Orgaantransplantatie

16 belangrijke vragen over Orgaantransplantatie

Welke voorwaarden zijn er voor het ontvangen van een orgaan?

-  Slechte orgaanfunctie;
-  Oorzaak slechte functie weg/oplosbaar:
- Operatie veilig (comorbiditeiten):
  • Cardiaal/pulmonaal;
  • Postuur:BMI;
  • Conditie:fitgenoeg;
  • Bloedgroep en HLA antistoffen moeten compatibel zijn;
  • Geen exacte bovengrens voor leeftijd;
- Lange termijn risico aanvaardbaar:
  • Infecties controleerbaar of afwezig;
  • Maligniteiten controleerbaar of afwezig;
  • Plausibel dat medicatie verdragen wordt;
  • Cooperatief: cognitie/netwerk/gedrag/taal; zodanig dat patiënt zich aan behandeladviezen kan en wil houden.

Welke bloedgroep combinatie zijn er mogelijk bij orgaantransplantatie?

o Iemand met bloedgroep O heeft antistoffen tegen bloedgroep A en B;
o Iemand met bloedgroep B heeft antistoffen tegen bloedgroep A;

o Iemand met bloedgroep AB kan van iedereen ontvangen; (3%)
o Iemand met bloedgroep O kan alleen ontvangen van bloedgroep O. (47%)
o Iemand met bloedgroep A kan alleen van A en O (42%)
o Iemand met bloedgroep B kan alleen van B en O (8%)

Welke soorten donatie bestaan er?

- Postmortale donoren (wachtlijst Eurotransplant):
o Donor after Brain Death (Heart Beating):
  • Overlijden op IC: alle organen;
o Donor after Cardiac Death (Non Heart Beating):
  • Overlijden buiten ziekenhuis (NHBI);
  • Overlijden op SEH aan traumatische oorzaak (NHBII);
  • Overlijden op IC na staken ondersteuning:
                  • Nieren, lever, soms longen;

- Levende donoren: vooral nieren, heel soms lever;
  • Familie; Partners; vrienden;, Altruistische donoren (samaritaan).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke koude ischemietijd hebben de belangrijkste

-  Hart: 4 uur;
-  Longen: 4-6 uur;  A spoed
-  Lever: 6-10 uur;
-  Alvleesklier: 12-18 uur;
-  Darmen: 6-12 uur;
-  Nieren: 24 uur. B spoed

Welke informatie inventariseer je bij een mogelijke transplantatie?

-  Vastleggen weefselkenmerken en HLA antistoffen bij ontvanger; (zwanger, eerdere transplantatie, bloedtransfusie)
-  Mate van immunisatie inzichtelijk maken:
  • PRA = >% potentiële donoren waartegen positieve kruisproef bestaat;
-  Vastleggen weefselkenmerken bij donor;
-  Inventariseren of ontvanger antistoffen heeft tegen donor: door middel van kruisproef;
-  CDC test: complement-dependent cytotoxiciteit;

Welke factoren spelen mee per orgaan in de mate van rejectogeen?

▪ Mate van vascularisatie/endotheel;
▪ Totale massa van het orgaan
▪ Aanwezigheid van lokaal (=donor) afweerapparaat;
▪ Gevoeligheid voor zuurstoftekort;
▪ Vermogen schade door inflammatie te herstellen.

Hoe vaak komt afstoting per orgaan voor en hoe stel je het vast?

- longen 60% rejectie, hart 20%, nieren 10-20% en lever 20-30%l
-  Vaststellen afstoting:
  • Nier: toegenomen kreatinine → biopt;
  • Long: afgenomen FEV1→biopt;
  • Hart: protocollair → biopt;
  • Lever: toegenomen ALAT→biopt.

Welke organen geef je het meest immuunsupressie?

- long en hart (meer kwetsbaar/meer rejectogeen / meer kwetsbaar)
- nier
- lever

Factoren; meten van de functie, risico op onherstelbare schade, schaarste van organen en verschillende maten van rejectogeen

Welke vormen van afstoting ken je?

- Hyperacuut
  • Antilichaam gemedieerd, ontvanger heeft al antistoffen tegen donor in het bloed die klaar zijn om aan te vallen -> complement -> schade, necrose en trombose
  • onbehandelbaar, binnen enkele minuten
  • te voor komen door kruisproef

- Acuut
  • Afstoting in het eerste jaar;
  • Cellulair:  Gerelateerd aan goede typering; Meestal te voorkomen door immuunsuppressiva;
  • Humoraal: Door nieuw gevormde antilichamen;

- Chronisch
▪ Acute afstotingen;
▪ Medicijnontrouw;
▪ Slechte HLA match;
▪ ATN (reperfusie schade);
▪ Cytomegalovirus;
▪ Hypertensie;
▪ Hypercholesterolemie.

Welke twee aspecten zijn er aan immuunsuppressie bij transplantatie?

- Inductiebehandeling: Kort voor transplantatie weefselherkenning/activatie blokkeren gedurende de eerste periode rondom transplantatie;

- Onderhoudsbehandeling: levenslang mogelijk wel reductie in dosering.

Welke mogelijkheden zijn er voor inductiebhandeling?

-  Monoklonaal (basiliximab)/polyklonaal (thymoglobuline)
-  Depleting agents /  -> geen lymfocyten
  • Anti thymocyten globuline ATG
  • Alemtuzumab/campath (gericht tegen CD52 op alle lymfocyten)

- non-depleting agents: -> staken van de activatie van lymfocyten cascade
  • IL-2 blokkade (CD25 antigeen aan oppervlak T-lymfocyt)

Welke bijwerkingen geven ATG?

ATG; Koude rillingen; Koorts; Flebitis; Longoedeem; Serumziekte (artritis: eenvoudig met verhoging steroïden te behandelen); Anemie/leukopenie/trombopenie; Op langere termijn een lymfoom;

Wat zijn de mogelijke afstotingsbehandelingen bij de nier?

-  Startbehandeling/optie 1:
  • Solumedrol;
-  Bij aanhouden of ernstige cellulaire rejectie component (BANF 2B of meer):
  • 2e optie: Campath, alternatief ATG;
-  Bij antilichaam gemedieerde rejectie:
  • 2e optie: plasmafiltratie + IVIG;
  • 3e optie: campath→doodt lymfocyten plasmacellen;
  • 4e optie: bortezimib / rituximab / eculizumab / maar alles experimenteel.

Wat zijn de meest voorkomende complicaties na transplantatie?

-  Trombose, zowel arterieel als veneus;
-  Acute afstoting;
-  Ureter-stenose;
-  CMV infectie (primo-infectie of reactivatie);
-  Polyoma BK infectie;
-  (Uro/pneumo)sepsis;
-  Maligne lymfoom (posttransplantatie lymfoom).

Wat betekent polymorfisme en polygenie in het kader van HLA?

polymorfisme = van één gen zijn er meerdere varianten)
polygenie = één gen is in feite gedupliceerd in het genoom binnen een individu Indien polygenie en polymorfisme gecombineerd worden, is ieder individu in staat zes verschillende moleculen op het celoppervlak te presenteren

Waar bestaat een HLA molecuul uit?

uit aminozuur residuen, de volgorde van de aminozuren kan genummerd worden van begin tot einde. Een HLA molecuul is een set van epitopen. Hoe minder epitopen, hoe beter de uitkomst.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo