Tropische geneeskunde

20 belangrijke vragen over Tropische geneeskunde

Wat zijn specifieke klachten bij tropenziekten?

Huidafwijkingen; Hoofdpijn; Fotofobie; Artralgie, myalgie; Diarree; Braken; Hoesten; Urine kleur; Icterus.

VB Eschar huidafwijking -> Rickettsia-infectie

Welke koortspatronen kun je aan een bepaalde tropenziekte doen denken?

-  Intermitterende koorts (een dag wel, dan weer dag niet): malaria non- tropica;
-  Relatieve bradycardie bij Salmonella (pols-temperatuur differentiatie)
- Pel-Ebstein koorts bij maligne lymfoom; cylcisch toeneemt en afneemt in 1 a 2 weken

Welke ziekten hebben een korte incubatie tijd?

- Kort (<10 dagen):
o Malaria (7-10dagen)
o Arbovirusinfecties (Dengue, Zika, Chikungunya);
o Rickettsiose;
o Paratyfus (Non-typhoid Salmonella);
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke ziekten hebben een lange incubatietijd?

- Lang (>21 dagen):
o Virale hepatitis;
o HIV;
o Rabies;
o Tuberculose;
o Leishmaniasis;
o Amoeben abces lever.

Welke mug en waar loop je grootste kans op malaria?

Alleen anopheles spp, waarvan de vrouwtjes prikken
-> West Afrika
  • Zwangere vrouwen en kleine kinderen 

Welke soorten malaria bestaan er?

-  P. falciparum infectie (malaria tropica): meest gevaarlijke;
  • Invasie in alle erytrocyten; binnen enkele dagen ernstige parasitaemie
  • “Plakmoleculen” op geïnfecteerde erytrocyten; stagnatie in weefselcapillairen in hersenen, nieren, longen.
-  P. vivax infectie (malaria tertiana of 3e daagse koorts) (Zuid-Amerika en Zuid-Oost Azië)
-  P. ovale (ook malaria tertiana) (Zuid-Amerika en Zuid-Oost Azië)
  • Milder ziektebeeld;
  • Invasie in jonge erytrocyten;
  • Parasitaemie <2%;
-  P. malariae infectie (malaria quartana 4e daagse koorts);
  • Invasie in oude erytrocyten;
  • Parasitaemie <2%;
-  P. knowlesi (Zuidoost Azië, reservoir: apen).

Welke verschijnselen heb je bij een malaria infectie?

- Prodromale verschijnselen:
  • Eerst: ‘griepverschijnselen’, hoofdpijn, rugpijn, spierpijn, gewrichtspijn, malaise, vermoeidheid, verminderde eetlust;

- Kernverschijnselen:
  • Koorts (met of zonder koude rilling) (na kapot barsten rode bloedcellen);
  • Alle koortstypen;
  • Soms: hoesten, diarree;
  • Miltvergroting (na enige dagen);
  • Soms ook lever groot en pijnlijk;
  • Trombocytopenie;
  • Anemie (na enige dagen).

Hoe stel je de diagnose malaria?

-  Microscopisch:
  • Dikke druppel preparaat; (malaria tropica geeft sterrenhemel)
  • Uitstrijk;

-  Niet-microscopisch:
  • Antigeentest;
  • PCR;

-  Op grond van klinisch beeld geen goede diagnose te stellen;
-  Dus→altijd dikke druppel = gouden standaard/ uitstrijk + antigeentest.

Hoe behandel je malaria tropica (niet uit hoofd leren)?

-  Parasitemie <2% (ongecompliceerd):
o Artemether/lumefantrine(Riamet);
o T=0,8,24,36,48,60uur;
o 4tabletten(20/120mg);

-  Parasitemie 2-5% (matig ernstig):
o Atovaquon/proguanil(Malarone);
o Gedurende 3 dagen;
o 1 dd. 4 tabletten (250/100 mg.);

- Parasitemie >5% (en elke parasitemie met complicaties/braken):
o Artesunate;
o T=0,12,24,48,72uur;
o 2,4 mg/kg als i.v. bolus.

Adjuvante therapie:
  • “Nursing care”;
  • Bloed transfusie, wissel transfusies;
  • Antibiotica;
  • Mechanische ventilatie;
  • Hemodialyse/CVVH;
  • Anticonvulsieve behandeling.

Hoe behandel je malaria non-tropica (niet uit hoofd leren)?

- P. vivax/ovale/malariae: -> Chloroquine(base):
▪ Dag1en2:1dd.10mg/kg;
▪ Dag 3: 5 mg/kg;

Bij jeuk, resistentie: mefloquine 10 mg/kg;
o Malarone of Riamet als bij P. falciparum;

- Nabehandeling P. vivax/ovale: belangrijk om na te behandelen, vanwege de hypnozoyten, die zich ‘verstoppen in de lever’ en maanden-jaren later weer actief kunnen worden;
  • Primaquine base 1dd.30mg gedurende 14dagen;
  • Z.O. Azië:1dd30mg,21dagen.

Hoe kun je malaria voorkomen?

-  Antimuskieten maatregelen (bijvoorbeeld klamboe, DEET, airco);
-  Chemo profylaxe:
o Midden Amerika, Midden Oosten t/m India:
▪ Proguanil;
▪ Chloroquine;
o Rest v/d wereld: multiresistente P. falciparum
▪ Mefloquine (Z.O. Azië resistentie!);
▪ Malarone;
▪ Doxycyline;
▪ Primaquine.

Wat is Denque, waar komt het voor, wat is de transmissie route?

-  Flavivirus, 4 sterotypen;
-  Epidemiologie: tropen wereldwijd (komt tegenwoordig ook al in Zuid-Europa voor);
-  Transmissie: Aedes aegypti (muggen);

Welke symptomen, labwaarden, complicaties zie je bij Dengue, hoe stel je de diagnose?

- Reisanamnese: Azië, Afrika, Zuid-Amerika;
- Incubatietijd: 5-8 dagen (maar áltijd <2 weken);
- Symptomen: koorts, myalgie, artralgie, fotofobie, hoofdpijn (retrobulbair); drukkende pijn achter de ogen, keelpijn, pijnlijke acra, rash;
- Lab: leukocytopenie, trombocytopenie;
- Complicaties: Dengue haemorrhagic fever, dengue shock (bij mensen die er vaker mee in aanraking komen);
o DD: ARBO-virussen,leptospirose,rickettsiose,meningitis;
o Confirmatie: antigeen test of IgM (80% postief dag 5) + IgG;

Wat is het beloop van een Dengue infectie?

Eerste 3-4 dagen hoge koorts,->  in één keer koorts weg, patiënten voelen zich even wat beter, maar krijgen dan de huiduitslag en op dag 6 komt de koorts weer terug. = zadeltype koorts Bij een tweede aanraking van Dengue kan een hyper-IgG ontstaan, wat leidt tot de Dengue shock.

Wat is leptospirose, kenmerken, symptomen?

-  Leptospira: spirocheet, familie leptospiraceae >200 serovars (bevindt zich in uitwerpselen en dus in open wateren als grachten);

-  Epidemiologie: wereldwijd;
-  Kenmerken:
  • expositie aan zoetwater?
  • Incubatietijd:1-4weken;
  • Symptomen: koorts, koude rillingen, myalgie, hoofdpijn, anorexie/misselijk/braken, hoesten, hemoptoe, rode ogen, icterus (vanwege leverenzymafwijkingen);
  • Lab: leukocytose, verhoogd bilirubine (andere leverenzymen), verhoogd kreatinine;
  • DD: dengue, rickettsiose, buiktyfus, brucellose;

Hoe diagnosticeer je leptospirose en en hoe behandel je het, wat zijn ernsitge complicaties?

- Diagnostiek:
  • ELISA (IgM);
  • Microscopic agglutination test (MAT); o PCR (KIT);
  • Kweek: <10 dagen: serum + EDTA bloed;
                        >10dagen:serum+urine;

- Therapie:
  • Intraveneus: penicilline, ceftriaxon;
  • Per os: amoxicilline, doxycycline;

- Ernstig beloop:
  • Ziekte van Weil;
  • Hepatorenaal syndroom;
  • Aseptische meningitis;
  • Haemorrhagische pneumonitis

Wat is buiktyphus, kenmerken, symptomen?

-  Salmonella typhi, S. paratyphi;
-  Epidemiologie: wereldwijd, Azië (India)!
-  Transmissie: feco-oraal, eieren, ingeblikt voedsel;
-  Kliniek: buiktyfus en gastro-enteritis;
-  Incubatietijd:10-20dagen;
- Symptomen (aspecifiek):
  • 1e week: koortsepisode, hoofdpijn, malaise, obstipatie of milde diarree, droge hoest;
  • 2e week: febris continua, roseolae, relatieve bradycardie, splenomegalie;
  • 3e week: ernstig ziek, verward, opgezette buik, diarree, myocarditis, hepatitis, darmwand bloeding/perforatie;

Hoe diagnosticeer je buiktyphus, wat is er in het lab mogelijk te zien, DD en behandeling?

- Lab:leukopenie tot leukocytose, leverenzymstoornis;
- DD: rickettsiose, leptospirose;
- Confirmatie: bloed/feceskweek;
- Therapie: ceftriaxon iv./ciprofloxacin of macrolide p.o.

Hoe verspreiden amoeben zich, welke klachten geeft het, hoe wordt de diagnose gesteld?

Via de mond -> maagdarmkanaal -> infiltratie m.n. lever, longen en soms hersenen (incubatie 3wk tot 3mnd)
  • vergrote lever, lokale pijn, koorts en vaak verhoogde ontstekingsparamaeters (bilirubine, leukocytose)
  • Echo of CT-scan -> serologie van abces

Hoe behandel je een amoebeabces?

-  Kleine abcessen laat men zitten;
-  Aspiratie (leegzuigen) indien >10 cm, omdat er een risico is op ruptuur (pericard);
-  Behandeling weefselamoebiasis:
  • Metronidazol 3dd750mg; Gedurende 1 week;
-  Nabehandeling contactamoebicide:
  • o Clioquinol 3dd250mg 10dagen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo