie)
      • reumafactor, aCCP, ANA
        • verschillende vormen van artritis kunnen onderscheiden worden
      • differentiëren diagnose en  prognose
  • beeldvorming
    • röntgenfoto, CT
    • echo, MR
  • pathologie (biopt)
    • huid, synovium, nier en spier

Beschrijf oligo-polyartritis
Anamnese
LO
aanvullend onderzoek

gelijk aan mono-artritis
LO -> patroonherkenning
  • epidemiologie (a prior kans)
    • leeftijd, geslacht, etniciteit
  • extra-articulaire manifestaties
aanvullend -> alleen bij specifieke vragen naar bepaalde diagnose

Mono-artritis veroorzaakt door bacterie
Welke bacteriën?
Diagnostiek
Behandeling

S.aureus
  • meest voorkomend
  • bij beschadigde gewrichten of kunstgewricht
streptococcen
  • bij hyposplenisme
H.influenzae
  • jonge kinderen
gramnegatieven, mycobacteriën en schimmels
  • immuungecompromiteerden
Neisseria gonorroea
  • seksueel actieven
Lyme (geinfecteerde teek met Borrelia bacterie)
  • huidafwijking met late (systemische) verschijnselen (mnd-jrn)
    • erythema migrans
  • extra-articulaire verschijnselen
    • meningitis, encefalitis, neuritis, facialisparese en ritmestoornissen

Diagnostiek
  • gewrichtspuntie en aspiratie
    • kweek, preparaat gramkleuring, serologie
    • kristalartritis uitsluiten
  • Lyme
    • PCR (synoviaal), serologie (antistoffen)

Behandeling
  • antibioticum i.v.
    • hoog gedoseerd, meerdere weken
    • direct beginnen, voor kweekuitslag
  • gewricht spoelen of (steeds) leegpuncteren
  • pijnstillers, NSAID
  • lokaal koelen

Mono-artritis veroorzaakt door kristallen
Oorzaak + pseudovorm?
Diagnostiek
Behandeling

Oorzaak
  • stapeling urinezuur, neerslaan als kristallen in gewrichten
    • verhoogd afbraak van nucleïnezuren door
      • overgewicht (meer cellen -> verhoogde urinezuurgehalte)
      • bepaalde voeding (bevat veel nucleïnezuren)
      • afbraak cellen (nucleïnezuren komen vrij)
      • alcohol (stimuleert afbraak)
    • verminderde secretie
      • nierfunctiestoornis
      • medicatie (bv diuretica)
      • alcohol
  • acuut: podagra (hevige pijn, rode zwelling in voet)
  • chronisch: togi (stapeling in knobbeltjes)

Calciumpyrofosfaatartritis
  • pseudojicht
  • vaak in pols, ouderen, bij artrose, ernstige infectieziekte
  • soms een stofwisselingstoornis
  • geen relatie met voeding
  • kristallen kleiner, plomper en minder dubbelbrekend

Diagnostiek
  • gewrichtspuntie en aspiratie
    • kweek (kan ook bacterie voorkomen naast jicht), microscopisch (kristallen)
    • eventueel preparaat met gramkleuring
    • serologie -> serumurinezuur (weinig diagnostische waarde)
Behandeling 
  • Aanval
    • prednisolon + NSAID (ontstekingsremmers)
    • geef effect
      • colchicine
    • onvoldoende effect of contra-indicaties
      • intra-articulaire glucocorticoïdinjectie
  • Profylaxe
    • urinezuurverlagende middelen  (allopurinol, febuxostat)
      • Niet geven bij calciumpyrofosfaatartritis
    • uitscheiding bevorderen (benzbromaron)

Beschrijf Reumatoïde artritis (RA)
kenmerken
Diagnostiek
Prognose

Niet-infectieuze, symmetrische polyartritis
  • vooral vrouwen (30-50 jaar)
  • risicofactor
    • roken
    • virale infecties
    • genen (HLA DR4 en DR1)
    • autoimmuniteit
    • proinflammatoire cytokines (TNF-a)
  • kan beginnen als mono of asymmetrisch
  • alle gewrichten kunnen meedoen
    • vooral kleine hand- en voetgewrichten
  • ochtendstijfheid (>30min)
  • extra-articulaire manifestaties
    • longfibrose (met name rokers), reuma noduli, vasculitis, sjörgen syndroom etc.


Diagnostiek
  • klinische diagnose
  • geen specifieke diagnostische test
  • bloedbeeld: CRP/BSE verhoogd
    • vaak voor monitoring behandeling
  • synoviaal vocht/punctie
    • bacterieel uitsluiten
  • serologie: reumafactor en/of antiCCP
    • beide hoeven niet positief te zijn
  • röntgendiagnostiek
    • in follow-up
    • zwelling en proliferatie van weke delen, peri-articulaire en gegeneraliseerde osteoporose, marginale erosies van het bot, subchondraal cysten, verlies van kraakbeen (gewrichtsspleet versmalt), subluxatie en andere standveranderingen, ankylose (botten schuren tegen elkaar), osteopenie (voorstadia van osteoporose)



Prognose afhankelijk van
  • RF/antiCCP (beide positief = slechtere prognose)
  • Extra-articulaire manifestaties
  • reactie op therapie
Prognose
  • verminderd functioneren
  • ongemak
  • iatrogene zaken (onderzoeken, opnames, bijwerkingen)
  • economische consequenties
  • overlijden

Beschrijf spondylarthropathieën (ankylosing spondylitis)
kliniek  + pathofysiologie
diagnostiek
behandeling
prognose

Inflammatoire aandoeningen met overlappende manifestaties
  • genetische markers HLA-B27
  • samenhangend met
    • perifere spondylartritis
      • zonder extra-articulaire manifestaties
    • IBD
    • Psoriasis
    • ankylosing spondylitis (Bechterew)

Pathofysiologie spondylarthropathieën
  • TNF-a, IL-12 en IL-23 spelen een belangrijke rol bij spondylartritis

Kliniek
  • inflammatoire rugpijn
    • ontstaat meestal ruim voor dertigste jaar
    • geleidelijk begin: over maanden
    • chronische aanwezig > 3 maanden
    • langdurige ochtendstijfheid > 1 uur, rug
    • symmetrische verminderde beweeglijkheid rug
  • Vaak gepaard met enthesitis ( pijn aanhechting van pees), uveitis (pijnlijk rood oog)en soms ook ontsteking van andere gewrichten dan rug
    • uveïtis: acuut, unilateraal, pijnlijk rood oog, fotofobie, hypopyon
  • comorbiditeit
    • depressie, DM-2, hypertensie, maligniteit, fibromyalgie, peptische ulcer

Diagnostiek
  • geen specifieke diagnostische test
  • Schober-test (bewegelijkheid lage wervelkolom)
  • radiologie
  • MRI ( bij twijfel, vóór start biological)
  • lab
    • inflammatie en chemie
    • ook goed voor monitoring

Prognose
  • ankylosering/verminderde functionaliteit
  • osteoporose/wervelfracturen
  • amyloïdose (ophoping amyloïde eiwit in weefsel)
  • verhoogde mortalitiet
Behandeling
  • oefentherapie + NSAID
  • alleen klachten nek en bij onvoldoende effect therapie --> biological
  • indien ook artritis: DMARD of biological

Beschrijf artritis psoriatica
kliniek
diagnostiek

>20% van de patiënten met psoriasis heeft een artritis
  • DIP betrokken
  • beperkte associatie met HLA-B27,
  • RF en anti-CCP negatief
  • kenmerken: dactylitis en enthesitis
 
diagnostiek
  • klinische diagnose
  • geen specifieke diagnostische test
  • lab: inflammatie, chemie, serologie (indien nodig voor differentiatie)
  • röntgen

Beschrijf de behandeling van oligo- en polyartritis

Niet medicamenteus
  • voorlichting over ziekte
  • fysiotherapie
  • ergotherapie
  • sociaal/maatschappelijke ondersteuning
medicamenteus
  • pijnstilling/ontstekingsremming
    • paracetamol, NSAID
  • injecties (glucocorticoïden)
  • biologicals (DMARD)
      • methotrexaat + glucocorticoïden
        • eventueel combi  hydroxychloroquine, sulfasalazine
    • langzaamwerkend
    • bewezen effectief en voorkomt gewrichtschade
    • pt met immuunsupressie

Welke kenmerken heeft JIA?

systemische JIA = auto-inflammatie
alle andere vormen JIA = autoimmuniteit

Debuut voor 16e levensjaar
chronische ontsteking van 1 of meer gewrichten
  • tenminste 6 weken
prevalentie laag
ILAR criteria
belangrijkste extra-articulaire manifestatie
  • uveitis


Kliniek
  • zwelling knie
  • roodheid (meestal niet bij chronisch)
  • warmte
  • functio laesa (beperking beweging)
    • ochtendstijfheid
    • einde van de dag vermoeidheid

Hoe wordt JIA ingedeeld?


Monoartritis
  • traumatisch
  • artritis als gevolg van infectie (koorts)
    • snel uitsluiten
  • JIA of andere auto-immuunziekte
  • maligniteit
Oligoarticulaire JIA (meest voorkomend)
  • < 4 gewrichten (grote gewrichten meestal)
  • meestal asymmetrisch
  • beste prognose, vaak self-limiting
  • Wel vaak extra-manifestatie: uveitis
    • regelmatig controle door ANA te testen omdat ANA+ kinderen een hoger risico hebben
poly-articulaire JIA
  • > 5 gewrichten (vaak ook kleinere)
  • vaak symmetrisch
  • vaak progressief beeld, zeker indien RF+
Systemische JIA
  • meerdere organen systemen betrokken naast artritis
  • piekende koorts, rash, inflammatoir ziektebeeld
  • auto-inflammatie kenmerken

Wat is systemische JIA?

Niet erfelijke autoinflammatoire ziekte
  • geen auto-antilichamen of reactieve B of T-cellen betrokken
  • aangeboren immuunsysteem speelt belangrijke rol
    • Vooral IL-1 (korte halfwaarde tijd)
    • Ook verhoogd IL-6 en IL-18 (lange half waarde tijd, beter te meten)
    • defecte NK celfunctie
    • macrofagen en neutrofielen verhoogd, spelen ook een rol
  • geassocieerd met macrofaag activatie syndroom (MAS)

Verschijnselen
Intermitterende koorts
exantheem (sJIA)
  • huiduitslagpatroon dat kan verergeren bij koorts en verdwijnen en weer opkomen
pericarditis

Wat is de diagnostiek en behandeling bij sJIA (systemisch  JIA)

Diagnostiek
  • IL-18 verhoogd (reflecteert IL-1 gehalte)
  • neutrofielen verhoogd


Step down behandeling
  • beginnen met biologicals --> anti-IL-1
  • als het goed gaat afbouwen en stoppen
  • gaat later goed met de kinderen

Kan iemand HLA antistoffen aanwezig hebben in zijn bloed?

Ja dat kan gebeuren bij
  • zwangerschap
  • bloedtransfusies
  • bij eerdere orgaan of stamceltransplantatie

Dus HLA antistoffen bepalen in het bloed vóór orgaantransplantatie

Waar moet je op letten bij de donor?

  • Bloedgroep donor en HLA antistoffen vaststellen (ook bij ontvanger)
    • kruisproef vaststellen voor mate van immunisatie
  • Grootte van orgaan en lichaam ontvanger; past de maat?
  • Locatie donor? => hoe lang is de aanrij tijd
  • Vastleggen weefselkenmerken ook belangrijk MAAR
    • Mate van overeenkomst van weefselkenmerken kun je vaak slecht meenemen --> te weinig donoren (hart, longen) om een perfecte weefselmatch te vinden, helaas maakt het verschil in weefselkenmerken wel uit voor de survival

Waar moet je op letten bij de donor?

  • Bloedgroep donor en HLA antistoffen vaststellen (ook bij ontvanger)
    • kruisproef vaststellen voor mate van immunisatie
  • Grootte van orgaan en lichaam ontvanger; past de maat?
  • Locatie donor? => hoe lang is de aanrij tijd
  • Vastleggen weefselkenmerken ook belangrijk MAAR
    • Mate van overeenkomst van weefselkenmerken kun je vaak slecht meenemen --> te weinig donoren (hart, longen) om een perfecte weefselmatch te vinden, helaas maakt het verschil in weefselkenmerken wel uit voor de survival

Welke soorten donaties zijn er?

Postmortale donoren (wachtlijst Eurotransplant)
  • donor na hersendood (hart klopt)
    • overleden op IC
      • alle organen kunnen gebruikt worden

Donor na circulatie dood (hart stopt)
  • overlijden buiten ziekenhuis, op SEH
    • wordt in NL niet gedaan vanwege logistiek
  • Overlijden op IC na staken ondersteuning
    • nieren lever, soms longen en ook hart
  • Overlijden na euthanasie

Levende donoren: vooral nieren en heel soms (deel) lever
  • familie
  • partner
  • vrienden
  • altruïstische donoren (onbekenden)

Wat wordt er gegeven tijdens en na de operatie?

Immuunsupressie
  • Inductie
    • 1-2x een middel om afweerstelsel rondom operatie plat te leggen
  • Onderhoud
    • levenslang, elke dag, meerdere middelen

Verder andere problemen voorkomen
  • cardiovasculaire risico management belangrijk
    • onderhoud middelen werken bloeddrukverhoging
  • voorkomen infecties

Hoe wordt afstoting behandeld?

  • Zeer hoge methylprednisolon
  • Depletie van bepaalde type cellen
    • alemtuzumab; T-cellen
    • rituximab: B-cellen
    • bortezimib: plasmacellen (experimenteel)
  • trucs om antistoffen te bestrijden
    • plasmafiltratie en IVIG
  • andere trucs
    • blokkade complementstelsel via eculizumab (matig werking)
    • blokkade IL-6 via tocilizumab (experimenteel)

Welke klassieke kenmerken heeft polymyalgia rheumatica

Klassieke kenmerken
  • >50 jaar
  • vrouwen > mannen
  • bilaterale pijn, progressief schoudergordel en/of bekkengordel
  • bewegingsbeperking
  • ochtendstijfheid
  • nachtelijk pijn
  • invloed op dagelijks leven 

Bijkomende klachten
minder eetlust, gewichtsverlies, subfebriele temp, vermoeidheid, malaise, anorexie, arteritis temporalis, pitting oedeem

Welke (aanvullende) anamnestische vragen kun je stellen voor PMR?

  • Beloop van klachten? Aanleiding?
  • gezwollen en of rode gewrichten of peesscheden (RA)
  • temperatuur (infectie)
  • malaise, verlies eetlust, gewicht, rugpijn hoesten
  • traag, gewichtstoename, obstipatie, malaise (hypothyreoïdie
  • gebruik medicatie, spierzwakte (myopathie)

  • hoofdpijn: bekend of onbekende hoofdpijn, lokalisatie, enkelzijdig of dubbelzijdig
  • pijn bij het kauwen, pijn bij harenkammen visusproblemen      

Wat is de LO van PMR?

  • Actief bewegingsonderzoek (nek, schouder, heupen)
  • kracht, stijfheid bepalen
  • gevoeligheid van kapsels en gewrichten
  • zwelling vingers/hand
  • pijn/zwelling art. temporalis   

Welke aanvullend onderzoek kun je  doen bij PMR?

Geen specifieke biomarker

Lab vooral voor uitsluiten andere aandoeningen
  • Bloedbeeld, Hb, BSE verhoogd
  • TSH
  • totaal eiwit, eiwitspectrum (maligniteit?)
  • CK (myopathie op basis van statine gebruik)  

Welke aandoening gaat vaak gepaard met PMR en vise versa?

Reuscelvasculitis/artritis temporalis

Wat is de behandeling van PMR?

  • Therapie prednison
    • 15mg per dag voor 4 weken en dan langzaam afbouwen
  • meestal verbetering na 48-72 uur
  • regelmatige controles, BSE bepalingen, glucose, RR (door prednison gebruik)
  • uitleg geven, prognose
  • uitleg alarmsymptomen
    • koorts
    • artritis temporalis klachten; hoofdpijn, visusdaling, dubbelzien    
  • beoordeel effect op: pijn, stijfheid en bewegingsbeperking

Wat is de pathofysiologie van primaire vasculitis met welke complicaties?

Primaire (auto-immuun) vasculitis
  • ontsteking van de arteriële vaatwand: verschillende oorzaken

complicaties
  • infarcering (trombose)
  • bloeding (kapot)
  • aneurysmata (verzwakte plekken)

Waar zijn secundaire vasculitiden mee geassocieerd?

Secundaire vasculitiden: geassocieerd met
  • systeemziekten (autoimmuun)
  • infectie
  • maligniteit
  • medicatie


Oorzaak is de vorming/neerslag van immuuncomplexen in de vaatwand --> ontsteking van vaatwand

Wat is de diagnostiek van vasculitis?


3 B's
Bloed
  • ontstekingsparameters
  • antistoffen, vooral anti-neutrofiele cytoplastische antistoffen (ANCA)
Biopt
  • welke orgaan? Welke diepte (=welke vat?) en welk moment
Beeldvorming
  • PET-CT of MRI +/- contrast
  • conventionele angiografie

afwegen risico's vs "te verwachten opbrengst"

Hoe wordt vasculitis ingedeeld? Welke aandoeningen zijn hieraan gelinkt?

Grote vaten
  • ziekte van Takayasu
  • a.temporalis (GCA)
middel grote vaten
  • systemische polyartritis nodosa (PAN)
  • cuteane polyartritis nodosa (PAN)
  • kawasaki disease
kleine vaten (arteriolen, capillairen en venule)
  • ANCA gemedieerd
    • granulomateuze polyangiitis (M. Wegener)
      • zonder astma, met granulomen
    • Eosinofiele granulomateuze polyangiitis (Churg-Strauss)
      • met astma en granulomen en eosinofielen
    • microscopisch polyangiitis (MPA)
      • vasculitis zonder astma of granulomen
  • niet-ANCA-gemedieerd
    • IgA vasculitis (Henoch Schonlein purpura)
      • leukocytoclasitische vasculitis
    • geïsoleerde leucocytoclastische vasculitis
    • hypocomplementemische urticariële vasculitis


Ziekte van Behcet (kan allemaal, arterieel en veneus)

Hoe wordt vasculitis ingedeeld? Welke aandoeningen zijn hieraan gelinkt?

Grote vaten
  • ziekte van Takayasu
  • a.temporalis (GCA)
middel grote vaten
  • systemische polyartritis nodosa (PAN)
  • cuteane polyartritis nodosa (PAN)
  • kawasaki disease
kleine vaten (arteriolen, capillairen en venule)
  • ANCA gemedieerd
    • granulomateuze polyangiitis (M. Wegener)
      • zonder astma, met granulomen
    • Eosinofiele granulomateuze polyangiitis (Churg-Strauss)
      • met astma en granulomen en eosinofielen
    • microscopisch polyangiitis (MPA)
      • vasculitis zonder astma of granulomen
  • niet-ANCA-gemedieerd
    • IgA vasculitis (Henoch Schonlein purpura)
      • leukocytoclasitische vasculitis
    • geïsoleerde leucocytoclastische vasculitis
    • hypocomplementemische urticariële vasculitis


Ziekte van Behcet (kan allemaal, arterieel en veneus)

Wat zijn de klachten bij vasculitis

Algehele malaise
koorts e.c.i en verhoogde ontstekingsparameters
gewichtsverlies
vermoeidheid
verminderde eetlust
nachtzweten
bloedend tandvlees (stollingsstoornis?)

alles past bij infectie, maligniteit, auto-immuunziekte etc. 

diagnose per exclusionem
  • en letten op orgaan-specifieke verschijnselen/gelokaliseerde symptomen op basis van tekortschieten bloedvoorziening

Wat zijn de klachten bij vasculitis

Algehele malaise
koorts e.c.i en verhoogde ontstekingsparameters
gewichtsverlies
vermoeidheid
verminderde eetlust
nachtzweten
bloedend tandvlees (stollingsstoornis?)

alles past bij infectie, maligniteit, auto-immuunziekte etc. 

diagnose per exclusionem
  • en letten op orgaan-specifieke verschijnselen/gelokaliseerde symptomen op basis van tekortschieten bloedvoorziening

Waar moet je aan denken bij de DD van een vasculitis?

Probleem van vaten
Probleem met de stolling (thrombopenie)
Vaculitis-like door infectie of medicatie

Waar moet je aan denken bij de DD van een vasculitis?

Probleem van vaten
Probleem met de stolling (thrombopenie)
Vaculitis-like door infectie of medicatie

Wat is de behandeling van een Henoch-schönlech-IgA-vasculitis?

Expectatief, eventueel pijn behandelen NSAID
Eventueel steroïden (ernstige huid, nier of darmbetrokkenheid)

ziekteduur enkel dagen tot 2 jaar
recidieven 30-40% in eerste halfjaar

risico op nierfunctiestoornissen --> monitoren
  • microscopische hematurie
  • proteïnurie
  • extra capillaire glomerulonephritis

chronische vorm; colchicine of dapson

Wat is het typische beeld van kawasaki ziekte?

  • Kind < 12 maanden
  • bilaterale conjunctivale roodheid
  • opgezwollen handen en voeten
  • lymfeklier opzwelling (hals)
  • frambozen tong
  • polymorfe rash (kan lijken op viraal exantheem)
  • koorts
  • verandering lippen en orale mucosa
  • oedeem en/of erytheem, van de perifere extremiteiten of perineum
  • afwijkingen coronairarterie (echo) en koorts + andere symptomen
hoeft niet tegelijk voor te komen

Wat is de pathofysiologie van Kawasaki ziekte?

Aspect van infectieziekte
self-limiting
pathofysiologie grotendeels onbekend 
  • vooral bij jonge kinderen
  • incidentie in Aziatische landen hoger

trigger door infecties: rol microbioom? 
  • gedacht aan autoinflammatoire ziekte 

Hoe wordt Kawasaki ziekte behandeld?

Hoge doses intraveneus immuunglobulinen IVIG
Ascal totdat CRP is genormaliseerd
  • ontstekingsremmend maar ook trombose voorkomen
IVIG + Ascal verlaagd risico op aneurysmata

prednison
  • voor ernstige vormen volgens kobayashi score
    • CRP sterk verhoogd, trombocyten sterk verlaagd, leeftijd < 12 maanden, ASAT sterk verhoogd

Wat is de relatie tussen coronavirus en kawasakiziekte?

COVID-Beeld lijkt op ernstige kawasaki ziekte maar
  • Kinderen zijn ouder > 12 maanden
  • myocarditis als belangrijkste symptoom
  • gastro-intestinale verschijnselen 

Behandeling zoals gecompliceerde m. kawasaki
  • prednison
  • IVIG
  • Ascal

indien nodig ondersteunen op IC

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een reuzencel artritis?

  • Vasculitis grote en middelgrote vaten, reuscelvorming (samensmelting van cellen)
  • vrouwen> mannen
  • leeftijd >50 jaar
  • systemisch verschijnselen
  • klachten ontstaan subacuut
  • nieuwe hoofdpijn temporaal, kaakclaudicatie, visusverlies, haarkampijn
  • verhoogde BSE/CRP
  • pathogenese: grotendeels onbekend, weefselschade door Th1 respons en macrofagen
  • complicaties: aneurysma, blindheid

Wat is de diagnostiek bij giant cell artritis (GCA)

Typische anamnese
LO: pijnlijke, gezwollen a.temporalis
afwezige pulsaties

Aanvullend
  • a. Temporalis biopsie (echo halo-sign)
    • opbouw arterie van buiten naar binnen
      • tunica externa - externa lamina elastica - tunica media -  interne lamina elastica - tunica intima - endotheelcellen
    • mononucleair celinfiltraat of granulomateuze ontsteking van de tunica media en de overgang van media-intima, waarbij er soms reuzencellen worden gevonden.
      • Lumen van arterie kan verkleinen
    • Er treedt ook onderbreking op van de externa lamina elastica, wat voor het stellen van de diagnose een essentieel criterium is.
  • BSE en CRP verhoogd
  • DD exclusie 

Wat is de diagnostiek bij giant cell artritis (GCA)

Typische anamnese
LO: pijnlijke, gezwollen a.temporalis
afwezige pulsaties

Aanvullend
  • a. Temporalis biopsie (echo halo-sign)
    • opbouw arterie van buiten naar binnen
      • tunica externa - externa lamina elastica - tunica media -  interne lamina elastica - tunica intima - endotheelcellen
    • mononucleair celinfiltraat of granulomateuze ontsteking van de tunica media en de overgang van media-intima, waarbij er soms reuzencellen worden gevonden.
      • Lumen van arterie kan verkleinen
    • Er treedt ook onderbreking op van de externa lamina elastica, wat voor het stellen van de diagnose een essentieel criterium is.
  • BSE en CRP verhoogd
  • DD exclusie 

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van granulomatose polyangiitis (GPA)?

Vasculitis kleine vaten, granuloomvorming
mannen > vrouwen 50-55 jaar
systemische verschijnselen
  • KNO, luchtwegen en nieren (ook andere organen)
dubbelzien
pathogenese: grotendeels onbekend
  • ANCA-geassocieerd
  • associatie dragerschap met S.aureus
hoge morbiditeit (schade/complicaties), DVT

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van granulomatose polyangiitis (GPA)?

Vasculitis kleine vaten, granuloomvorming
mannen > vrouwen 50-55 jaar
systemische verschijnselen
  • KNO, luchtwegen en nieren (ook andere organen)
dubbelzien
pathogenese: grotendeels onbekend
  • ANCA-geassocieerd
  • associatie dragerschap met S.aureus
hoge morbiditeit (schade/complicaties), DVT

Welke kenmerken leiden tot de diagnose GPA?

Zadelneus, intrapulmonale betrokkenheid, intracardiale massa, ANCA MPO positief en het ontbreken van een andere verklaring voor de klachten

Wat kan het Raynaud fenomeen veroorzaken?

  • Bindweefselziekten
  • occlusieve vaatziekten (atherosclerose)
  • drug-Induced (B-blokkers, nicotine en bepaalde chemo)
  • hemorrheologisch (dik bloed -> paraproteïne, cryoglobulines
  • vasculaire schade

Wat is het syndroom van sjogren?

Chronische ontstekingsziekte van exocriene klieren
  • veroorzaakt door verstoorde immuunrespons -> weefselschade
  • auto-antistoffen ANA: SSA/SSB
  • klachten
    • droge ogen en droge mond
      • keratoconjunctivitis sicca
      • slechter gebit
    • droge vagina
    • bilaterale zwelling speekselklieren
    • extraglandulaire verschijnselen

  • Vooral vrouwen
  • >40 jaar

Hoe ziet de diagnostiek voor Sjogren eruit?

Anamnese
LO
oogheelkunde
  • schirmer
    • papiertje in oog en oogvocht "opvangen"
  • bengaal-rood
    • met rood kleurstof bekijken of hoornvlies beschadigd is
  • spleetlamponderzoek (hoornvlies bekijken)
mondonderzoek
  • speekselproductie (tijdens eten)
  • sialografie (beeldvorming, contrast en röntgen om speekselkierbuizen in beeld te brengen)
pathologie
  • speekselklierbiopt (lip of parotis)
    • bij Sjögren ontstekingsinfiltraten

Wat is een systemische sclerose?

Scleros van derma -> Verharding van de huid (meestal vingers)
relatief zeldzaam
vrouwen> mannen
Oorzaak onbekend
antistoffen = centromeer, ANA, ENA

maar ook andere manifestaties (systemisch)
gastro-intestinaal
  • reflux, slokdarm dysmotiliteit (dysfagie), verminderde mondopening, droogte, diarree, obstipatie, malabsorptie, occult bloed verlies
longbetrokkenheid
  • longfibrose en/of alveolitis
  • pulmonale arteriële hypertensie
    • treedt weinig op, dodelijke complicatie
    • behandeling: endothelineantagonisten, prostacycline analogen en viagra
  • belangrijkste oorzaak van morbiditeit en mortaliteit
  • klachten aspecifiek of kortademigheid
cardiale betrokkenheid
  • betrokkenheid is voorspellende voor slechtere prognose
  • pericardiale effusie
  • cardiomyopthie
  • arrhythmieen
  • diastolische dysfunctie
Nier betrokkenheid
  • (maligne) hypertensie met verminderde nierfunctie
  • goed behandelen met ACE-remmer

Wat is de pathogenesis van systemische sclerose?

Fibroblast activatie door immuun activatie (auto-antistoffen?) maar ook vasculaire schade door endothele activatie (door o.a. Raynaud)
---> synthese en accumulatie van extracellulaire matrix

  • fibrose ontstaat in hele lichaam en organen
  • verstrakking van de huid
    • jeuk en opgezette handen kunnen optreden vóór verstrakking
  • niet-specifieke musculoskeletale klachten
  • klachten bij inwendige orgaanbetrokkenheid 


Naast fibrose kan ook  vasculopathie (ulcera, necrose) en inflammatie optreden

In welke 2 subtypen kun je systemische sclerose indelen

Gelimiteerde cutane ssc (lssc)
  • huidafwijkingen zijn beperkt tot distaal van de elleboog, knieën en gelaat
  • Raynaud treedt pas na jaren op
  • later longfibrose en pulmonale hypertensie
diffuse cutane ssc (dssc)
  • huidafwijkingen proximaal van elleboog en romp
  • Raynaud treedt snel op
  • longfibrose, renale crisis en pulmonale hypertensie kunnen vroeg optreden

Vooral diffuus cutane ssc proberen te voorkomen omdat alles snel kan optreden

Wat is de behandeling van systemische sclerose?

Ondersteunend en symptomatisch
  • vaatverwijding bij Raynaud fenomeen
  • zuurremming bij reflux
  • immunosuppressief (huid, long of ernstig beloop stamceltransplantatie)  
  • ACE-inhibitie bij nier betrokkenheid eventueel dialyse 
toekomst: antifibrotica en Ingrijpen vasculopathie

prognose afhankelijk van complicaties en uitgebreidheid van optreden

Hoe maak je onderscheid tussen oppervlakkige en diepe ontsteking?

Alarm symptomen diepe ontsteking
  • pijn
  • fotofobie
  • verminderd gezichtsvermogen
  • vervormde pupil
  • hypopyon (wit/geel spiegeltje/laagje onder oog/hoornvlies, uitgezakte witte bloedcellen)

Wat zijn de symptomen van een scleritis en op welke 3 manieren kan het zich presenteren?

Pijn (borend)
tranen, fotofobie
visusdaling
roodheid
blauwachtige tint
verdunning van sclera
uveitis

Presentatie
  • diffuus
  • nodulair
  • necrotiserend

Wat zijn de symptomen van een scleritis en op welke 3 manieren kan het zich presenteren?

Pijn (borend)
tranen, fotofobie
visusdaling
roodheid
blauwachtige tint
verdunning van sclera
uveitis

Presentatie
  • diffuus
  • nodulair
  • necrotiserend

Wat is de diagnostiek bij een scleritis?

Diagnostiek verrichten om onderscheid te maken tussen auto-immuun ziekte en infectie

  • BSE
  • bloedbeeld
  • reumafactor
  • ANCA's
  • ANA
  • quantiferon (TBC) /herpes serologie

Wat is het klinische beloop van een uveitis?

Acuut
  • plotseling begin (duur van 6 weken of minder)

Chronisch
  • sluipend begin met exacerbaties
  • duur maanden jaren wat irreversibele schade kan verrichten

Lokalisatie
  • anterieur
    • ANA, ANCA of HLA B27 vaak +
  • posterieur
>
Oorzaak
  • infectieus/niet-infectieus
>
Afweer 
  • immuungecompromitteerden/immuun competent

Wat is de diagnostiek bij een (infectieuze) uveitis?

BSE
bloedbeeld
ACE (sarcoïdose opsporen)
ANA
ANCA (op indicatie)
HLA B 27

Infectieuze uveitis --> voorste kamer punctie
  • Goldmann-Witmer coëfficiënt (antistof bepaling tegen)
    • toxoplasma, HSV, VZV, CMV, rubella, toxocara
  • PCR
    • toxoplasma, HSV, VZV, CMV, Rubella, TBC

Wat is de behandeling van uveïtis?

Ontstekingsremmend
  • steroïde druppels (prednison, dexamethason, FML)

bijwerking
  • glaucoom (verhoogde oogdruk)
    • veel voorkomende oorzaak van blindheid
  • cataract

mydriatica
  • opheffen irisspasme, voorkomen synechiae 

Druppels onvoldoende?
  • eerste lijn immunosuppressiva
    • methotrexaat
    • mycofenolaat
    • aziathioprine
    • cyclosporine
  • tweede lijn immunosuppressiva
    • cyclofosfamide

Biologicals
  • ernstige reactivatie van latende TBC (screenen)
  • andere risico infecties (door nevenaandoeningen zoals diabetes)

Beschrijf a.temporalis met uveitis + diagnostiek

Oudere patiënt >50 jaar
  • visusdaling
  • temporaal gelokaliseerde hoofpijn
  • kaakclaudicatio (last met kauwen)
  • drukpijn over a.temporalis
  • kan gepaard gaan met polymyalgia rheumatica
  • risico: acute blindheid
  • funduscopie: oogzenuw bleek en gezwollen, gezwollen papil met bloeding maar papil kan ook normaal zijn

diagnostiek
verhoogde BSE, CRP, trombo's
biopt a. Temporalis maar start al met behandeling

Beschrijf a.temporalis met uveitis + diagnostiek

Oudere patiënt >50 jaar
  • visusdaling
  • temporaal gelokaliseerde hoofpijn
  • kaakclaudicatio (last met kauwen)
  • drukpijn over a.temporalis
  • kan gepaard gaan met polymyalgia rheumatica
  • risico: acute blindheid
  • funduscopie: oogzenuw bleek en gezwollen, gezwollen papil met bloeding maar papil kan ook normaal zijn

diagnostiek
verhoogde BSE, CRP, trombo's
biopt a. Temporalis maar start al met behandeling

Hoe wordt een uveitis bij a.temporalis behandeld?

Hoge dosis corticosteroïde intraveneus
onmiddelijk start behandeling vanwege bedreigende bilaterale blindheid

tocilizumab intraveneus

Wat is de anamnese van SLE

Uitvragen per orgaan

  • Huiduitslag kan fotosensitief zijn
    • Livedo reticularis (paar verkleurde vlekken met netvormig patroon)
    • discoïde huidafwijkingen (schijfvormig)
    • vlindervormig exantheem gezicht
  • (symmetrische) polyartritis: pijn (vooral s'nachts) en zijn rood en gezwollen (niet-erosief), oogproblemen 
  • vasculitis
  • serositis (pleura, pericard)
  • raynaud fenomeen
  • orale aften
  • alopecia

Welke 3 main pathways zijn er bij de pathogenese van SLE


disbalans productie en afvoer van apoptotische materiaal
  • Apoptotisch materiaal wordt normaal verteerd door macrofagen maar bij een tekort aan macrofagen of onvoldoende werking zal apoptotische materiaal ophopen
    • dendritisch cel pikt het op en kan reageren met autoreactieve T-cellen -> autoreactieve B-cellen -> antistoffen -> immuuncomplexvorming

Hyperverworven immuniteit
  • auto-antistoffen en autoreactieve T-cellen aanwezig

Hyperactieve aangeboren immuniteit
  • 'interferon signature' en NETosis
    • hoge interferon afgifte door dendritische cel zorgt voor meer activatie plasmacel

Wat is het beloop van SLE

Chronische ziekte, streven naar langdurige remissie
sterk verhoogd cardiovasculair risico en lupus nefritis (nierfalen)
  • cave antifosfolipiden antistoffen +
    • veel trombose risico

mortaliteit meestal niet direct door ontsteking maar door cardiovasculaire aandoeningen/maligniteit

Wat zegt een positieve uitslag en negatieve uitslag

Hoge sensitiviteit = weinig fout negatieven
Hoge specificiteit = weinig fout positieven
Positief voorspellende waarde
Negatief voorspellende waarde
Prevalentie van ziektebeeld
  • als dit laag is 1:5000 dan heeft screenen geen zin alleen bij een selectie van patiënten met symptomen (prevalentie hoger)
Prevalentie van autoantistoffen

Hoe kan het microbioom zorgen voor anti-inflammatoire effecten?

Microbiota in dikke darm geven short fatty chains vrij door onverteerdbare resten (fermentatie)
  • short fatty chains hebben een anti-inflammatoire effect door remming histon deacetylering (HDAC)
    • remming kankercellen, macrofagen , DC differentiatie, Treg differentiatie en Teff differentiatie

Beschrijf Common variable immonodeficiency (CVID)


Common
  • meest voorkomend onder zeldzame ziekten
Variable
  • klinisch heterogeen
  • age of onset
Immunodeficiency
  • lage IgG, IgA, IgM
  • slechte respons op polysaccharide vaccines (bv pneumokokken vaccin)

Microbioom verstoord
  • darm barrière verstoord
Uitrijping plasmacellen mislukt
genetische oorzaken en verder onbekend

Kan leiden tot onder-reactie (leiden tot infecties) maar ook tot overreactie (auto-immuun probleem)

Wat is de pathogenese en etiologie van inflammatoir myopathie?

Triggers
  • genetica
  • medicatie
  • infecties
  • inspanning
  • collageen implantaten
  • UV
  • Roken     

Hoe wordt de diagnose myositis gesteld

Bohan and Peter criteria
Tegenwoordig EULAR/ACR
  • symmetrische proximale spierzwakte
  • spierbiopt karakteristiek
    • nu veel vaker een antistoffen blot
  • CK verhoogd of andere spierenzymen
    • zeer variabel verhoogd of zelfs normaal
  • electromyogram spier karakteristiek
  • typisch afwijkingen huid    

Wat zijn kenmerken van antisynthetase syndroom?


Komt voor bij polymyositis en dermatomyositis (overlap) 
Vooral vrouwen, in alle leeftijdgroepen

antisynthetase autolichamen/andere autoantistoffen
  • Anti-Jo

acuut optredende klachten
systemische verschijnselen (koorts)
  • Mechanic hand
  • Raynaud fenomeen
  • polyartritis


Interstitiele long diasease (ILD) kan optreden
  • anti-MDA5 geassocieerd met ernstige progressieve verloop van de long
  • zonder behandeling progressie naar fibrose en sterfte,
  • Op X-thorax pas laat afwijkingen te zien, daarom
    • HRCT matglas en honeycomb te zien bilateraal basaal
    • longfunctie met diffuuscapaciteit CO
Ook kans op maligniteiten bij hoog risico groepen
  • pt met DM en oudere leeftijd

Diagnose stellen mbv ELISA of immunoprecipitatie

Wat zijn kenmerken van antisynthetase syndroom?


Komt voor bij polymyositis en dermatomyositis (overlap) 
Vooral vrouwen, in alle leeftijdgroepen

antisynthetase autolichamen/andere autoantistoffen
  • Anti-Jo

acuut optredende klachten
systemische verschijnselen (koorts)
  • Mechanic hand
  • Raynaud fenomeen
  • polyartritis


Interstitiele long diasease (ILD) kan optreden
  • anti-MDA5 geassocieerd met ernstige progressieve verloop van de long
  • zonder behandeling progressie naar fibrose en sterfte,
  • Op X-thorax pas laat afwijkingen te zien, daarom
    • HRCT matglas en honeycomb te zien bilateraal basaal
    • longfunctie met diffuuscapaciteit CO
Ook kans op maligniteiten bij hoog risico groepen
  • pt met DM en oudere leeftijd

Diagnose stellen mbv ELISA of immunoprecipitatie

Welke huidafwijkingen kunnen optreden bij dermatomyositis?

Gottron's sign: extensoren roodheid (knokkel gebied)
heliotrope rash - oogleden rood
sjaal teken/V-teken - op schouder/nek
erythrodermie
periunguale afwijkingen (verdikking nagelplaat)
psoriatische schedelafwijkingen
mechanic hand - grove huidafwijkingen in handpalmen
  • ook bij polymyositis 

Wat is der prognose van polymyositis/dermatomyosistis?

Meeste chronisch, 2% polycyclisch (optreden flares),
meerder verlaagse QoL

Wat is de behandeling van polymyositis/dermatomyositis?

Hoge dosis steroïden en azathioprine
bij ernstig ILD of progressie
  • cyclofosfamide of tacrolimus
Verdere achteruitgang longfunctie
  • rituximab of IVIG

Wat wordt onder mononeuritis multiplex verstaan?

Een tijdelijke zenuwschade in twee of meer perifere zenuwen (vorm van polyneuropathie) in aparte delen van het lichaam en is vrij specifiek voor vasculaire oorzaak (vaak vasculitis, maar ook diabetes en amyloïdose)

electromyografisch onderzoek toont verminderd signaal van sensibele en motorisch zenuwen

Klachten
  • (asymmetrisch) uitval spieren en KNO problemen  

Welk positief serologisch test geeft ondersteuning aan de diagnose vasculitis dat een mononeuritis multiplex heeft veroorzaakt bij een patient?

ANCA bepaling + via indirecte immunofluorescentie
  • cytoplasmatische en perinucleaire aankleuring tegen granulocyten (c-ANCA en p-ANCA)
ANCA positief
  • ELISA specifiek op MPO en PR3

Wat is de behandeling en prognose van een granulomateuze polyangiitis?

Prednison met cyclofosfamide of azathioprine, na enkele maanden overgaan op methotrexaat en prednison afbouwen
andere opties zijn
  • prednison + rituximab
  • prednison + methotrexaat

Doel: orgaanschade voorkomen

Profylaxe voor infecties = cotrimoxazol
  • associatie vasculitis met s.aureus dragerschap

Behandeling zorgt voor in de meeste gevallen voor remissie, enkele krijgen relapse
Belangrijkste doodsoorzaken zijn: infecties, cardiovasculaire aandoeningen, nierfalen en maligniteiten

Wat zijn de verschijnselen en de behandeling van een polyartritis nodosa (PAN)?

Vasculitis van de middelgrote vaten
Kan buikischemie veroorzaken
Mononeuritis multiplex komt vaak voor
Geassocieerd met de virusinfecties die eerst behandeld moeten worden (aanvullend virologisch bloedonderzoek verrichten)
  • HBV, HCV, HIV
  • deze virusinfecties kunne klachten van PAN ook verergeren dus behandeling van deze infecties kan klachten van PAN verminderen

Behandeling PAN
  • prednison


    

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo