Immuun onder-reactie - Externe bedreiging - Infectie

111 belangrijke vragen over Immuun onder-reactie - Externe bedreiging - Infectie

Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van koorts bij kinderen?

Virale infectie
  • bovenste LWI
  • acute bronchitis
  • acute bronchiolitis
  • acute tonsillitis
  • gastro-enteritis
  • virusziekte
  • otitis media
  • meningitis (zeldzaam)
  • pneumonie (zeldzaam)

Bacteriële infectie
  • otitis media acuta (vaak)
  • darm infectie
  • UWI
  • pneumonie
  • meningitis (zeldzaam)


Niet infectieus
  • na vaccinatie (vaak)
  • medicamenteus
  • maligniteit (leukemie)


Koorts e causa ignota (soms)

Wat zijn alarmsignalen bij een kind met koorts?

  • snelle achteruitgang
  • ernstig ziek (schatting ouders)
  • verlaagd bewustzijn
  • tekenen dehydratie
    • CRT verlaagd, turgor, droge slijmvliezen, ingezonken fontanel
  • Minder dan de helft drinken
    • vragen naar plasluiers
  • aanhoudend braken (meerdere keren per uur)
  • sufheid, stilliggen
  • meningeale prikkelingsverschijnselen
  • huiduitslag, veranderde huidskleur
    • petechiën
  • ontroostbaar huilen
  • Tekenen ernstige tachypneu
    • intrekkingen, neusvleugelen, cyanose, gebruik hulpademhalingsspieren
  • veranderde ademhaling, kreunen, periodes van ademstilstand
  • leeftijd jonger dan 1 maand

Wat is een veelvoorkomende complicatie van gasto-enteritis?

Uitdroging/dehydratie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Kind met koorts en braken
bij voeding -> diarree
meest waarschijnlijk diagnose?

Gastro-enteritis
Maar toch uitsluiten ernstigere (minder voorkomende) diagnosis

Beschrijf lichamelijk onderzoek bij een kind met koorts.

Inspectie
  • alertheid
  • huiduitslag (niet wegdrukbaar)
  • slijmvliezen (uitdroging)
  • ingezonken fontanel
  • bleekheid, blauw, grauw
Vitale functie
  • temperatuur
  • ademfrequentie
    • normaal hoog 40 p/m
  • capillair refill tijd (CRT)
LO
  • huid turgor
  • meningeale prikkelingstest
  • long onderzoek
    • inspiratoir crepitaties beiderzijds
    • expiratoir piepende geluiden
  • buikonderzoek
    • soepel
  • KNO: oren en keel inspecteren

Wat is het beleid bij een mild zieke kind met koorts?


Watchful waiting
Voorlichting/geruststellen: aandoening, prognose
Niet medicamenteus beleid: genoeg drinken ( bij braken elk 5-10 min een paar slokjes)

Voorlichting ouders en waar ze op moeten letten
  • terugkomen bij aanhoudende of verergerde  klachten
  • terugkomen bij alarmsignalen
  • --> dan doorverwijzen kinderarts

Welke 6 klassieke kinderziekten bestaan er met symptomen koorts en huiduitslag?

  • Mazelen
  • roodvonk
  • rode hond
  • 4de ziekte
  • 5de ziekte (Erythema infectiosum)
  • 6de ziekte (Exanthema subitum)

Wat zijn de symptomen en beloop van de 5de ziekte - erythema infectiosum?(kind met koorts en huiduitslag)

Erythema infectiosum
  • paar dagen ziek, weer opgeknapt, dan weer ziek
  • koorts kan aanwezig zijn
  • fijn vlekkig vlindervormig of kantvormig beginnend in gezicht ( appelwangen/ slapped cheeks) en soms uitbreiding naar romp en extremiteiten, wegdrukbaar, kan jeukeun
  • spierpijn, hoofdpijn, gewrichtsklachten (pols, knieën)


Beloop gunstig en self-limiting
Geen therapie of vaccinatie mogelijk

Wat zijn de symptomen en beloop van de 5de ziekte - erythema infectiosum?(kind met koorts en huiduitslag)

Erythema infectiosum
  • paar dagen ziek, weer opgeknapt, dan weer ziek
  • koorts kan aanwezig zijn
  • fijn vlekkig vlindervormig of kantvormig beginnend in gezicht ( appelwangen/ slapped cheeks) en soms uitbreiding naar romp en extremiteiten, wegdrukbaar, kan jeukeun
  • spierpijn, hoofdpijn, gewrichtsklachten (pols, knieën)


Beloop gunstig en self-limiting
Geen therapie of vaccinatie mogelijk

Wat zijn de symptomen en beloop van de 5de ziekte - erythema infectiosum?(kind met koorts en huiduitslag)

Erythema infectiosum
  • paar dagen ziek, weer opgeknapt, dan weer ziek
  • koorts kan aanwezig zijn
  • fijn vlekkig vlindervormig of kantvormig beginnend in gezicht ( appelwangen/ slapped cheeks) en soms uitbreiding naar romp en extremiteiten, wegdrukbaar, kan jeukeun
  • spierpijn, hoofdpijn, gewrichtsklachten (pols, knieën)


Beloop gunstig en self-limiting
Geen therapie of vaccinatie mogelijk

Wat zijn de symptomen en beloop van mazelen?(kind met koorts en huiduitslag)

Mazelen
  • prodromale fase
    • plotseling algehele malaise, koorts, conjunctivitis, verkoudheid en hoesten
    • Koorts neemt in de loop van tijd toe
    • Eind prodromale fase --> koplikse vlekjes (op tong)
  • Exanthemateuze fase
    • fijn vlekkig exantheem
    • achter de oren en langs de haargrens met uitbreiding via gezicht, nek, borst, romp en extremiteiten
Beloop
  • Na paar dagen rode vlekken gezicht en dan lichaam, kan conflueren, niet altijd jeuk, koorts kan terugkomen
Zeer besmettelijk

Complicaties
  • otitis media en bronchiolitis
  • pneumonie door mazelvirus of door bacteriële superinfectie
  • encefalitis (zeldzaam)
  • sterfte bij erg jonge kinderen

Vaccinatie beschikbaar BMR

Wat zijn de symptomen en beloop van Roodvonk?(kind met koorts en huiduitslag)

Roodvonk
  • keelpijn en koorts, tong eerst wit daarna frambozentong

Beloop
  • 3de dag roze huid met rode ruwe puntjes op de borst
  • Uitslag gehele lichaam vooral oksel en liezen
  • Na 2-3 weken huidschilferingen met name handpalmen en voetzolen

Wat zijn de symptomen en beloop van rubella(rode hond)?(kind met koorts en huiduitslag)

Rubella
  • opgezette klieren achter de oor
  • na 1 dag roze vlekjes op gezicht en achter oren
  • verspreiding over gehele lichaam, rood uitziende huid
  • brandende ogen kan


Vaccinatie beschikbaar BMR

Welke 2 meest voorkomende ziekten zijn er bij een kind met koorts en hoesten?

Bovenste luchtweginfecties
acute bronchitis/bronchiolitis

Welke 2 meest voorkomende ziekten zijn er bij een kind met koorts en hoesten?

Bovenste luchtweginfecties
acute bronchitis/bronchiolitis

Wat zijn de symptomen van een bronchiolitis?

Beeld van een LWI
in korte tijd plots verergeren
geringe tachypneu, crepitaties in lagere luchtwegen (beiderzijds)

Welke 3 complicaties komen voor bij bronchiolitis?

  • Ademhalingsinsufficiëntie
  • Uitputting
  • Uitdroging

Ernst hangt af van
alarmsignalen
kenmerken patiënt met verhoogd risico op ernstig beloop
  • jonger dan 3 maanden
  • ex-pre/dysmaturen
  • relevante comorbiditeit (aangeboren hart- longziekten of immuungecompromitteerden
  • apneu in voorgeschiedenis

Hoe kun je influenza virus onderscheiden van andere virussen die influenza-like symptomen geven?

Influenza symptomen komen overeen met andere verwekkers. Geen onderscheid te maken op basis van kliniek

Hoe kun je influenza virus onderscheiden van andere virussen die influenza-like symptomen geven?

Influenza symptomen komen overeen met andere verwekkers. Geen onderscheid te maken op basis van kliniek

Beschrijf ziektebeeld van influenza
Besmetting
klinische symptomen


Besmetting
  • direct contact
  • indirect contact via omgeving en aerogeen
Druppelisolatie van toepassing
Incubatietijd 1-5 dagen
  • besmettelijke periode start kort voor begin van symptomen
  • kinderen(dagen na symptomen) en immuun-incompetente (maanden na symptomen) patiënten hebben gemiddeld een langere virusuitscheiding periode vgm volwassenen en gezonde mensen.



Meestal subklinische
Klinische symptomen
  • acuut, hoge koorts
  • hoesten, neusverkoudheid, niezen, pijn achter borstbeen
  • systemische symptomen (door afweer): koorts, hoofdpijn, koude rillingen, malaise, moeheid, myalgie (lage rugpijn), artralgie (pijn in gewrichten)

complicaties
  • virale pneumonie
  • secundaire bacteriële (super) infectie
  • myocarditis
  • encefalitis

Wie hebben hoog risico op influenza?

  • kinderen jonger dan 5 jaar en tot 18 jaar bij gebruik van salicylaten (aspirine)
    • syndroom van reye ontstond na influenza
    • onderzocht: aspirine gebruik bij virale infecties veroorzaakte de syndroom van reye bij kinderen
  • ouderen (>65)
  • zwangeren vrouwen
  • personen chronische lijden (DM, COPD, CF, hartfalen)
  • immuungecompromitteerden

Wie hebben hoog risico op influenza?

  • kinderen jonger dan 5 jaar en tot 18 jaar bij gebruik van salicylaten (aspirine)
    • syndroom van reye ontstond na influenza
    • onderzocht: aspirine gebruik bij virale infecties veroorzaakte de syndroom van reye bij kinderen
  • ouderen (>65)
  • zwangeren vrouwen
  • personen chronische lijden (DM, COPD, CF, hartfalen)
  • immuungecompromitteerden

Wie hebben hoog risico op influenza?

  • kinderen jonger dan 5 jaar en tot 18 jaar bij gebruik van salicylaten (aspirine)
    • syndroom van reye ontstond na influenza
    • onderzocht: aspirine gebruik bij virale infecties veroorzaakte de syndroom van reye bij kinderen
  • ouderen (>65)
  • zwangeren vrouwen
  • personen chronische lijden (DM, COPD, CF, hartfalen)
  • immuungecompromitteerden

Welke typen influenza virussen bestaan er?

Type A,B,C

Infecties bij mensen alleen Type A en B

Type A
  • RNA virus
  • surface eiwitten
    • hemagglutinin ( 1 tot 18)
      • H1, H2, H3 met name bij mensen
      • de rest met name watervogels
    • neuramiidase (1 tot 11)
      • N1 en N2 komen bij mensen voor
      • de rest met name watervogels
komt in verschillende dieren voor en mensen

Type B
  • surface eiwitten
    • hemagglutinin (1 type)
    • neuramiidase (1 type)
  • 2 groepen strengen
    • Victoria
    • Yamagata
komt alleen bij mensen voor

Welke typen influenza virussen bestaan er?

Type A,B,C

Infecties bij mensen alleen Type A en B

Type A
  • RNA virus
  • surface eiwitten
    • hemagglutinin ( 1 tot 18)
      • H1, H2, H3 met name bij mensen
      • de rest met name watervogels
    • neuramiidase (1 tot 11)
      • N1 en N2 komen bij mensen voor
      • de rest met name watervogels
komt in verschillende dieren voor en mensen

Type B
  • surface eiwitten
    • hemagglutinin (1 type)
    • neuramiidase (1 type)
  • 2 groepen strengen
    • Victoria
    • Yamagata
komt alleen bij mensen voor

Hoe verandert influenza virus?

Antigene drift
  • verandering kleine mutaties
  • type verandert niet H1N1 blijft H1N1
  • enige kruisreactiviteit na eerder infectie of vaccinatie
antigene shift
  • oppervlakteantigeen wordt vervangen door een ander bv H3N2 ->H4N2
  • risico ontstaan pandemie

reassortiment
  • 2 type virussen worden samengevoegd in een dier zoals een varken
  • heeft waarschijnlijk zo bekende pandemie veroorzaakt

Wie krijgen geen influenza vaccinatie en wie wel?


Geenkinderen jongeren dan 6 maanden
  • vaccinatie alleen levend verzwakte virussen beschikbaar voor jonger dan 2 jaar maar in NL wordt dat niet gedaan
bij koorts/operatie
anafylaxie kippen eiwit (allergie)

Wel
  • kwetsbare groepen (comorbiditeit, verstandelijk gehandicapten en ouderen)
  • zwangeren
  • medisch en zorgpersoneel

Wie krijgen geen influenza vaccinatie en wie wel?


Geenkinderen jongeren dan 6 maanden
  • vaccinatie alleen levend verzwakte virussen beschikbaar voor jonger dan 2 jaar maar in NL wordt dat niet gedaan
bij koorts/operatie
anafylaxie kippen eiwit (allergie)

Wel
  • kwetsbare groepen (comorbiditeit, verstandelijk gehandicapten en ouderen)
  • zwangeren
  • medisch en zorgpersoneel

Wie krijgen geen influenza vaccinatie en wie wel?


Geenkinderen jongeren dan 6 maanden
  • vaccinatie alleen levend verzwakte virussen beschikbaar voor jonger dan 2 jaar maar in NL wordt dat niet gedaan
bij koorts/operatie
anafylaxie kippen eiwit (allergie)

Wel
  • kwetsbare groepen (comorbiditeit, verstandelijk gehandicapten en ouderen)
  • zwangeren
  • medisch en zorgpersoneel

Wat zit er in het influenza vaccinatie?

Stukjes van eerder gevonden virussen, type A en B
In NL quadrivalent vaccin, geïnactiveerd, intramusculair
  • altijd victoria en yamagata virussen (type B) + elk jaar andere 2 types van type A virussen toegevoegd
  • effectiviteit wisselt tussen 40% en 20%
  • antistoffen na 4-6 weken blijven goed op peil voor half jaar

Waar werken de antivirale middelen op en wanneer geef je antivirale middelen bij influenza? Beschrijf ook resistentiepatroon.


Antivirale middelen bij influenza
  • alleen bij immuungecompromitteerden
  • wel kans op spontane mutaties bij gebruik (algemeen antivirale middelen)
    • stabiele variant influenza door
      • primaire mutatie + secundaire mutaties (blijvend bestaande resistentie ook na stoppen therapie)

influenza wordt dus voornamelijk ondersteunend behandeld en wordt geen virale therapie gegeven omdat de ziekteduur verkorting door de medicatie laag is (1 dag) en er is kans op mutatie


Oseltamivir/zanamivir/peramivir
  • remming neuraminidase: losknippen virusdeeltjes uit de cel
  • snel starten <48 uur of profylaxe
  • 1ste keus

Baloxavir
  • remming RNA synthese
  • snel starten, eenmalig orale tablet
  • snel starten

Waar werken de antivirale middelen op en wanneer geef je antivirale middelen bij influenza? Beschrijf ook resistentiepatroon.


Antivirale middelen bij influenza
  • alleen bij immuungecompromitteerden
  • wel kans op spontane mutaties bij gebruik (algemeen antivirale middelen)
    • stabiele variant influenza door
      • primaire mutatie + secundaire mutaties (blijvend bestaande resistentie ook na stoppen therapie)

influenza wordt dus voornamelijk ondersteunend behandeld en wordt geen virale therapie gegeven omdat de ziekteduur verkorting door de medicatie laag is (1 dag) en er is kans op mutatie


Oseltamivir/zanamivir/peramivir
  • remming neuraminidase: losknippen virusdeeltjes uit de cel
  • snel starten <48 uur of profylaxe
  • 1ste keus

Baloxavir
  • remming RNA synthese
  • snel starten, eenmalig orale tablet
  • snel starten

Waar werken de antivirale middelen op en wanneer geef je antivirale middelen bij influenza? Beschrijf ook resistentiepatroon.


Antivirale middelen bij influenza
  • alleen bij immuungecompromitteerden
  • wel kans op spontane mutaties bij gebruik (algemeen antivirale middelen)
    • stabiele variant influenza door
      • primaire mutatie + secundaire mutaties (blijvend bestaande resistentie ook na stoppen therapie)

influenza wordt dus voornamelijk ondersteunend behandeld en wordt geen virale therapie gegeven omdat de ziekteduur verkorting door de medicatie laag is (1 dag) en er is kans op mutatie


Oseltamivir/zanamivir/peramivir
  • remming neuraminidase: losknippen virusdeeltjes uit de cel
  • snel starten <48 uur of profylaxe
  • 1ste keus

Baloxavir
  • remming RNA synthese
  • snel starten, eenmalig orale tablet
  • snel starten

Wat is Q-koorts + symptomen?

Zoönose
  • veroorzaakt door bacterie Coxiella Burnetii
  • besmetting via dieren (geiten) via abortusmateriaal ingeademd door mensen
  • acute Q-koorts
    • asymptomatisch Of
    • mild griepachtig beeld
    • ernstige hoofdpijn
    • pneumonie
    • Rash
    • hepatitis
  • chronische Q-koorts
    • bacterie kan lang in cel blijven
    • persisterende infectie acute Q-koorts
    • manifestatie endocarditis
    • Infectie van vasculaire grafts
    • mycotisch aneurysma

Welke 2 factoren dragen bij aan het niet optimaal functioneren van het immuunsysteem?

chronische infecties en verstoring in microbioom dragen bij aan minder optimaal functioneren immuunsysteem

Wat zijn de drie belangrijkste bacteriële verwekkers van diarree?

salmonella
shigella
campylobacter
enterotoxigene/enterohemorrhagische escherichia coli (ETEC)
  • reizigers voornamelijk
clostridium difficile (toxines)
  • risico langdurige ziekenhuisopname en bij langdurige antibiotica gebruik

Wat betekend dysenterie?


Dysenterie is een verzamelnaam voor een specifiek
klinisch syndroom. Acute diarree gaat gepaard met koorts en is gemengd met bloed en/of slijm. Dit wordt veroorzaakt door een invasieve darminfectie (pathogeen kan bacterieel of parasitair zijn)

Welke creme of zalf wordt het meest voorgeschreven tegen huidinfecties?

3x daags fusidinezuur creme of zalf

Wanneer wordt niet diarree behandeld?

  • Geen risico dehydratie
  • niet chronisch
  • jonge leeftijd (behalve jonge kinderen)
  • geen ernstige diarree
terugkomen bij aanhoudende of verergerde klachten

Wat zijn de drie belangrijkste virale verwekkers van diarree?


Rotavirus
  • Effectiviteit van vaccin minder effectief dan verwacht (80%)
  • kinderen met licht geboortegewicht, aangeboren afwijkingen,  prematuren krijgen wel vaccin
norovirus
adenovirus
enterovirus

Welke 2 verwekkers veroorzaken Buiktyfus?

Salmonella typhi
  • bradycardie vaker dan bij paratyphi
  • mensen erg zieker dan bij paratyphi
  • transmissie faeco-oraal (water/voedsel) en alleen men
  • importziekte (uit buitenland)
Salmonella paratyphi
  • koorts of diarree vaker dan bij typhi
  • incubatieduur korter
  • transmissie faeco-oraal, ook dieren
  • Ook in NL, wereldwijd, Azie

Wat is de pathofysiologie van buiktyfus?

Bacterie passeert darmmucosa
infectie fagocyten -> migratie naar mesenteriale lymfeklieren/milt
  • bacterie overleeft na fagocytose --> nog meer infectie fagocyten
  • optreden necrotiserende ontstekingsreacties --> septisch

Wat is de diagnostiek van buiktyfus?

lab
  • leukopenie tot leukocytose, leverenzymstoornissen
kweek (faeces of bloed)
Bij controle na therapie --> 3 kweken om succesvolle eradicatie vast testellen

Hoe wordt een buiktyfus behandeld?

Bepaald op basis van resistentie -> antibiotica
  • ernstige klachten -> ceftriaxon iv of ciprofloxacine, cotrimoxazol of 3de generatie cefalosporine
  • indien resistentie of milde klachten --> azitromycine
+ goeie hygiëne maatregelen

Beschrijf amoebiasis.
transmissie
symptomen
diagnostiek
behandeling

Parasitaire infectie
  • Entamoeba histolytica (verwekker)
  • Importziekte
Transmissie
  • feco-oraal (voedsel,water)
Incubatietijd
  • 8-20 weken
Intestinale en extra-intestinale symptomen
  • pathogenese
    • ingestie cysten -> migratie dunne en dikke darm
      • niet invasief = aanwezig in lumen, asymptomatisch
      • intestinale infectie = invasie darmmucosa
        • koorts, buikpijn, waterige of bloederige diarree, gewichtsverlies, lijkend op appendicitis
      • extra-intestinale infectie
        • via bloed naar lever, longen, hersenen
        • koorts, pijn rechterbovenbuik, misselijk, braken
  • Lab
    • TFT: aantonen cysten en trofozoïeten
    • antigeenbepaling
    • PCR
  • behandeling
    • anti parasitair middel
      • metronidazol

Beschrijf echinokokkose.
transmissie
symptomen
diagnostiek
behandeling

Parasitaire infectie met echinococcus granulosis (meest voorkomend) of multilocularis
  • importziekte
Transmissie
  • feco-oraal (vossenfeces (multilocularis), schapenfeces en honden (granulosis), gecontamineerd grond, rauw voedsel, water)
Incubatietijd
  • maanden-jaren
Asymptomatisch vaker
symptomatisch, klachten hangen af van locatie, aantal en groeisnelheid)

  • misselijk, braken, pijn op borst, hoesten, dyspneu
lab
  • PCR cystevloeistof: parasitair DNA aantonen
  • antigeenbepaling
  • echo, CT, röntgen -> aantonen cysten
behandeling -> anti parasitaire middel bij meerdere cystes

Beschrijf echinokokkose.
transmissie
symptomen
diagnostiek
behandeling

Parasitaire infectie met echinococcus granulosis (meest voorkomend) of multilocularis
  • importziekte
Transmissie
  • feco-oraal (vossenfeces (multilocularis), schapenfeces en honden (granulosis), gecontamineerd grond, rauw voedsel, water)
Incubatietijd
  • maanden-jaren
Asymptomatisch vaker
symptomatisch, klachten hangen af van locatie, aantal en groeisnelheid)

  • misselijk, braken, pijn op borst, hoesten, dyspneu
lab
  • PCR cystevloeistof: parasitair DNA aantonen
  • antigeenbepaling
  • echo, CT, röntgen -> aantonen cysten
behandeling -> anti parasitaire middel bij meerdere cystes

Welke ziekte beeld kan corynebacterium minutissisum veroorzaken

Pitted keratolysis
  • predisponeert in vochtige milieu
  • behandeling clindamycine gel
eryhtrasma in liezen
  • scherp begrensde, roodbruine, fijn schilferende maculae
  • wood's fluorescentie
  • lokale therapie


trichomycosis axxilaris
  • bacteriële infectie op okselhaar
  • lokale therapie soms orale therapie met erythromycine

Hoe wordt een cellulitis behandeld

Systemische flucloxacilline 4x daags
duur:  geen consensus, advies is 1 week of 2
bij penicilline overgevoeligheid --> claritromycine

Wanneer is er sprake van een recidiverende cellulitis en wat is de behandeling?

>2 infecties /jaar
  • penidural injectie (onderhoudsdosering)
    • tegenwoordig fenoxymethylpenicilline oraal
  • gedurende 6 maanden
  • oedeemtherapie  

Wanneer is er sprake van een recidiverende cellulitis en wat is de behandeling?

>2 infecties /jaar
  • penidural injectie (onderhoudsdosering)
    • tegenwoordig fenoxymethylpenicilline oraal
  • gedurende 6 maanden
  • oedeemtherapie  

Wat is Erysipeloïd (Erisepelothrix rhusiopathiae)?

  • Lijkt op cellulitis
  • Gram-positieve verwekkers
  • beroepsziekte vooral bij personeel werkzaam in slachthuizen of werken met vissen, dierenartsen
  • behandeling: feneticilline, fenoxymethylpenicilline, erythromycine

Wat houdt staphylococcus aureus dragerschap in?

S.aureus dragerschap in keel, neus en perineum
dragerschap hoger bij pt met DM en HIV
  • Comorbiditeit leveren extra risico op dragerschap 

Wie hebben een verhoogd risico op meticilline resistente s.aureus (MRSA)?

  • korter dan 2 mnd geleden langer dan 24 uur opgenomen geweest of geopereerd in buitenlandse ziekenhuis
  • uit een afdeling of unit komen waar MRSA heerst
  • beroepsmatig contact met levende varkens of vleeskalveren
  • een bekend dragerschap hebben voor MRSA
  • <2 maanden geleden in een asielzoekerscentrum hebben gewoond

Wie hebben een verhoogd risico op meticilline resistente s.aureus (MRSA)?

  • korter dan 2 mnd geleden langer dan 24 uur opgenomen geweest of geopereerd in buitenlandse ziekenhuis
  • uit een afdeling of unit komen waar MRSA heerst
  • beroepsmatig contact met levende varkens of vleeskalveren
  • een bekend dragerschap hebben voor MRSA
  • <2 maanden geleden in een asielzoekerscentrum hebben gewoond

Benoem de ziektebeelden veroorzaakt door Goep A streptokokken.

  • Directe infectie
    • pyoderma
    • impetigo
    • cellulitis
    • erysipelas
  • Immune-mediated
    • acute reumatische koorts
      • typisch bij kinderen
      • kan een acute reumatische valvulitis (hartziekte) veroorzaken: risico bij recidiverende infectie met streptokok
    • Post-streptokokken acute glomerulonephritis
      • hematurie, oedeem ,hypertensie, oligurie, koorts, hoofdpijn, malaise
  • Toxin-mediated 
    • streptokok toxic shock syndroom
    • necrtotising fasciitis

Beschrijf ziektebeeld panaritium.

  • Etterende ontsteking aan de buigzijde van vingers meestal door prikverwonding
  • S. Aureus verwekker
  • Abcesvorming met kloppende pijn
    • zwelling waardoor arteriën bekneld raken in handen
  • behandeling: plastische chirurgie

Beschrijf ziektebeeld Paronychia.

  • Schade nagelriem waardoor er rommel onder de huid kan komen
  • infectie S.aureus
  • pijn roodheid, zwelling en pusvorming
  • chronische paronychia
    • secundaire infectie met een schimmel of bacterie
  • risicofactoren  voor chronische paronychia
    • frequent contact water/vocht
    • bepaalde voedingsmiddelen of irriterende stoffen
    • nagelriem bijten
    • slechte hygiëne
  • medicatie; antiretrovirale middelen, tretinoïne 
  • behandeling: soms incisie en drainage,
  • bij uitbreiding infectie behandelen met augmentin

Welke 2 typische lage luchtweginfecties (LWI) bij volwassenen zijn er?

Tracheïtis/ acute bronchitis
  • ongecompliceerd

penumonie 
  • gecompliceerd

Welke 2 typische lage luchtweginfecties (LWI) bij volwassenen zijn er?

Tracheïtis/ acute bronchitis
  • ongecompliceerd

penumonie 
  • gecompliceerd

Acute hoest bij volwassenen
Etiologie- klacht - diagnose

Etiologie
  • viraal
  • bacterieel
  • bronchiale hyperreactviteit
  • cardiaal
  • tumor
  • corpus alienum
klacht
  • hoest
  • sputum
  • koorts
  • pijn
  • benauwdheid
  • afwijkingen auscultatie
diagnose
  • bronchitis
  • pneumonie
  • astma
  • COPD
  • hartfalen
  • tumor

Acute hoest bij volwassenen
Etiologie- klacht - diagnose

Etiologie
  • viraal
  • bacterieel
  • bronchiale hyperreactviteit
  • cardiaal
  • tumor
  • corpus alienum
klacht
  • hoest
  • sputum
  • koorts
  • pijn
  • benauwdheid
  • afwijkingen auscultatie
diagnose
  • bronchitis
  • pneumonie
  • astma
  • COPD
  • hartfalen
  • tumor

Wat is het beleid bij acute bronchitis of pneumonie?

Geen alarmsymptomen -> acute bronchitis -> geen antibiotica
  • marginaal effect antibiotica volgens onderzoek
Wel alarmsymptomen -> pneumonie -> wel antibiotica
  • te erg ziek verwijzen voor intraveneus antibiotica

Matig ziek (moeilijk in te schatten) PCR-test 

  • 20 - 100 mg/l --> geef antibiotica bij hoog risico patiënten
  • >100 mg/l --> hoog risico pneumonie

Verschil tussen symptomen hartfalen, BLWI en astma/COPD?

BWLI
  • verkoudheid
    • keelpijn
    • verstopte neus
    • rhinorroe (loopneus)
    • heesheid

Hartfalen
  • onvoldoende pompkracht hartspier
    • hoesten
    • dyspnoe (d'effort)
    • perifeer oedeem
    • orthopneu
    • voorgeschiedenis, MI, AF (atrium fibrilleren)

Astma/COPD
  • symptomen worden getriggerd door allergenen/prikkels
  • piepen
  • benauwdheid
  • veel gerookt
  • verlengde expirium bij lichamelijk onderzoek               

Verschil tussen symptomen hartfalen, BLWI en astma/COPD?

BWLI
  • verkoudheid
    • keelpijn
    • verstopte neus
    • rhinorroe (loopneus)
    • heesheid

Hartfalen
  • onvoldoende pompkracht hartspier
    • hoesten
    • dyspnoe (d'effort)
    • perifeer oedeem
    • orthopneu
    • voorgeschiedenis, MI, AF (atrium fibrilleren)

Astma/COPD
  • symptomen worden getriggerd door allergenen/prikkels
  • piepen
  • benauwdheid
  • veel gerookt
  • verlengde expirium bij lichamelijk onderzoek               

Welk antibioticum wordt gegeven bij pneumonie?

Pneumokok - penicilline/amoxicilline
  • geen clavulaanzuur nodig
H.influenzae -  augmentin

Pneumokok komt vaker voor bij een pneumonie

Wat zijn de klinische testen van nekstijfheid?

Bij grotere kinderen/volwassenen
  • tekenen van Brudzinski
    • hoofd omhoog, knieën gaan omhoog
  • Tekenen van Kernig
    • been omhoog, pijn in nek
  • Driepootfenomeen
    • kind kan niet goed zitten dus compensatoir handen achterrug zetten voor ondersteuning bij zitten

Zuigeling lastig bovenstaande testen
  • luierpijn --> irritatie bij verschoning luier
  • volle fontanel/bomberend --> druk in hersenen hoog
    • normaal kind die overeind wordt gehaald -> fontanel zakt klein beetje in

Watvoor uitslag heeft het liquor onderzoek bij een meningitis? (viraal vs bacterieel)

Cellen
  • leukocyten verhoogd, 75% granulocyten
  • bacterieel vs viraal (vooral lymfocyten verhoogd)
eiwit verhoogd (viraal niet verhoogd)
glucose verhoogd/verlaagd
  • liquor/bloedratio laag (in liquor glucose lager dan bloed)
    • bacterieel omdat bacteriën glucose verbruiken 

Welke drie bacteriën en twee virussen kun je verwachten in het liquor van een patiënt met meningitis?

Neisseria meningitis - meningokok
streptococcus pneumoniae - pneumokok
Haemophilus influenza type B = Hib
  • risico bij niet/onvolledig gevaccineerde kinderen 

Meest voorkomend virale meningitis virussen

Enterovirussen
  • mild verloop -> behandeling antibiotica staken
Herpesvirus meningitis/encephalitis
  • ernstig beeld, veel restverschijnselen
Diagnostiek middels PCR

Welke drie bacteriën en twee virussen kun je verwachten in het liquor van een patiënt met meningitis?

Neisseria meningitis - meningokok
streptococcus pneumoniae - pneumokok
Haemophilus influenza type B = Hib
  • risico bij niet/onvolledig gevaccineerde kinderen 

Meest voorkomend virale meningitis virussen

Enterovirussen
  • mild verloop -> behandeling antibiotica staken
Herpesvirus meningitis/encephalitis
  • ernstig beeld, veel restverschijnselen
Diagnostiek middels PCR

Wat is de pathogenese van een meningitis?

Pneumokokken zijn al aanwezig in het respiratoire systeem.
  • kan invasief worden
  • antistoffen en complementen worden geweerd door zijn kapsel
  • pneumokok vermenigvuldigd en kan de Bloed-hersen-barrière bereiken
  • ontstekingscellen komen terecht in liquor en geven ontstekingsmediatoren af
    • Bloed-hersen-barrière wordt permeabel --> zwelling

Welke 3 types vaccin zijn er om meningitis te voorkomen

Pneumokokken (10 typen)
H. Influenzae (Hib)
Meningtokokken type ACWY
  • Voor B niet inbegrepen in vaccinatieprogramma

Wat zijn de verwekkers van sepsis in nederland?

Hangt af van de bron start infectie
  • E.coli (UWI)
  • S.aureus of pneumokok (luchtwegen)
  • intravasale lijnen (in ziekenhuis, huid) : negatieve stafylokok

Wie hebben risico op het krijgen van een sepsis?

Gastheerfactoren
  • leeftijd (pasgeborene en >65 jaar)
  • genetisch predispositie
comorbiditeit
  • DM
  • chronische longlijden/nierlijden
  • maligniteit
omgeving
  • reizen --> infectie bijzondere pathogeen waar behandeling niet direct op werkt
ziekenhuisgerelateerd
  • catheters, tubes

Wat is de pathogenes van een sepsis.

Adhesie/kolonisatie mond keel
invasie/penetratie epitheelcellen en endotheelcellen
overleving in bloedbaan
  • kapsel is cruciaal (beschermt tegen opsonisatie) -> remt complement gemedieerde killing
  • weinig/geen antistoffen aanwezig in bloed
--> sepsis

Wat is de mortaliteit van een sepsis?

Afhankelijk van de mate van orgaanfalen en snelheid van interventies, leeftijd, geslacht, voedingstoestand

Restverschijnselen
  • cognitief en lichamelijk
  • amputaties delen ledematen

Wat is resistentie en welke 2 type zijn er?

Resistentie
  • bepaalde concentratie nodig om bacterie te remmen niet (met zekerheid) te halen is in de patiënt
    • intrinsieke resistentie: bacterie-species mist aangrijpingspunt, antibioticum werkt dan niet
    • verworden resistentie: bacterie-species in principe gevoelig, maar bepaalde stam heeft mechanisme dat hem ongevoelig maakt ontwikkelt
  • vaker sprake van verworven resistentie

Wat is resistentie en welke 2 type zijn er?

Resistentie
  • bepaalde concentratie nodig om bacterie te remmen niet (met zekerheid) te halen is in de patiënt
    • intrinsieke resistentie: bacterie-species mist aangrijpingspunt, antibioticum werkt dan niet
    • verworden resistentie: bacterie-species in principe gevoelig, maar bepaalde stam heeft mechanisme dat hem ongevoelig maakt ontwikkelt
  • vaker sprake van verworven resistentie

Hoe ontstaat resistentie?


Ontstaan resistentie
  • 'spontane' mutaties
  • overdracht van resistentiegenen tussen species
    • via plasmides (klein, circulair DNA)
    • via bacteriofagen (integratie chromosoom)
    • via losliggend DNA (van dode bacterie) in omgeving --> toeval
  • activatie van reeds aanwezige mechanismen
    • effuxpompen of enzymen

--> epidemische verspreiding - uitbraken resistentie

Hoe kan een bacterie resistent worden (4 methoden)?

Werking resistentie
  • binnendringen van antibiotica blokkeren via celmembraan (kanaaltjes dichtgooien)
    • wordt niet graag gedaan door bacterie omdat eigen stofwisseling verslechterd
  • aanpassing aangrijpingspunt
  • wegpompen antibiotica
  • vernietigen antibiotica

Hoe wordt de gevoeligheid van een bacterie vastgesteld binnen de diagnostiek?

Urinekweek, bloedkweek, sputumkweek, et cetera
Rein kweek vereist
  • 1 bacterie isoleren van de rest en kweken

disk diffusie
  • antibioticum inhibitiezone groot = gevoeliger voor antibioticum

Bepaling minimaal inhibitoire concentratie (MIC)
  • minimale concentratie nodig om bacteriegroei te remmen
  • vergelijken met afkapwaardes om te bepalen of bacterie gevoelig of resistent is

Hoe bepalen we bij bacteriële infecties de keuze voor antibiotica? Wanneer pas je het empirisch beleid aan?

Uitslag van gevoeligheidsonderzoek

Aanpassen beleid?
  • ingestelde behandeling adequaat?
  • mogelijk om gerichter te behandelen?
  • mogelijk om ter behandelen met orale middelen?  

Hoe bepalen we bij bacteriële infecties de keuze voor antibiotica? Wanneer pas je het empirisch beleid aan?

Uitslag van gevoeligheidsonderzoek

Aanpassen beleid?
  • ingestelde behandeling adequaat?
  • mogelijk om gerichter te behandelen?
  • mogelijk om ter behandelen met orale middelen?  

Beschrijf
  • Risicogroepen HIV in Nederland
  • Epidemiologie nieuwe gevallen
  • Welke 3 criteria moet de behandeling aan voldoen

MSM
immigranten
intraveneus drugsgebruik

Afname aantal nieuwe gevallen vanwege
  • 'treatment as prevention'
  • Pre-expositie profylaxe (PrEP)

UNAIDs 90%-90%-90%
  • In zorg --> 90% moet in zorg zijn
  • Op antiretrovirale therapie --> van de groep in zorg moet 90% antivirale therapie krijgen
  • virologische suppressie--> van de groep met therapie moet 90% suppressie hebben van virus  

Beschrijf
  • Risicogroepen HIV in Nederland
  • Epidemiologie nieuwe gevallen
  • Welke 3 criteria moet de behandeling aan voldoen

MSM
immigranten
intraveneus drugsgebruik

Afname aantal nieuwe gevallen vanwege
  • 'treatment as prevention'
  • Pre-expositie profylaxe (PrEP)

UNAIDs 90%-90%-90%
  • In zorg --> 90% moet in zorg zijn
  • Op antiretrovirale therapie --> van de groep in zorg moet 90% antivirale therapie krijgen
  • virologische suppressie--> van de groep met therapie moet 90% suppressie hebben van virus  

Wat is de kans op transmissie HIV?

HIV stabiel en niet detecteerbare virale lading (U=U)
  • niet overdraagbaar, onveilig contact kan


Wijze van transmissie
  • vaginaal seks
  • MSM - anale seks
  • moeder - kind placenta
  • besmette naald
  • blootstelling besmette bloed producten

Wat houdt pre-expositie profylaxe (PrEP) in?

Behandeling met HIV remmers om HIV te voorkomen
  • truvada (tenofovir/emtricitabine)
    • reverse transcriptase remmer
  • via GGD
  • Continue of 'On demand'
    • continue innemen of pas bij onveilig seks innemen
  • effectiviteit rond de 85%-90%
  • uiteraard niet effectief tegen andere SOA's

Verder kan er getest worden voor HIV wanneer
  • er sprake is van onverklaarde beelden
  • HIV infectie kan continue opportunistische infecties veroorzaken en ook tumoren

Beschrijf pathofysiologie van HIV en primaire fase.

  • HIV infecteert epitheel
  • Infectie dendritische cellen/macrofagen met CD4+ marker op celoppervlak
  • migratie naar lymfeklieren -> verdere infectie
  • infectie CD4+ t-cellen
  • T-cel destructie door immuun activatie en directe cytolyse (opbranden)

Wegvallen van CD4+ T-cellen verzwakt het immuunsysteem
Ontwikkeling van allerhande opportunistische infecties en maligniteit

Primaire fase
  • acute HIV fase met innesteling in t-cellen
  • virale load schiet omhoog en daalt een tijdje maar stijgt later weer (hangt samen met stijging en daling van CD4+)
  • lage virale load = asymptomatisch maar alsnog screenen om opportunistische infecties te voorkomen (CD4+ cellen blijven dalen)

Wat is de kliniek van acute HIV infectie en gevorderde HIV-infectie.

Koorts, malaise, keelpijn, lymfadenopathie (gegeneraliseerd), rash, diarree, hoofdpijn

Diagnostiek
  • Atypische lymfocyten (ook bij andere virale infecties)
  • daling van CD4+ getal (gezien bij infecties algemeen)
  • HIV combo-test (As/P24)
    • antistof en P24 (viraal eiwit) detecteren in vroege fase
  • PCR HIV RNA
    • indien HIV combo-test negatief is omdat PD24 nog niet tot expressie is gekomen maar verdenking op HIV is hoog dan deze test

Gevorderde Hiv-infectie
  • langdurige onbehandelde HIV is prognostisch ongunstig -> hematologisch maligniteiten (lymfomen), cardiovasculair etc.
  • aanzienlijke percentage patiënten is een 'late presenter'

Patiënten met gemiste kansen op HIV diagnose zijn patiënten met
  • herpes zoster, seberroisch eczeem, cervix dysplasie, gewichtsverlies, trombocytopenie, hardnekkige candida 

Hoe wordt HIV behandeld met welk doel?


Combinatie antiretrovirale therapie (cART)
  • op verschillende plekken aangrijpen --> resistentie ontwikkeling wordt ook kleiner
    • reverse transcriptase remmers
    • integrase remmers
    • protease remmers
  • single-tablet regimens (3 middelen in 1 pil)
  • long-acting injectables (hoeft niet elke dag een pil, eens in 2 maanden injectie)

Doel
Voorkomen van HIV-geassocieerde complicaties en sterfte + Onderdrukking van de virale replicatie (virale load daalt) +Immunologische herstel (CD4= omhoog)

Mono of duotherapie in verleden--> veel resistentie en toxiciteit

Welke HIV geassocieerd comorbiditeit zijn er en cART bijwerkingen?

Cardiovasculaire ziekten
  • immuun activatie geassocieerd met deze ziekte (HIV drive van immuunsysteem)
Leverziekten
  • virale hepatitis
  • oudere antivirale middelen die aangrepen op mitochondriën (vooral in lever)
Osteoporose
maligniteiten
  • hematologisch,
polyneuropathie
lipodystrofie
  • distributie van het vet naar de buik
  • vanwege oudere antivirale middelen
co-infecties (HBV,HCV,TBC)

Welke HIV geassocieerd comorbiditeit zijn er en cART bijwerkingen?

Cardiovasculaire ziekten
  • immuun activatie geassocieerd met deze ziekte (HIV drive van immuunsysteem)
Leverziekten
  • virale hepatitis
  • oudere antivirale middelen die aangrepen op mitochondriën (vooral in lever)
Osteoporose
maligniteiten
  • hematologisch,
polyneuropathie
lipodystrofie
  • distributie van het vet naar de buik
  • vanwege oudere antivirale middelen
co-infecties (HBV,HCV,TBC)

Wat is de kliniek en natuurlijke beloop van een acute virale hepatitis.

asymptomatische en symptomatisch
  • Koorts
  • malaise
  • gastro-intestinale klachten
  • icterus

Natuurlijke beloop
spontane klaring OF
chronische hepatitis
  • stabiele ziekte OF
cirrose
  • langzaam progressief MET eventueel
complicaties
  • Hepatocellulaire celcarcinoom (HCC)
  • leverfalen
  • ascites
  • portale hypertensie

Wat is de kliniek en natuurlijke beloop van een acute virale hepatitis.

asymptomatische en symptomatisch
  • Koorts
  • malaise
  • gastro-intestinale klachten
  • icterus

Natuurlijke beloop
spontane klaring OF
chronische hepatitis
  • stabiele ziekte OF
cirrose
  • langzaam progressief MET eventueel
complicaties
  • Hepatocellulaire celcarcinoom (HCC)
  • leverfalen
  • ascites
  • portale hypertensie

Beschrijf hepatitis A
Soort virus
Transmissie
Risicogroepen
Diagnostiek
Behandeling


Hepatitis A
RNA virus
Fulminante hepatitis
  • belangrijkste reden voor levertransplantatie
Risico
  • importziekte (vakantie in buitenland)
  • MSM clusters (feco-orale transmissie)
  • Via voeding
Diagnostiek: IgM HAV (+PCR surveillance)
Behandeling: Vaccinatie (profylaxe of behandeling Ig na expositie)
  • reizigers vaccinatie
  • Niet geven aan kinderen tot 5 jaar (geen last) of mensen die 15 jaar in een endemisch land hebben gewoond

Waarom zo weinig antivirale middelen?

  • Sterke relatie met de gastheer: grote kans op toxiciteit
  • beperkte vitro modellen: replicatie van virussen op cellijn/celsysteem of diepmodel niet altijd mogelijk
  • risicovol: soms alleen onderzoek mogelijk in gespecialiseerde faciliteiten
  • beperkte duur van antivirale replicatie, directe antivirale therapie niet altijd zinvol  

Wat wordt bedoeld met opportunistische infecties?

Infecties waar gezonde mensen normaal niet ziek van worden maar wel ziekte veroorzaken bij immuungecompromitteerden

  • micro-organismen die al in het lichaam aanwezig zijn waar gezonde mensen niet ziek van worden (candida, pneumocystis jiroveci pneumonie en andere "gewone" infecties)
  • virusreactivatie (EBV, CMV, HBV, VZV (gordelroos), TBC, Hepatitis B)
  • andere latente infecties (toxoplasmose, strongyloides, Entamoeba Histolytica)

Beschrijf pneumocystis jiroveci pneumonie (PJP)
Symptomen
Diagnostiek
Behandeling


PJP vaker bij mensen met verstoorde afweer
Symptomen
  • koorts, hoesten en benauwdheid
Diagnostiek
  • bloedonderzoek: CRP, leukocyten, albumine, ALAT/ASAT
  • sputumkweek, bloedkweek
  • urinetest
    • pneumokokkensneltest, legionella-antigeentest
  • PCR (neus-keel)
  • X-thorax: gouden standard
    • diffuus longvelden grijzig (matglas)
    • bij (normale) pneumonie -> gelokaliseerd en denser (witter)
  • bevestigen met BAL (longspoeling) -> PCR (PJP)
    • niet betrouwbaar met bloed of een kweek
Behandeling
  • cotrimoxazol i.v. (als tablet voor profylaxe)
    • eventueel prednison geven om longoedeem en eigen ontstekingsreactie te remmen

Hoe wordt malaria preventief behandeld met welk doel?

Doel; voorkomen dodelijke vorm van malaria (P.falciparum)

Preventie anti-mugmaatregelen
  • DEET
  • geïmpregneerde klamboe
  • kleding en airco 
Chemoprofylaxe
  • atovaquone/proguanil (malarone)
    • start 1 dag voor vertrek t/m 1 week na terugkomst
    • niet veilig bij zwangerschap
    • geen resistentie
    • duurder
    • bijwerking: nierfunctiestoornis
  • mefloquine
    • 1x per week t/m 4 weken na terugkomst
    • wel veilig bij zwangerschap
    • resistentie (thailand)
    • bijwerking; neuropsychiatrisch


Chemoprofylaxe geven adhv risico indeling
  • hoogst risico (sub-sahara afrika) = chemoprofylaxe meegeven
  • middelmatig risico (zuid-oost azie) = noodbehandeling meegeven voor als er klachten optreden
    • atovaquone/proguanil OF Artemether/lumefantrine (riamet)
  • laagste risico = anti-mugmaatregelen en bij koorts arts  bezoeken om malaria uit te sluiten

Hoe wordt malaria behandeld? En malaria vivax/ovale?

Ongecompliceerd
  • Parasitemie < 2%
  • artemether/lumefantrine (Riamet) tablet

Matig ernstig
  • Parasitemie 2 - 5%
  • atovaquon/proguanil (Malarone) tablet

Gecompliceerd
  • Parasitemie >5% Of met complicaties/braken
  • artesunate bolusinjectie


Vochttoediening
IC (eventueel)
Antibiotica (eventueel)
  • secundaire infecties?

Malaria vivax/ovale
  • hypnozoiten moeten na behandeld worden op opvlamming te voorkomen
    • primaquine

Hoe zouden koortspatronen kunnen helpen bij het vaststellen van een tropische diagnose?

Intermitterende koorts: malaria
  • iedere 3de dag koorts -> malaria falciparum
  • iedere 4de dag koorts -> malaria vivax en ovale
  • niet specifiek om zoveelste dag --> malaria falciparum maar ook maligniteiten

Pols-temperatuur dissociatie: typhoide koorts
  • bradycardie bij hoge koorts

Welke symptomen geven malaria (falciparum)?

Prodromale verschijnselen
  • griepverschijnselen, hoofdpijn, rugpijn, spierpijn, gewrichtspijn, malaise, vermoeidheid, eetlust verminderd

Kernverschijnselen
  • Koorts (met of zonder koude rillingen)
  • alle koortstypen
  • Soms: hoesten en diarree
  • miltvergroting
  • soms ook lever vergroting en pijnlijk
  • trombocytopenie
  • anemie
  • secundaire klachten/complicaties (stolselvorming RBC)
    • longen, hersenen, nieren

Wat is Dengue en wat zijn de typische klachten, complicaties en diagnostiek van Dengue?

Vrouwtjes mug (vector) infecteert mens
  • Arbo virale infecties (Zika en Chingungae)
  • incubatietijd 5-8 dagen (<2weken)
  • Azië, Afrika en Zuid-Amerika

Typische klachten
  • Hele hoge koorts, koorts zakt en weer een hoge koorts (zadel type koorts)
  • hoofdpijn achter ogen
  • koorts gezakt -> rash romp
  • leukopenie, trombocytopenie  


Complicaties
  • Dengue hemorragisch koorts en dengue shock
    • al een keer doorgemaakt en antistoffen gehad
    • nog een keer in contact komen met ander serotypes --> sterk immuunrespons met hoge piek IgG

Diagnostiek
  • antigeentest
  • serologie --> IgM specifiek

Beschrijf leptospirose
Symptomen
Diagnostiek
Behandeling 
Complicaties

Leptospirose is een bacterie
  • komt wereldwijd voor
  • met name in watergebieden
  • verspreiding door ratten in urine


Symptomen
  • Koorts, koude rillingen, myalgie, hoofdpijn, anorexie/misselijkheid/braken, hoesten, hemoptoe, rode ogen, icterus


Diagnostiek
  • leukocytose, bilirubine verhoogd (+ andere leverenzymen), creatinine verhoogd
  • serologie (ELISA) IgM, PCR


Behandeling
  • penicilline en ceftriaxon i.v.
  • amoxicilline, doxycycline per os


Complicaties
  • ziekte van Weil
  • hepatorenaal syndroom
  • aseptische meningitis
  • hemorragische pneumonitis

Beschrijf Aarsmade, Spoelworm, Lintworm en Zweepworm


Medische naam
Grootte
Voorkomen in Nederland
Bron
Verschijnselen
Diagnostiek
Preventie en behandeling

Zie afbeelding

Hoe wordt een latente TBC vastgesteld?

Mantouxtest
  • onschuldig variant TBC wordt in huid gespoten -> afwachten reactie (in vivo)
  • niet specifiek voor mycobacterie tuberculosis, ook reactie bij andere mycobacteriën
  • kruisreactie met BCG-vaccinatie (fout positief)
IGRA
  • respons T-cellen op antigenen van de mycobacterie (in vitro)
  • geen kruisreactie met BCG-vaccinatie (voordeel)
  • hogere sensitiviteit
  • bij slechte T-cel functie -> minder betrouwbaar

1 van de 2 testen positief = latente TBC aanwezig

Welke anamnestische vragen stel je als er sprake is van lymfadenopathie?

Hoelang vergrote klier aanwezig?
  • <3 weken --> afwachtend beleid
  • >3 weken --> verder onderzoek
Pijn
  • klier doet pijn --> ontsteking
  • klier doet geen pijn --> maligniteit

Koorts, nachtzweten, gewichtsverlies, gegeneraliseerde jeuk(maligniteit), recent in buitenland, zieke mensen in omgeving, huisdieren(katten, vogels, ratten en konijnen), medicatie, risicogedrag (onbeschermd seks en drugsgebruik)

Wat is de DD bij een lokale en een gegeneraliseerde lymfadenopathie?

Lokaal (infectieus en maligniteit)
  • kattenkrabziekte
  • toxoplasmose
  • roodvonk
  • rode hond
  • EBV
  • CMV
Gegeneraliseerd (systeemziekte, auto-immuun en maligniteit)
  • toxoplasmose
  • kattenkrabziekte
  • roodvonk
  • rode hond
  • miliaire TBC
  • buiktyfus
  • leptospirose
  • brucellose
  • mononucleosis infectiosum
  • EBV
  • HIV
  • Exanthema subitum
  • mazelen

Wat is de diagnostiek bij lymfadenopathieën?

Bloedonderzoek
  • BSE, CRP
    • geeft aan dat er ergens ontsteking is maar niet waar
  • (atypische) lymfocyten
    • infectie of leukemie
Serologie
  • EBV, toxoplasmose, CMV

Echo + cytologische punctie
  • meerdere lymfeklieren?
  • consistentie en aard van lymfeklier
X-thorax
  • lymfeklieren checken rond hilus, mediastinum of andere afwijkingen
CT of PET-scan
  • metastasen vaststellen

Wat is de diagnostiek bij toxoplasmose en kattenkrabziekte?

Serologisch onderzoek
  • IgG, IgM, IgA
    • IgM ook na acute infectie, langdurig aantoonbaar
  • serologie voor toxoplasmose (SABINE)

PCR
  • aantonen DNA van toxoplasmose of bacterie

Immunofluorescentie (ELISA)
  • Gekleurde label hecht aan antistof gebonden aan toxoplasmose of bacterie en toont aanwezigheid

Wat is het serologisch beloop van EBV?

EBV gaat in B-cel zitten
Polyclonale B-cel respons in acute fase EBV infectie
  • Verschillende B-cellen met verschillende antistoffen worden gekloneerd waardoor je verschillende antistof aanmaak hebt
T-cel respons --> opruimen geinfecteerde B-cellen

Serologisch beloop
  • IgM als eerst
  • IgG komt later opgang (1 week)
  • Paar weken laten IgM laag en IgG hoog
  • Paar maanden later IgG blijft langer aanwezig

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo