Immuun onder-reactie - Externe bedreiging - Infectie
111 belangrijke vragen over Immuun onder-reactie - Externe bedreiging - Infectie
Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van koorts bij kinderen?
- bovenste LWI
- acute bronchitis
- acute bronchiolitis
- acute tonsillitis
- gastro-enteritis
- virusziekte
- otitis media
- meningitis (zeldzaam)
- pneumonie (zeldzaam)
Bacteriële infectie
- otitis media acuta (vaak)
- darm infectie
- UWI
- pneumonie
- meningitis (zeldzaam)
Niet infectieus
- na vaccinatie (vaak)
- medicamenteus
- maligniteit (leukemie)
Koorts e causa ignota (soms)
Wat zijn alarmsignalen bij een kind met koorts?
- snelle achteruitgang
- ernstig ziek (schatting ouders)
- verlaagd bewustzijn
- tekenen dehydratie
- CRT verlaagd, turgor, droge slijmvliezen, ingezonken fontanel
- Minder dan de helft drinken
- vragen naar plasluiers
- aanhoudend braken (meerdere keren per uur)
- sufheid, stilliggen
- meningeale prikkelingsverschijnselen
- huiduitslag, veranderde huidskleur
- petechiën
- ontroostbaar huilen
- Tekenen ernstige tachypneu
- intrekkingen, neusvleugelen, cyanose, gebruik hulpademhalingsspieren
- veranderde ademhaling, kreunen, periodes van ademstilstand
- leeftijd jonger dan 1 maand
Wat is een veelvoorkomende complicatie van gasto-enteritis?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Kind met koorts en braken
bij voeding -> diarree
meest waarschijnlijk diagnose?
Maar toch uitsluiten ernstigere (minder voorkomende) diagnosis
Beschrijf lichamelijk onderzoek bij een kind met koorts.
- alertheid
- huiduitslag (niet wegdrukbaar)
- slijmvliezen (uitdroging)
- ingezonken fontanel
- bleekheid, blauw, grauw
- temperatuur
- ademfrequentie
- normaal hoog 40 p/m
- capillair refill tijd (CRT)
- huid turgor
- meningeale prikkelingstest
- long onderzoek
- inspiratoir crepitaties beiderzijds
- expiratoir piepende geluiden
- buikonderzoek
- soepel
- KNO: oren en keel inspecteren
Wat is het beleid bij een mild zieke kind met koorts?
Watchful waiting
Voorlichting/geruststellen: aandoening, prognose
Niet medicamenteus beleid: genoeg drinken ( bij braken elk 5-10 min een paar slokjes)
Voorlichting ouders en waar ze op moeten letten
- terugkomen bij aanhoudende of verergerde klachten
- terugkomen bij alarmsignalen
- --> dan doorverwijzen kinderarts
Welke 6 klassieke kinderziekten bestaan er met symptomen koorts en huiduitslag?
- Mazelen
- roodvonk
- rode hond
- 4de ziekte
- 5de ziekte (Erythema infectiosum)
- 6de ziekte (Exanthema subitum)
Wat zijn de symptomen en beloop van de 5de ziekte - erythema infectiosum?(kind met koorts en huiduitslag)
- paar dagen ziek, weer opgeknapt, dan weer ziek
- koorts kan aanwezig zijn
- fijn vlekkig vlindervormig of kantvormig beginnend in gezicht ( appelwangen/ slapped cheeks) en soms uitbreiding naar romp en extremiteiten, wegdrukbaar, kan jeukeun
- spierpijn, hoofdpijn, gewrichtsklachten (pols, knieën)
Beloop gunstig en self-limiting
Geen therapie of vaccinatie mogelijk
Wat zijn de symptomen en beloop van de 5de ziekte - erythema infectiosum?(kind met koorts en huiduitslag)
- paar dagen ziek, weer opgeknapt, dan weer ziek
- koorts kan aanwezig zijn
- fijn vlekkig vlindervormig of kantvormig beginnend in gezicht ( appelwangen/ slapped cheeks) en soms uitbreiding naar romp en extremiteiten, wegdrukbaar, kan jeukeun
- spierpijn, hoofdpijn, gewrichtsklachten (pols, knieën)
Beloop gunstig en self-limiting
Geen therapie of vaccinatie mogelijk
Wat zijn de symptomen en beloop van de 5de ziekte - erythema infectiosum?(kind met koorts en huiduitslag)
- paar dagen ziek, weer opgeknapt, dan weer ziek
- koorts kan aanwezig zijn
- fijn vlekkig vlindervormig of kantvormig beginnend in gezicht ( appelwangen/ slapped cheeks) en soms uitbreiding naar romp en extremiteiten, wegdrukbaar, kan jeukeun
- spierpijn, hoofdpijn, gewrichtsklachten (pols, knieën)
Beloop gunstig en self-limiting
Geen therapie of vaccinatie mogelijk
Wat zijn de symptomen en beloop van mazelen?(kind met koorts en huiduitslag)
- prodromale fase
- plotseling algehele malaise, koorts, conjunctivitis, verkoudheid en hoesten
- Koorts neemt in de loop van tijd toe
- Eind prodromale fase --> koplikse vlekjes (op tong)
- Exanthemateuze fase
- fijn vlekkig exantheem
- achter de oren en langs de haargrens met uitbreiding via gezicht, nek, borst, romp en extremiteiten
- Na paar dagen rode vlekken gezicht en dan lichaam, kan conflueren, niet altijd jeuk, koorts kan terugkomen
Complicaties
- otitis media en bronchiolitis
- pneumonie door mazelvirus of door bacteriële superinfectie
- encefalitis (zeldzaam)
- sterfte bij erg jonge kinderen
Vaccinatie beschikbaar BMR
Wat zijn de symptomen en beloop van Roodvonk?(kind met koorts en huiduitslag)
- keelpijn en koorts, tong eerst wit daarna frambozentong
Beloop
- 3de dag roze huid met rode ruwe puntjes op de borst
- Uitslag gehele lichaam vooral oksel en liezen
- Na 2-3 weken huidschilferingen met name handpalmen en voetzolen
Wat zijn de symptomen en beloop van rubella(rode hond)?(kind met koorts en huiduitslag)
- opgezette klieren achter de oor
- na 1 dag roze vlekjes op gezicht en achter oren
- verspreiding over gehele lichaam, rood uitziende huid
- brandende ogen kan
Vaccinatie beschikbaar BMR
Welke 2 meest voorkomende ziekten zijn er bij een kind met koorts en hoesten?
acute bronchitis/bronchiolitis
Welke 2 meest voorkomende ziekten zijn er bij een kind met koorts en hoesten?
acute bronchitis/bronchiolitis
Wat zijn de symptomen van een bronchiolitis?
in korte tijd plots verergeren
geringe tachypneu, crepitaties in lagere luchtwegen (beiderzijds)
Welke 3 complicaties komen voor bij bronchiolitis?
- Ademhalingsinsufficiëntie
- Uitputting
- Uitdroging
Ernst hangt af van
alarmsignalen
kenmerken patiënt met verhoogd risico op ernstig beloop
- jonger dan 3 maanden
- ex-pre/dysmaturen
- relevante comorbiditeit (aangeboren hart- longziekten of immuungecompromitteerden
- apneu in voorgeschiedenis
Hoe kun je influenza virus onderscheiden van andere virussen die influenza-like symptomen geven?
Hoe kun je influenza virus onderscheiden van andere virussen die influenza-like symptomen geven?
Beschrijf ziektebeeld van influenza
Besmetting
klinische symptomen
Besmetting
- direct contact
- indirect contact via omgeving en aerogeen
Incubatietijd 1-5 dagen
- besmettelijke periode start kort voor begin van symptomen
- kinderen(dagen na symptomen) en immuun-incompetente (maanden na symptomen) patiënten hebben gemiddeld een langere virusuitscheiding periode vgm volwassenen en gezonde mensen.
Meestal subklinische
Klinische symptomen
- acuut, hoge koorts
- hoesten, neusverkoudheid, niezen, pijn achter borstbeen
- systemische symptomen (door afweer): koorts, hoofdpijn, koude rillingen, malaise, moeheid, myalgie (lage rugpijn), artralgie (pijn in gewrichten)
complicaties
- virale pneumonie
- secundaire bacteriële (super) infectie
- myocarditis
- encefalitis
Wie hebben hoog risico op influenza?
- kinderen jonger dan 5 jaar en tot 18 jaar bij gebruik van salicylaten (aspirine)
- syndroom van reye ontstond na influenza
- onderzocht: aspirine gebruik bij virale infecties veroorzaakte de syndroom van reye bij kinderen
- ouderen (>65)
- zwangeren vrouwen
- personen chronische lijden (DM, COPD, CF, hartfalen)
- immuungecompromitteerden
Wie hebben hoog risico op influenza?
- kinderen jonger dan 5 jaar en tot 18 jaar bij gebruik van salicylaten (aspirine)
- syndroom van reye ontstond na influenza
- onderzocht: aspirine gebruik bij virale infecties veroorzaakte de syndroom van reye bij kinderen
- ouderen (>65)
- zwangeren vrouwen
- personen chronische lijden (DM, COPD, CF, hartfalen)
- immuungecompromitteerden
Wie hebben hoog risico op influenza?
- kinderen jonger dan 5 jaar en tot 18 jaar bij gebruik van salicylaten (aspirine)
- syndroom van reye ontstond na influenza
- onderzocht: aspirine gebruik bij virale infecties veroorzaakte de syndroom van reye bij kinderen
- ouderen (>65)
- zwangeren vrouwen
- personen chronische lijden (DM, COPD, CF, hartfalen)
- immuungecompromitteerden
Welke typen influenza virussen bestaan er?
Infecties bij mensen alleen Type A en B
Type A
- RNA virus
- surface eiwitten
- hemagglutinin ( 1 tot 18)
- H1, H2, H3 met name bij mensen
- de rest met name watervogels
- neuramiidase (1 tot 11)
- N1 en N2 komen bij mensen voor
- de rest met name watervogels
Type B
- surface eiwitten
- hemagglutinin (1 type)
- neuramiidase (1 type)
- 2 groepen strengen
- Victoria
- Yamagata
Welke typen influenza virussen bestaan er?
Infecties bij mensen alleen Type A en B
Type A
- RNA virus
- surface eiwitten
- hemagglutinin ( 1 tot 18)
- H1, H2, H3 met name bij mensen
- de rest met name watervogels
- neuramiidase (1 tot 11)
- N1 en N2 komen bij mensen voor
- de rest met name watervogels
Type B
- surface eiwitten
- hemagglutinin (1 type)
- neuramiidase (1 type)
- 2 groepen strengen
- Victoria
- Yamagata
Hoe verandert influenza virus?
- verandering kleine mutaties
- type verandert niet H1N1 blijft H1N1
- enige kruisreactiviteit na eerder infectie of vaccinatie
- oppervlakteantigeen wordt vervangen door een ander bv H3N2 ->H4N2
- risico ontstaan pandemie
reassortiment
- 2 type virussen worden samengevoegd in een dier zoals een varken
- heeft waarschijnlijk zo bekende pandemie veroorzaakt
Wie krijgen geen influenza vaccinatie en wie wel?
Geenkinderen jongeren dan 6 maanden
- vaccinatie alleen levend verzwakte virussen beschikbaar voor jonger dan 2 jaar maar in NL wordt dat niet gedaan
anafylaxie kippen eiwit (allergie)
Wel
- kwetsbare groepen (comorbiditeit, verstandelijk gehandicapten en ouderen)
- zwangeren
- medisch en zorgpersoneel
Wie krijgen geen influenza vaccinatie en wie wel?
Geenkinderen jongeren dan 6 maanden
- vaccinatie alleen levend verzwakte virussen beschikbaar voor jonger dan 2 jaar maar in NL wordt dat niet gedaan
anafylaxie kippen eiwit (allergie)
Wel
- kwetsbare groepen (comorbiditeit, verstandelijk gehandicapten en ouderen)
- zwangeren
- medisch en zorgpersoneel
Wie krijgen geen influenza vaccinatie en wie wel?
Geenkinderen jongeren dan 6 maanden
- vaccinatie alleen levend verzwakte virussen beschikbaar voor jonger dan 2 jaar maar in NL wordt dat niet gedaan
anafylaxie kippen eiwit (allergie)
Wel
- kwetsbare groepen (comorbiditeit, verstandelijk gehandicapten en ouderen)
- zwangeren
- medisch en zorgpersoneel
Wat zit er in het influenza vaccinatie?
In NL quadrivalent vaccin, geïnactiveerd, intramusculair
- altijd victoria en yamagata virussen (type B) + elk jaar andere 2 types van type A virussen toegevoegd
- effectiviteit wisselt tussen 40% en 20%
- antistoffen na 4-6 weken blijven goed op peil voor half jaar
Waar werken de antivirale middelen op en wanneer geef je antivirale middelen bij influenza? Beschrijf ook resistentiepatroon.
Antivirale middelen bij influenza
- alleen bij immuungecompromitteerden
- wel kans op spontane mutaties bij gebruik (algemeen antivirale middelen)
- stabiele variant influenza door
- primaire mutatie + secundaire mutaties (blijvend bestaande resistentie ook na stoppen therapie)
influenza wordt dus voornamelijk ondersteunend behandeld en wordt geen virale therapie gegeven omdat de ziekteduur verkorting door de medicatie laag is (1 dag) en er is kans op mutatie
Oseltamivir/zanamivir/peramivir
- remming neuraminidase: losknippen virusdeeltjes uit de cel
- snel starten <48 uur of profylaxe
- 1ste keus
Baloxavir
- remming RNA synthese
- snel starten, eenmalig orale tablet
- snel starten
Waar werken de antivirale middelen op en wanneer geef je antivirale middelen bij influenza? Beschrijf ook resistentiepatroon.
Antivirale middelen bij influenza
- alleen bij immuungecompromitteerden
- wel kans op spontane mutaties bij gebruik (algemeen antivirale middelen)
- stabiele variant influenza door
- primaire mutatie + secundaire mutaties (blijvend bestaande resistentie ook na stoppen therapie)
influenza wordt dus voornamelijk ondersteunend behandeld en wordt geen virale therapie gegeven omdat de ziekteduur verkorting door de medicatie laag is (1 dag) en er is kans op mutatie
Oseltamivir/zanamivir/peramivir
- remming neuraminidase: losknippen virusdeeltjes uit de cel
- snel starten <48 uur of profylaxe
- 1ste keus
Baloxavir
- remming RNA synthese
- snel starten, eenmalig orale tablet
- snel starten
Waar werken de antivirale middelen op en wanneer geef je antivirale middelen bij influenza? Beschrijf ook resistentiepatroon.
Antivirale middelen bij influenza
- alleen bij immuungecompromitteerden
- wel kans op spontane mutaties bij gebruik (algemeen antivirale middelen)
- stabiele variant influenza door
- primaire mutatie + secundaire mutaties (blijvend bestaande resistentie ook na stoppen therapie)
influenza wordt dus voornamelijk ondersteunend behandeld en wordt geen virale therapie gegeven omdat de ziekteduur verkorting door de medicatie laag is (1 dag) en er is kans op mutatie
Oseltamivir/zanamivir/peramivir
- remming neuraminidase: losknippen virusdeeltjes uit de cel
- snel starten <48 uur of profylaxe
- 1ste keus
Baloxavir
- remming RNA synthese
- snel starten, eenmalig orale tablet
- snel starten
Wat is Q-koorts + symptomen?
- veroorzaakt door bacterie Coxiella Burnetii
- besmetting via dieren (geiten) via abortusmateriaal ingeademd door mensen
- acute Q-koorts
- asymptomatisch Of
- mild griepachtig beeld
- ernstige hoofdpijn
- pneumonie
- Rash
- hepatitis
- chronische Q-koorts
- bacterie kan lang in cel blijven
- persisterende infectie acute Q-koorts
- manifestatie endocarditis
- Infectie van vasculaire grafts
- mycotisch aneurysma
Welke 2 factoren dragen bij aan het niet optimaal functioneren van het immuunsysteem?
Wat zijn de drie belangrijkste bacteriële verwekkers van diarree?
shigella
campylobacter
enterotoxigene/enterohemorrhagische escherichia coli (ETEC)
- reizigers voornamelijk
- risico langdurige ziekenhuisopname en bij langdurige antibiotica gebruik
Wat betekend dysenterie?
Dysenterie is een verzamelnaam voor een specifiek
klinisch syndroom. Acute diarree gaat gepaard met koorts en is gemengd met bloed en/of slijm. Dit wordt veroorzaakt door een invasieve darminfectie (pathogeen kan bacterieel of parasitair zijn)
Welke creme of zalf wordt het meest voorgeschreven tegen huidinfecties?
Wanneer wordt niet diarree behandeld?
- Geen risico dehydratie
- niet chronisch
- jonge leeftijd (behalve jonge kinderen)
- geen ernstige diarree
Wat zijn de drie belangrijkste virale verwekkers van diarree?
Rotavirus
- Effectiviteit van vaccin minder effectief dan verwacht (80%)
- kinderen met licht geboortegewicht, aangeboren afwijkingen, prematuren krijgen wel vaccin
adenovirus
enterovirus
Welke 2 verwekkers veroorzaken Buiktyfus?
- bradycardie vaker dan bij paratyphi
- mensen erg zieker dan bij paratyphi
- transmissie faeco-oraal (water/voedsel) en alleen men
- importziekte (uit buitenland)
- koorts of diarree vaker dan bij typhi
- incubatieduur korter
- transmissie faeco-oraal, ook dieren
- Ook in NL, wereldwijd, Azie
Wat is de pathofysiologie van buiktyfus?
infectie fagocyten -> migratie naar mesenteriale lymfeklieren/milt
- bacterie overleeft na fagocytose --> nog meer infectie fagocyten
- optreden necrotiserende ontstekingsreacties --> septisch
Wat is de diagnostiek van buiktyfus?
- leukopenie tot leukocytose, leverenzymstoornissen
Bij controle na therapie --> 3 kweken om succesvolle eradicatie vast testellen
Hoe wordt een buiktyfus behandeld?
- ernstige klachten -> ceftriaxon iv of ciprofloxacine, cotrimoxazol of 3de generatie cefalosporine
- indien resistentie of milde klachten --> azitromycine
Beschrijf amoebiasis.
transmissie
symptomen
diagnostiek
behandeling
- Entamoeba histolytica (verwekker)
- Importziekte
- feco-oraal (voedsel,water)
- 8-20 weken
- pathogenese
- ingestie cysten -> migratie dunne en dikke darm
- niet invasief = aanwezig in lumen, asymptomatisch
- intestinale infectie = invasie darmmucosa
- koorts, buikpijn, waterige of bloederige diarree, gewichtsverlies, lijkend op appendicitis
- extra-intestinale infectie
- via bloed naar lever, longen, hersenen
- koorts, pijn rechterbovenbuik, misselijk, braken
- Lab
- TFT: aantonen cysten en trofozoïeten
- antigeenbepaling
- PCR
- behandeling
- anti parasitair middel
- metronidazol
Beschrijf echinokokkose.
transmissie
symptomen
diagnostiek
behandeling
- importziekte
- feco-oraal (vossenfeces (multilocularis), schapenfeces en honden (granulosis), gecontamineerd grond, rauw voedsel, water)
- maanden-jaren
symptomatisch, klachten hangen af van locatie, aantal en groeisnelheid)
- misselijk, braken, pijn op borst, hoesten, dyspneu
- PCR cystevloeistof: parasitair DNA aantonen
- antigeenbepaling
- echo, CT, röntgen -> aantonen cysten
Beschrijf echinokokkose.
transmissie
symptomen
diagnostiek
behandeling
- importziekte
- feco-oraal (vossenfeces (multilocularis), schapenfeces en honden (granulosis), gecontamineerd grond, rauw voedsel, water)
- maanden-jaren
symptomatisch, klachten hangen af van locatie, aantal en groeisnelheid)
- misselijk, braken, pijn op borst, hoesten, dyspneu
- PCR cystevloeistof: parasitair DNA aantonen
- antigeenbepaling
- echo, CT, röntgen -> aantonen cysten
Welke ziekte beeld kan corynebacterium minutissisum veroorzaken
- predisponeert in vochtige milieu
- behandeling clindamycine gel
- scherp begrensde, roodbruine, fijn schilferende maculae
- wood's fluorescentie
- lokale therapie
trichomycosis axxilaris
- bacteriële infectie op okselhaar
- lokale therapie soms orale therapie met erythromycine
Hoe wordt een cellulitis behandeld
duur: geen consensus, advies is 1 week of 2
bij penicilline overgevoeligheid --> claritromycine
Wanneer is er sprake van een recidiverende cellulitis en wat is de behandeling?
- penidural injectie (onderhoudsdosering)
- tegenwoordig fenoxymethylpenicilline oraal
- gedurende 6 maanden
- oedeemtherapie
Wanneer is er sprake van een recidiverende cellulitis en wat is de behandeling?
- penidural injectie (onderhoudsdosering)
- tegenwoordig fenoxymethylpenicilline oraal
- gedurende 6 maanden
- oedeemtherapie
Wat is Erysipeloïd (Erisepelothrix rhusiopathiae)?
- Lijkt op cellulitis
- Gram-positieve verwekkers
- beroepsziekte vooral bij personeel werkzaam in slachthuizen of werken met vissen, dierenartsen
- behandeling: feneticilline, fenoxymethylpenicilline, erythromycine
Wat houdt staphylococcus aureus dragerschap in?
dragerschap hoger bij pt met DM en HIV
- Comorbiditeit leveren extra risico op dragerschap
Wie hebben een verhoogd risico op meticilline resistente s.aureus (MRSA)?
- korter dan 2 mnd geleden langer dan 24 uur opgenomen geweest of geopereerd in buitenlandse ziekenhuis
- uit een afdeling of unit komen waar MRSA heerst
- beroepsmatig contact met levende varkens of vleeskalveren
- een bekend dragerschap hebben voor MRSA
- <2 maanden geleden in een asielzoekerscentrum hebben gewoond
Wie hebben een verhoogd risico op meticilline resistente s.aureus (MRSA)?
- korter dan 2 mnd geleden langer dan 24 uur opgenomen geweest of geopereerd in buitenlandse ziekenhuis
- uit een afdeling of unit komen waar MRSA heerst
- beroepsmatig contact met levende varkens of vleeskalveren
- een bekend dragerschap hebben voor MRSA
- <2 maanden geleden in een asielzoekerscentrum hebben gewoond
Benoem de ziektebeelden veroorzaakt door Goep A streptokokken.
- Directe infectie
- pyoderma
- impetigo
- cellulitis
- erysipelas
- Immune-mediated
- acute reumatische koorts
- typisch bij kinderen
- kan een acute reumatische valvulitis (hartziekte) veroorzaken: risico bij recidiverende infectie met streptokok
- Post-streptokokken acute glomerulonephritis
- hematurie, oedeem ,hypertensie, oligurie, koorts, hoofdpijn, malaise
- Toxin-mediated
- streptokok toxic shock syndroom
- necrtotising fasciitis
Beschrijf ziektebeeld panaritium.
- Etterende ontsteking aan de buigzijde van vingers meestal door prikverwonding
- S. Aureus verwekker
- Abcesvorming met kloppende pijn
- zwelling waardoor arteriën bekneld raken in handen
- behandeling: plastische chirurgie
Beschrijf ziektebeeld Paronychia.
- Schade nagelriem waardoor er rommel onder de huid kan komen
- infectie S.aureus
- pijn roodheid, zwelling en pusvorming
- chronische paronychia
- secundaire infectie met een schimmel of bacterie
- risicofactoren voor chronische paronychia
- frequent contact water/vocht
- bepaalde voedingsmiddelen of irriterende stoffen
- nagelriem bijten
- slechte hygiëne
- medicatie; antiretrovirale middelen, tretinoïne
- behandeling: soms incisie en drainage,
- bij uitbreiding infectie behandelen met augmentin
Welke 2 typische lage luchtweginfecties (LWI) bij volwassenen zijn er?
- ongecompliceerd
penumonie
- gecompliceerd
Welke 2 typische lage luchtweginfecties (LWI) bij volwassenen zijn er?
- ongecompliceerd
penumonie
- gecompliceerd
Acute hoest bij volwassenen
Etiologie- klacht - diagnose
- viraal
- bacterieel
- bronchiale hyperreactviteit
- cardiaal
- tumor
- corpus alienum
- hoest
- sputum
- koorts
- pijn
- benauwdheid
- afwijkingen auscultatie
- bronchitis
- pneumonie
- astma
- COPD
- hartfalen
- tumor
Acute hoest bij volwassenen
Etiologie- klacht - diagnose
- viraal
- bacterieel
- bronchiale hyperreactviteit
- cardiaal
- tumor
- corpus alienum
- hoest
- sputum
- koorts
- pijn
- benauwdheid
- afwijkingen auscultatie
- bronchitis
- pneumonie
- astma
- COPD
- hartfalen
- tumor
Wat is het beleid bij acute bronchitis of pneumonie?
- marginaal effect antibiotica volgens onderzoek
- te erg ziek verwijzen voor intraveneus antibiotica
Matig ziek (moeilijk in te schatten) PCR-test
- 20 - 100 mg/l --> geef antibiotica bij hoog risico patiënten
- >100 mg/l --> hoog risico pneumonie
Verschil tussen symptomen hartfalen, BLWI en astma/COPD?
- verkoudheid
- keelpijn
- verstopte neus
- rhinorroe (loopneus)
- heesheid
Hartfalen
- onvoldoende pompkracht hartspier
- hoesten
- dyspnoe (d'effort)
- perifeer oedeem
- orthopneu
- voorgeschiedenis, MI, AF (atrium fibrilleren)
Astma/COPD
- symptomen worden getriggerd door allergenen/prikkels
- piepen
- benauwdheid
- veel gerookt
- verlengde expirium bij lichamelijk onderzoek
Verschil tussen symptomen hartfalen, BLWI en astma/COPD?
- verkoudheid
- keelpijn
- verstopte neus
- rhinorroe (loopneus)
- heesheid
Hartfalen
- onvoldoende pompkracht hartspier
- hoesten
- dyspnoe (d'effort)
- perifeer oedeem
- orthopneu
- voorgeschiedenis, MI, AF (atrium fibrilleren)
Astma/COPD
- symptomen worden getriggerd door allergenen/prikkels
- piepen
- benauwdheid
- veel gerookt
- verlengde expirium bij lichamelijk onderzoek
Welk antibioticum wordt gegeven bij pneumonie?
- geen clavulaanzuur nodig
Pneumokok komt vaker voor bij een pneumonie
Wat zijn de klinische testen van nekstijfheid?
- tekenen van Brudzinski
- hoofd omhoog, knieën gaan omhoog
- Tekenen van Kernig
- been omhoog, pijn in nek
- Driepootfenomeen
- kind kan niet goed zitten dus compensatoir handen achterrug zetten voor ondersteuning bij zitten
Zuigeling lastig bovenstaande testen
- luierpijn --> irritatie bij verschoning luier
- volle fontanel/bomberend --> druk in hersenen hoog
- normaal kind die overeind wordt gehaald -> fontanel zakt klein beetje in
Watvoor uitslag heeft het liquor onderzoek bij een meningitis? (viraal vs bacterieel)
- leukocyten verhoogd, 75% granulocyten
- bacterieel vs viraal (vooral lymfocyten verhoogd)
glucose verhoogd/verlaagd
- liquor/bloedratio laag (in liquor glucose lager dan bloed)
- bacterieel omdat bacteriën glucose verbruiken
Welke drie bacteriën en twee virussen kun je verwachten in het liquor van een patiënt met meningitis?
streptococcus pneumoniae - pneumokok
Haemophilus influenza type B = Hib
- risico bij niet/onvolledig gevaccineerde kinderen
Meest voorkomend virale meningitis virussen
Enterovirussen
- mild verloop -> behandeling antibiotica staken
- ernstig beeld, veel restverschijnselen
Welke drie bacteriën en twee virussen kun je verwachten in het liquor van een patiënt met meningitis?
streptococcus pneumoniae - pneumokok
Haemophilus influenza type B = Hib
- risico bij niet/onvolledig gevaccineerde kinderen
Meest voorkomend virale meningitis virussen
Enterovirussen
- mild verloop -> behandeling antibiotica staken
- ernstig beeld, veel restverschijnselen
Wat is de pathogenese van een meningitis?
- kan invasief worden
- antistoffen en complementen worden geweerd door zijn kapsel
- pneumokok vermenigvuldigd en kan de Bloed-hersen-barrière bereiken
- ontstekingscellen komen terecht in liquor en geven ontstekingsmediatoren af
- Bloed-hersen-barrière wordt permeabel --> zwelling
Welke 3 types vaccin zijn er om meningitis te voorkomen
H. Influenzae (Hib)
Meningtokokken type ACWY
- Voor B niet inbegrepen in vaccinatieprogramma
Wat zijn de verwekkers van sepsis in nederland?
- E.coli (UWI)
- S.aureus of pneumokok (luchtwegen)
- intravasale lijnen (in ziekenhuis, huid) : negatieve stafylokok
Wie hebben risico op het krijgen van een sepsis?
- leeftijd (pasgeborene en >65 jaar)
- genetisch predispositie
- DM
- chronische longlijden/nierlijden
- maligniteit
- reizen --> infectie bijzondere pathogeen waar behandeling niet direct op werkt
- catheters, tubes
Wat is de pathogenes van een sepsis.
invasie/penetratie epitheelcellen en endotheelcellen
overleving in bloedbaan
- kapsel is cruciaal (beschermt tegen opsonisatie) -> remt complement gemedieerde killing
- weinig/geen antistoffen aanwezig in bloed
Wat is de mortaliteit van een sepsis?
Restverschijnselen
- cognitief en lichamelijk
- amputaties delen ledematen
Wat is resistentie en welke 2 type zijn er?
- bepaalde concentratie nodig om bacterie te remmen niet (met zekerheid) te halen is in de patiënt
- intrinsieke resistentie: bacterie-species mist aangrijpingspunt, antibioticum werkt dan niet
- verworden resistentie: bacterie-species in principe gevoelig, maar bepaalde stam heeft mechanisme dat hem ongevoelig maakt ontwikkelt
- vaker sprake van verworven resistentie
Wat is resistentie en welke 2 type zijn er?
- bepaalde concentratie nodig om bacterie te remmen niet (met zekerheid) te halen is in de patiënt
- intrinsieke resistentie: bacterie-species mist aangrijpingspunt, antibioticum werkt dan niet
- verworden resistentie: bacterie-species in principe gevoelig, maar bepaalde stam heeft mechanisme dat hem ongevoelig maakt ontwikkelt
- vaker sprake van verworven resistentie
Hoe ontstaat resistentie?
Ontstaan resistentie
- 'spontane' mutaties
- overdracht van resistentiegenen tussen species
- via plasmides (klein, circulair DNA)
- via bacteriofagen (integratie chromosoom)
- via losliggend DNA (van dode bacterie) in omgeving --> toeval
- activatie van reeds aanwezige mechanismen
- effuxpompen of enzymen
--> epidemische verspreiding - uitbraken resistentie
Hoe kan een bacterie resistent worden (4 methoden)?
- binnendringen van antibiotica blokkeren via celmembraan (kanaaltjes dichtgooien)
- wordt niet graag gedaan door bacterie omdat eigen stofwisseling verslechterd
- aanpassing aangrijpingspunt
- wegpompen antibiotica
- vernietigen antibiotica
Hoe wordt de gevoeligheid van een bacterie vastgesteld binnen de diagnostiek?
Rein kweek vereist
- 1 bacterie isoleren van de rest en kweken
disk diffusie
- antibioticum inhibitiezone groot = gevoeliger voor antibioticum
Bepaling minimaal inhibitoire concentratie (MIC)
- minimale concentratie nodig om bacteriegroei te remmen
- vergelijken met afkapwaardes om te bepalen of bacterie gevoelig of resistent is
Hoe bepalen we bij bacteriële infecties de keuze voor antibiotica? Wanneer pas je het empirisch beleid aan?
Aanpassen beleid?
- ingestelde behandeling adequaat?
- mogelijk om gerichter te behandelen?
- mogelijk om ter behandelen met orale middelen?
Hoe bepalen we bij bacteriële infecties de keuze voor antibiotica? Wanneer pas je het empirisch beleid aan?
Aanpassen beleid?
- ingestelde behandeling adequaat?
- mogelijk om gerichter te behandelen?
- mogelijk om ter behandelen met orale middelen?
Beschrijf
- Risicogroepen HIV in Nederland
- Epidemiologie nieuwe gevallen
- Welke 3 criteria moet de behandeling aan voldoen
immigranten
intraveneus drugsgebruik
Afname aantal nieuwe gevallen vanwege
- 'treatment as prevention'
- Pre-expositie profylaxe (PrEP)
UNAIDs 90%-90%-90%
- In zorg --> 90% moet in zorg zijn
- Op antiretrovirale therapie --> van de groep in zorg moet 90% antivirale therapie krijgen
- virologische suppressie--> van de groep met therapie moet 90% suppressie hebben van virus
Beschrijf
- Risicogroepen HIV in Nederland
- Epidemiologie nieuwe gevallen
- Welke 3 criteria moet de behandeling aan voldoen
immigranten
intraveneus drugsgebruik
Afname aantal nieuwe gevallen vanwege
- 'treatment as prevention'
- Pre-expositie profylaxe (PrEP)
UNAIDs 90%-90%-90%
- In zorg --> 90% moet in zorg zijn
- Op antiretrovirale therapie --> van de groep in zorg moet 90% antivirale therapie krijgen
- virologische suppressie--> van de groep met therapie moet 90% suppressie hebben van virus
Wat is de kans op transmissie HIV?
- niet overdraagbaar, onveilig contact kan
Wijze van transmissie
- vaginaal seks
- MSM - anale seks
- moeder - kind placenta
- besmette naald
- blootstelling besmette bloed producten
Wat houdt pre-expositie profylaxe (PrEP) in?
- truvada (tenofovir/emtricitabine)
- reverse transcriptase remmer
- via GGD
- Continue of 'On demand'
- continue innemen of pas bij onveilig seks innemen
- effectiviteit rond de 85%-90%
- uiteraard niet effectief tegen andere SOA's
Verder kan er getest worden voor HIV wanneer
- er sprake is van onverklaarde beelden
- HIV infectie kan continue opportunistische infecties veroorzaken en ook tumoren
Beschrijf pathofysiologie van HIV en primaire fase.
- HIV infecteert epitheel
- Infectie dendritische cellen/macrofagen met CD4+ marker op celoppervlak
- migratie naar lymfeklieren -> verdere infectie
- infectie CD4+ t-cellen
- T-cel destructie door immuun activatie en directe cytolyse (opbranden)
Wegvallen van CD4+ T-cellen verzwakt het immuunsysteem
Ontwikkeling van allerhande opportunistische infecties en maligniteit
Primaire fase
- acute HIV fase met innesteling in t-cellen
- virale load schiet omhoog en daalt een tijdje maar stijgt later weer (hangt samen met stijging en daling van CD4+)
- lage virale load = asymptomatisch maar alsnog screenen om opportunistische infecties te voorkomen (CD4+ cellen blijven dalen)
Wat is de kliniek van acute HIV infectie en gevorderde HIV-infectie.
Diagnostiek
- Atypische lymfocyten (ook bij andere virale infecties)
- daling van CD4+ getal (gezien bij infecties algemeen)
- HIV combo-test (As/P24)
- antistof en P24 (viraal eiwit) detecteren in vroege fase
- PCR HIV RNA
- indien HIV combo-test negatief is omdat PD24 nog niet tot expressie is gekomen maar verdenking op HIV is hoog dan deze test
Gevorderde Hiv-infectie
- langdurige onbehandelde HIV is prognostisch ongunstig -> hematologisch maligniteiten (lymfomen), cardiovasculair etc.
- aanzienlijke percentage patiënten is een 'late presenter'
Patiënten met gemiste kansen op HIV diagnose zijn patiënten met
- herpes zoster, seberroisch eczeem, cervix dysplasie, gewichtsverlies, trombocytopenie, hardnekkige candida
Hoe wordt HIV behandeld met welk doel?
Combinatie antiretrovirale therapie (cART)
- op verschillende plekken aangrijpen --> resistentie ontwikkeling wordt ook kleiner
- reverse transcriptase remmers
- integrase remmers
- protease remmers
- single-tablet regimens (3 middelen in 1 pil)
- long-acting injectables (hoeft niet elke dag een pil, eens in 2 maanden injectie)
Doel
Voorkomen van HIV-geassocieerde complicaties en sterfte + Onderdrukking van de virale replicatie (virale load daalt) +Immunologische herstel (CD4= omhoog)
Mono of duotherapie in verleden--> veel resistentie en toxiciteit
Welke HIV geassocieerd comorbiditeit zijn er en cART bijwerkingen?
- immuun activatie geassocieerd met deze ziekte (HIV drive van immuunsysteem)
- virale hepatitis
- oudere antivirale middelen die aangrepen op mitochondriën (vooral in lever)
maligniteiten
- hematologisch,
lipodystrofie
- distributie van het vet naar de buik
- vanwege oudere antivirale middelen
Welke HIV geassocieerd comorbiditeit zijn er en cART bijwerkingen?
- immuun activatie geassocieerd met deze ziekte (HIV drive van immuunsysteem)
- virale hepatitis
- oudere antivirale middelen die aangrepen op mitochondriën (vooral in lever)
maligniteiten
- hematologisch,
lipodystrofie
- distributie van het vet naar de buik
- vanwege oudere antivirale middelen
Wat is de kliniek en natuurlijke beloop van een acute virale hepatitis.
- Koorts
- malaise
- gastro-intestinale klachten
- icterus
Natuurlijke beloop
spontane klaring OF
chronische hepatitis
- stabiele ziekte OF
- langzaam progressief MET eventueel
- Hepatocellulaire celcarcinoom (HCC)
- leverfalen
- ascites
- portale hypertensie
Wat is de kliniek en natuurlijke beloop van een acute virale hepatitis.
- Koorts
- malaise
- gastro-intestinale klachten
- icterus
Natuurlijke beloop
spontane klaring OF
chronische hepatitis
- stabiele ziekte OF
- langzaam progressief MET eventueel
- Hepatocellulaire celcarcinoom (HCC)
- leverfalen
- ascites
- portale hypertensie
Beschrijf hepatitis A
Soort virus
Transmissie
Risicogroepen
Diagnostiek
Behandeling
Hepatitis A
RNA virus
Fulminante hepatitis
- belangrijkste reden voor levertransplantatie
- importziekte (vakantie in buitenland)
- MSM clusters (feco-orale transmissie)
- Via voeding
Behandeling: Vaccinatie (profylaxe of behandeling Ig na expositie)
- reizigers vaccinatie
- Niet geven aan kinderen tot 5 jaar (geen last) of mensen die 15 jaar in een endemisch land hebben gewoond
Waarom zo weinig antivirale middelen?
- Sterke relatie met de gastheer: grote kans op toxiciteit
- beperkte vitro modellen: replicatie van virussen op cellijn/celsysteem of diepmodel niet altijd mogelijk
- risicovol: soms alleen onderzoek mogelijk in gespecialiseerde faciliteiten
- beperkte duur van antivirale replicatie, directe antivirale therapie niet altijd zinvol
Wat wordt bedoeld met opportunistische infecties?
- micro-organismen die al in het lichaam aanwezig zijn waar gezonde mensen niet ziek van worden (candida, pneumocystis jiroveci pneumonie en andere "gewone" infecties)
- virusreactivatie (EBV, CMV, HBV, VZV (gordelroos), TBC, Hepatitis B)
- andere latente infecties (toxoplasmose, strongyloides, Entamoeba Histolytica)
Beschrijf pneumocystis jiroveci pneumonie (PJP)
Symptomen
Diagnostiek
Behandeling
PJP vaker bij mensen met verstoorde afweer
Symptomen
- koorts, hoesten en benauwdheid
- bloedonderzoek: CRP, leukocyten, albumine, ALAT/ASAT
- sputumkweek, bloedkweek
- urinetest
- pneumokokkensneltest, legionella-antigeentest
- PCR (neus-keel)
- X-thorax: gouden standard
- diffuus longvelden grijzig (matglas)
- bij (normale) pneumonie -> gelokaliseerd en denser (witter)
- bevestigen met BAL (longspoeling) -> PCR (PJP)
- niet betrouwbaar met bloed of een kweek
- cotrimoxazol i.v. (als tablet voor profylaxe)
- eventueel prednison geven om longoedeem en eigen ontstekingsreactie te remmen
Hoe wordt malaria preventief behandeld met welk doel?
Preventie anti-mugmaatregelen
- DEET
- geïmpregneerde klamboe
- kleding en airco
- atovaquone/proguanil (malarone)
- start 1 dag voor vertrek t/m 1 week na terugkomst
- niet veilig bij zwangerschap
- geen resistentie
- duurder
- bijwerking: nierfunctiestoornis
- mefloquine
- 1x per week t/m 4 weken na terugkomst
- wel veilig bij zwangerschap
- resistentie (thailand)
- bijwerking; neuropsychiatrisch
Chemoprofylaxe geven adhv risico indeling
- hoogst risico (sub-sahara afrika) = chemoprofylaxe meegeven
- middelmatig risico (zuid-oost azie) = noodbehandeling meegeven voor als er klachten optreden
- atovaquone/proguanil OF Artemether/lumefantrine (riamet)
- laagste risico = anti-mugmaatregelen en bij koorts arts bezoeken om malaria uit te sluiten
Hoe wordt malaria behandeld? En malaria vivax/ovale?
- Parasitemie < 2%
- artemether/lumefantrine (Riamet) tablet
Matig ernstig
- Parasitemie 2 - 5%
- atovaquon/proguanil (Malarone) tablet
Gecompliceerd
- Parasitemie >5% Of met complicaties/braken
- artesunate bolusinjectie
Vochttoediening
IC (eventueel)
Antibiotica (eventueel)
- secundaire infecties?
Malaria vivax/ovale
- hypnozoiten moeten na behandeld worden op opvlamming te voorkomen
- primaquine
Hoe zouden koortspatronen kunnen helpen bij het vaststellen van een tropische diagnose?
- iedere 3de dag koorts -> malaria falciparum
- iedere 4de dag koorts -> malaria vivax en ovale
- niet specifiek om zoveelste dag --> malaria falciparum maar ook maligniteiten
Pols-temperatuur dissociatie: typhoide koorts
- bradycardie bij hoge koorts
Welke symptomen geven malaria (falciparum)?
- griepverschijnselen, hoofdpijn, rugpijn, spierpijn, gewrichtspijn, malaise, vermoeidheid, eetlust verminderd
Kernverschijnselen
- Koorts (met of zonder koude rillingen)
- alle koortstypen
- Soms: hoesten en diarree
- miltvergroting
- soms ook lever vergroting en pijnlijk
- trombocytopenie
- anemie
- secundaire klachten/complicaties (stolselvorming RBC)
- longen, hersenen, nieren
Wat is Dengue en wat zijn de typische klachten, complicaties en diagnostiek van Dengue?
- Arbo virale infecties (Zika en Chingungae)
- incubatietijd 5-8 dagen (<2weken)
- Azië, Afrika en Zuid-Amerika
Typische klachten
- Hele hoge koorts, koorts zakt en weer een hoge koorts (zadel type koorts)
- hoofdpijn achter ogen
- koorts gezakt -> rash romp
- leukopenie, trombocytopenie
Complicaties
- Dengue hemorragisch koorts en dengue shock
- al een keer doorgemaakt en antistoffen gehad
- nog een keer in contact komen met ander serotypes --> sterk immuunrespons met hoge piek IgG
Diagnostiek
- antigeentest
- serologie --> IgM specifiek
Beschrijf leptospirose
Symptomen
Diagnostiek
Behandeling
Complicaties
- komt wereldwijd voor
- met name in watergebieden
- verspreiding door ratten in urine
Symptomen
- Koorts, koude rillingen, myalgie, hoofdpijn, anorexie/misselijkheid/braken, hoesten, hemoptoe, rode ogen, icterus
Diagnostiek
- leukocytose, bilirubine verhoogd (+ andere leverenzymen), creatinine verhoogd
- serologie (ELISA) IgM, PCR
Behandeling
- penicilline en ceftriaxon i.v.
- amoxicilline, doxycycline per os
Complicaties
- ziekte van Weil
- hepatorenaal syndroom
- aseptische meningitis
- hemorragische pneumonitis
Beschrijf Aarsmade, Spoelworm, Lintworm en Zweepworm
Medische naam
Grootte
Voorkomen in Nederland
Bron
Verschijnselen
Diagnostiek
Preventie en behandeling
Hoe wordt een latente TBC vastgesteld?
- onschuldig variant TBC wordt in huid gespoten -> afwachten reactie (in vivo)
- niet specifiek voor mycobacterie tuberculosis, ook reactie bij andere mycobacteriën
- kruisreactie met BCG-vaccinatie (fout positief)
- respons T-cellen op antigenen van de mycobacterie (in vitro)
- geen kruisreactie met BCG-vaccinatie (voordeel)
- hogere sensitiviteit
- bij slechte T-cel functie -> minder betrouwbaar
1 van de 2 testen positief = latente TBC aanwezig
Welke anamnestische vragen stel je als er sprake is van lymfadenopathie?
- <3 weken --> afwachtend beleid
- >3 weken --> verder onderzoek
- klier doet pijn --> ontsteking
- klier doet geen pijn --> maligniteit
Koorts, nachtzweten, gewichtsverlies, gegeneraliseerde jeuk(maligniteit), recent in buitenland, zieke mensen in omgeving, huisdieren(katten, vogels, ratten en konijnen), medicatie, risicogedrag (onbeschermd seks en drugsgebruik)
Wat is de DD bij een lokale en een gegeneraliseerde lymfadenopathie?
- kattenkrabziekte
- toxoplasmose
- roodvonk
- rode hond
- EBV
- CMV
- toxoplasmose
- kattenkrabziekte
- roodvonk
- rode hond
- miliaire TBC
- buiktyfus
- leptospirose
- brucellose
- mononucleosis infectiosum
- EBV
- HIV
- Exanthema subitum
- mazelen
Wat is de diagnostiek bij lymfadenopathieën?
- BSE, CRP
- geeft aan dat er ergens ontsteking is maar niet waar
- (atypische) lymfocyten
- infectie of leukemie
- EBV, toxoplasmose, CMV
Echo + cytologische punctie
- meerdere lymfeklieren?
- consistentie en aard van lymfeklier
- lymfeklieren checken rond hilus, mediastinum of andere afwijkingen
- metastasen vaststellen
Wat is de diagnostiek bij toxoplasmose en kattenkrabziekte?
- IgG, IgM, IgA
- IgM ook na acute infectie, langdurig aantoonbaar
- serologie voor toxoplasmose (SABINE)
PCR
- aantonen DNA van toxoplasmose of bacterie
Immunofluorescentie (ELISA)
- Gekleurde label hecht aan antistof gebonden aan toxoplasmose of bacterie en toont aanwezigheid
Wat is het serologisch beloop van EBV?
Polyclonale B-cel respons in acute fase EBV infectie
- Verschillende B-cellen met verschillende antistoffen worden gekloneerd waardoor je verschillende antistof aanmaak hebt
Serologisch beloop
- IgM als eerst
- IgG komt later opgang (1 week)
- Paar weken laten IgM laag en IgG hoog
- Paar maanden later IgG blijft langer aanwezig
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden